Het succesvolle Go-Lab project, gecoördineerd door de Universiteit Twente, krijgt een vervolg.
De Europese Unie en de Zwitserse overheid stellen samen 6,3 miljoen euro beschikbaar voor het vervolgproject dat Next-Lab is gedoopt: een project dat op grote schaal het Europese wetenschaps- en techniekonderwijs moet veranderen. Kern van het project is een enorme collectie van interactieve online laboratoria en lesmodules, waarmee leerlingen zelf wetenschappelijke experimenten kunnen uitvoeren en waarmee docenten hun lessen kunnen verrijken.
Doel van het Go-Lab project, dat in 2012 is gestart, was Europese jongeren van 10 tot 18 jaar oud enthousiast maken voor wetenschap en techniek en ze tegelijkertijd onderzoeksvaardigheden bij te brengen. De jongeren leren, onder begeleiding, hoe ze onderzoeksvragen moeten opstellen, experimenten kunnen uitvoeren en conclusies kunnen trekken op basis van de verkregen resultaten. Dit ‘onderzoekend leren’ blijkt in de praktijk een zeer effectieve manier van leren, waarbij leerlingen niet alleen kennis over het onderwerp opdoen, maar ook over het doen van wetenschappelijk onderzoek.
Binnen het Go-Lab project zijn door docenten in de loop der tijd honderden online leeromgevingen gecreëerd waarvan er zo’n 400 zijn gepubliceerd op de Go-Lab portal (www.golabz.eu). Onder meer op het gebied van natuur-, schei- en wiskunde, biologie en astronomie. Leerlingen kunnen online allerhande experimenten uitvoeren die plaatsvinden in virtuele laboratoria of soms zelfs in echte fysieke laboratoria, maar dan op afstand (remote labs). Zo kunnen leerlingen bijvoorbeeld zelf virtuele elektrische circuits bouwen of in een virtueel lab scheikundige experimenten uitvoeren. Met een remote lab kunnen leerlingen online fysieke experimenten aansturen in een echte opstelling die ergens op de wereld in een laboratorium staat. De docenten kunnen, op basis van de beschikbare laboratoria allerhande lesmodules ontwikkelen of combineren. Ongeveer 1300 scholen uit dertig verschillende landen maken gebruik van de 400 beschikbare (virtuele of remote) laboratoria en de 400 online leeromgevingen die zijn gepubliceerd. De Go-Lab portal wordt ongeveer 10.000 keer per maand bezocht. Zeker 15.000 leerlingen hebben al gebruik gemaakt van de mogelijkheden die Go-Lab biedt.
Next-Lab
Next-Lab is het vervolg op het succesvolle Go-Lab project. Een breed consortium, onder leiding van UT-hoogleraar Ton de Jong (vakgroep Instructietechnologie), zal binnen dit nieuwe project de mogelijkheden en de impact van de lesmodules uitbreiden. Zo zal onder meer de doelgroep worden verbreed naar jongere leerlingen in het basisonderwijs en zal de aansluiting worden gezocht met lerarenopleidingen (ook ELAN, het Instituut voor lerarenopleiding en professionele docentontwikkeling van de Universiteit Twente, participeert in het project). Het consortium kan zo – via de leraren van de toekomst – nog meer jongeren enthousiasmeren voor wetenschap en techniek. Ook zal de software worden uitgebreid met middelen om samenwerking op afstand tussen leerlingen mogelijk te maken en om hun vorderingen te kunnen meten. Daarnaast vindt er binnen het project ook onderzoek plaats naar de onderzoekend leerprocessen en naar de effectiviteit van de aangeboden middelen. Het project wordt uitgevoerd binnen het Horizon 2020 programma van de Europese Unie en heeft een totaal budget van 6,3 miljoen euro. Next-Lab start 1 januari 2017 en duurt drie jaar.
Onderzoeksconsortium
Het project wordt gecoördineerd door de Universiteit Twente. Partners in het project zijn Ecole Polytechnique Fédérale de Lausanne (Zwitserland), Information Multimedia Communication AG (Duitsland), EUN Partnership aisbl (België), Ellinogermaniki Agogi Scholi Panagea Savva (Griekenland), University of Cyprus (Cyprus), University de la Iglesia de Deusto (Spanje), Tartu Ulikool (Estland), Nucleo Interactivo de Astronomia (Portugal), Ecole Normale Superieure de Lyon (Frankrijk), Turun Yliopisto (Finland) en de University of Leicester (Verenigd Koninkrijk).
