HomeNieuwsAfscheid Martin van Maarseveen: slimme integrale aanpak leidt stedengroei in juiste banen

Afscheid Martin van Maarseveen: slimme integrale aanpak leidt stedengroei in juiste banen

Nederland heeft een groot verkeersprobleem als gevolg van onverstandig overheidsbeleid. Bij de ruimtelijke inrichting hebben beleidsmakers decennialang te weinig rekening gehouden met de impact op het verplaatsingsgedrag, en dan met name het autogebruik. Deze conclusie trekt prof. dr. ir. Martin van Maarseveen, die deze maand afscheid neemt als hoogleraar

Martin van MaarseveenManagement of Urban-Regional Dynamics aan de faculteit ITC van de Universiteit Twente. Van Maarseveen constateert dat stedenbouwkundigen en verkeerskundigen veelal langs elkaar heen werken. Pas als de stedelijke functies in een gebied zijn ingevuld, komen de verkeerskundigen in actie. Beide vakgebieden zouden meer samen moeten optrekken bij het inrichten van de stedelijke ruimte. Nederland laat zien welke consequenties het ontbreken van integraal ruimtelijk beleid kan hebben. ,,We hebben overal groeikernen gecreëerd met een dominante woonfunctie, waar nauwelijks werk is te vinden. Almere is daar een bekend voorbeeld van. Inwoners moeten grotere afstanden afleggen om bij hun werk te komen en worden daarbij gefaciliteerd door een snelwegennetwerk met hoge dichtheid. Ruimtelijke inrichting heeft op die manier bijgedragen aan de massamotorisering van ons land.”

Grenzen aan autoverkeer

Het Nederlandse wegennet is al flink uitgebreid om tegemoet te komen aan het groeiende aantal autogebruikers. Voor het spoorwegennet geldt dat niet. De reistijd met de trein is – in tegenstelling tot die van de auto – in 40 jaar tijd amper afgenomen, omdat grote investeringen achterwege zijn gebleven. Nu de economie op volle toeren draait, dreigt Nederland dicht te slibben. ,,We staan vaker in de file. We kunnen niet wegen blijven bouwen, want we lopen tegen grenzen aan. Zelfrijdende auto’s verminderen het verkeersprobleem, maar ze lossen het niet op. Zolang transport te goedkoop blijft, zal de situatie alleen maar verslechteren.”

De wal gaat het schip keren, verwacht Van Maarseveen. Het autobezit neemt op den duur af, omdat in stedelijke gebieden de fiets en het openbaar vervoer een snellere en meer betaalbare vorm van verplaatsen worden. Is een auto alsnog nodig, dan wordt deze gehuurd of gedeeld. ,,Maar die verandering gaat langzaam.”

Compact bouwen

Landen in ontwikkeling, in Afrika, Azië en Zuid-Amerika, kunnen leren van de Nederlandse ervaringen. Veel steden in de wereld dreigen overbevolkt te raken en onleefbaar te worden. Planologen zullen rekening moeten houden met enkele basisprincipes om de groei van steden af te remmen of in goede banen te leiden.

,,Compact bouwen staat voorop”, zegt Van Maarseveen. ,,Je moet ervoor zorgen dat de meeste voorzieningen voor de mensen dichtbij huis zijn: in de eigen wijk en het liefst op loop- of fietsafstand. Daarnaast een hoogwaardig openbaarvervoersysteem noodzakelijk tussen de stedelijke kernen”, aldus de vertrekkende hoogleraar. ,,Gedragsbeïnvloeding speelt eveneens een grote rol. De fiets wordt in veel landen nog gezien als een vervoermiddel voor de armen. Dat beeld kan je veranderen door bijvoorbeeld rolmodellen te zoeken die op een fancy fiets rijden. De fiets is lang onderschat als oplossing tegen de verkeersdruk in grote steden. Ook door mij.”

Slimme integrale aanpak

China probeert nu het tij te keren. Daar zijn door de economische groei veel miljoenensteden ontstaan. De fiets is massaal ingeruild voor de auto. Het gevolg: dichtslibbende wegen en een slechte luchtkwaliteit. Nu investeert de overheid volop in openbaar-vervoersystemen in combinatie met leenfietsen.

Andere landen in Azië, Afrika en Zuid-Amerika kunnen dat probleem vóór zijn. Van Maarseveen denkt dat daar een belangrijke taak ligt voor zijn faculteit ITC. ,,Satellieten, drones en mobiele telefoons leveren data op waarmee we modellen maken voor stedelijke en verkeerskundige ontwikkeling. Als we dat goed doen, kunnen we de groei van steden afremmen. We hebben een groot netwerk met alumni in die landen. Ze zitten vaak op cruciale posities en zijn beleidsbepalend. In de Rwandese hoofdstad Kigali bijvoorbeeld werkt een oud-student van ITC aan een nieuwe duurzame stedelijke inrichting waar plaats is voor voetgangers, fietsers, openbaar vervoer, de auto en zelfs een kabelbaan, om de stad leefbaarder te maken. Dat is wat je noemt: high tech human touch.”

L.P.W. van der Velde MSc (Laurens)
Woordvoerder College van Bestuur (CvB)