HomeNieuwsMeten en begrijpen van menselijke emoties steeds eenvoudiger

Meten en begrijpen van menselijke emoties steeds eenvoudiger UT-onderzoeker Egon L. van den Broek onderzoekt en vertaalt biosignals

Affective computing, oftewel technologie die menselijke emoties begrijpt, is flink in opkomst. Grote bedrijven als Intel, Apple en Microsoft doen er onderzoek naar en ontwikkelen toepassingen. Ook UT-onderzoeker Egon L. van den Broek van het instituut Centre for Telematics and Information Technology (CTIT) doet uitgebreid onderzoek naar affective computing. Hij richt zich daarbij vooral op het meten van biosignals zoals spraak, zweetsecretie, spierspanning, lichaamstemperatuur en hartslag. “Het lijkt science fiction, de computer die de rol van de mens overneemt, maar we komen er steeds dichterbij.”

Van den Broek onderzoekt de emoties van drie verschillende groepen: patiënten met een post-traumatische stressstoornis, kinderen met autistismekenmerken en kinderen met een antisociale gedragsstoornis. Het meten van biosignals is relatief laagdrempelig door de opkomst van de smartphone. Ook andere technologieën helpen daarbij. De Kinect van Microsoft interpreteert bewegingen van ons lichaam; Siri van Apple onze gesproken instructies en sommige gadgets dragen we al op ons lichaam, zoals de Nike Fuelband of de UP van Jawbone.
Van den Broek: ”Twintig jaar geleden was dat meten nog een probleem, maar nu hebben onze smartphones allemaal een goede camera, zijn webcams sterk ontwikkeld en zijn er veel nieuwe apparaten. Het beeld waarbij iemand onder de draden en sensoren zit, is verleden tijd. Het meten van al die emoties is niet meer zo’n moeilijke opgave, de truc is het vertalen en begrijpen van al die signalen. Dat is waar mijn onderzoek over gaat. Met wiskundige modellen kunnen we die emoties beter duiden.”

Post-traumatische stressstoornis
Van den Broek onderzoekt samen met vertegenwoordigers uit de geestelijke gezondheidszorg de traumatische ervaringen van 25 vrouwen. De vrouwen vertelden over hun ervaringen en de wetenschappers namen de spraaksignalen op. Vervolgens werden de signalen geanalyseerd.
“Zonder te luisteren naar wat er gezegd wordt, vertelt het spraaksignaal al veel over onze emoties. Bijkomend voordeel is dat therapiesessies vaker worden opgenomen en patiënten hier zo al aan gewend zijn. We hebben natuurlijk niet de illusie dat we de post-traumatische stressstoornis zomaar genezen, maar het onderzoek slaat vooral aan bij het verwerken van het trauma. Gaan ze vooruit? Hebben ze nog veel stress? Deze vragen komen ook aan de orde bij de oorlogsveteranen. Er zijn veel voorbeelden van ex-militairen die na oorlogssituaties psychische problemen hebben, vroeger ook wel
shellshock genoemd.”

Autistisme
In samenwerking met het
Karakter Universitair Centrum doet Van den Broek onderzoek naar kinderen met aan autistisme verwante kenmerken. “Deze groep is vaak moeilijk te diagnosticeren. Artsen dienen ook te bepalen of er meer problemen spelen. Affective computing kan helpen bij het bepalen van een diagnose. Hierbij worden onder andere oogbewegingen geanalyseerd met behulp van een eye-tracker. Maar in de toekomst wordt dit wellicht ook mogelijk met een webcam of met de camera in een smartphone. Daarmee kunnen ook bewegingen van mondhoeken, wenkbrauwen en lippen bekeken worden. Vooralsnog worden gezichtsbewegingen echter met behulp van biosignals (zogenaamde electromyography) gemeten. Ook hartslag en zweetsecretie worden gemeten.”

Antisociale gedragsstoornis
Een derde groep waar Van den Broek onderzoek naar doet, wederom samen met het Karakter Universitair Centrum, is adolescenten met een antisociale gedragsstoornis (
conduct disorder). “Deze kinderen zijn vaak agressief en lopen een verhoogd risico in de criminaliteit terecht te komen.” Ook bij deze groep wordt een eye-tracker gebruikt om oogbewegingen te meten. Daarnaast worden biosignals gemeten met behulp van wearable technology, apparaten die we op ons lichaam dragen. Wearable technology is in opkomst en gaat hand in hand met affective computing. Hierbij worden sensoren direct op de huid geplaatst of met de huid in contact gebracht. Dat kan door bijvoorbeeld een sieraad. Denk daarbij aan de Google Glasses, bepaalde kleding of horloges.”

Meer informatie
dr. Egon L. van den Broek (onderzoeksinstituut CTIT) promoveerde in 2011 aan de Universiteit Twente op het onderwerp
Affective Signal Processing. Meer informatie over zijn onderzoek is op te vragen.