Komende week en de week erna spreekt het College van Bestuur van de UT opnieuw met de Universiteitsraad (UR) over het Spring Memorandum, het financieel kader voor 2025 en verder. In de laatste reguliere meeting, op woensdag 19 juni, gaf de UR aan meer inzicht te willen hebben in de beleidsvoornemens voor het komend jaar en de effecten van de maatregelen die we nu in al inzetten.
Flinke opgave
Het Spring Memorandum 2025-2029 bevat een flinke financiële opgave voor de UT. In een recent interview met U-Today gaf Finance-directeur Dennis van Zijl daar al een inkijkje in. Bovenop de bezuinigingen voor het huidige jaar, moet komend jaar nog eens 13 miljoen euro aan besparingen worden gevonden. De ontwikkeling van de studentenaantallen en de Rijksbijdrage die we ontvangen spelen daar een belangrijke rol in: we ontvangen hierdoor 9,4 miljoen euro minder.
Ingezette weg
Vorig jaar signaleerden we dat we extra stappen moeten zetten om financieel gezond te kunnen blijven. We hebben daarvoor diverse acties uitgezet en werken verder aan het structureel en duurzaam gezond maken van onze organisatie.
We weten dat dat een complex proces is, dat niet vanzelf gaat. Aanpassen aan de nieuwe financiële realiteit kost moeite, maar in deze tijden zal het wel op basis van een duidelijke koers moeten gebeuren om erger te voorkomen. We hadden onszelf daarin extra tijd gegund door voor 2024 een tekort van 2 procent te begroten. En in 2025 mag dit nog 1 procent. Dat geeft ons ruimte om verdere veranderingen op een goede manier in te zetten. Ruimte die we ook echt nodig hebben, want ook nu geldt dat we niet onnodig tijd mogen verliezen.
Hoe ingewikkeld dat is, laat de voortgang over 2024 zien. In de meest recente managementrapportage, die over de periode tot en met april, zien we dat we op verschillende plekken moeite hebben om de begroting te halen. Daar is extra inspanning nodig. Dit zetten we, in nauwe samenspraak tussen CvB, faculteiten en diensten, in gang.
Aanvullende bezuinigingen
Met de benodigde extra besparingen voor 2025 zijn UT-breed nog meer maatregelen nodig en besluiten we met elkaar welke keuzes effectief zijn en zoveel mogelijk passen bij waar we als organisatie naar toe willen en moeten. De komende periode zullen de inhoudelijk strategische keuzes worden besproken in het Strategisch Beraad en het CvB-Decanenoverleg.
Eerder informeerden we je al over reeds gemaakte strategische keuzes zoals halvering van het huisvestingsbudget (LTSH) taakstellingen voor de eenheden, beperken van aantal vacatures OBP en inhuur. En ook over de building blocks; een twintigtal interventies die ons moeten helpen op een goede manier financieel gezond te blijven.
Om te zien waar we ons zouden moeten verbeteren, hebben we onze cijfers met andere universiteiten vergeleken. Daar komen een aantal inzichten uit waar we mee aan de slag zijn.
Vanzelfsprekend is het op peil houden en vergroten van de instroom van nieuwe studenten van groot belang.
Ook moeten we naar efficiënter onderwijs. Ten opzichte van andere universiteiten hebben we relatief veel personeel ten opzichte van het aantal studenten. Onze kwaliteit van onderwijs is hoog, iets dat ook steevast naar voren komt in studentwaardering in de Nationale Studenten Enquête. Door het onderwijs anders te organiseren kunnen we de kwaliteit behouden en de verhouding medewerker-student meer in lijn te brengen met de andere universiteiten. Dat is een flinke opgave waar de komende periode hard aan gewerkt zal worden, met bijvoorbeeld de UC-E (University Committee on Education) en de opleidingsdirecteuren. We streven ernaar op korte termijn wat meer inzicht te geven in wat dit precies gaat betekenen.
En ten aanzien van inkomsten uit tweede en derde geldstroom zien we dat andere universiteiten het daar beter op doen. Tevens is bij ons het aandeel ondersteunend personeel relatief hoog en zullen we daarin naar een betere balans moeten.
Vervolgproces
Op dit moment wordt het financieel effect van bovenstaande in kaart gebracht om te bepalen welke maatregelen en bezuinigingen nog meer nodig zijn om weer op koers te komen. Dit is een onderwerp waar we met de UR verder over spreken.
In tijden van financiële krapte vallen de term reorganisatie en organisatiewijziging vaak. Dat begrijpen we. Hier willen we graag duidelijk over zijn: de kans bestaat dat bij de verdere uitwerking van de plannen duidelijk wordt dat we alleen financieel gezond kunnen blijven door dergelijke interventies. Dat is iets waar we met elkaar open en transparant over van gedachten wisselen in lijn met de procedure UT-organisatiewijzigingen. Ook met de UR spreken we hier verder over.
Zodra er ook instemming is van de UR - de Raad van Toezicht gaf al groen licht - kunnen de faculteiten en diensten aan de slag met hun begrotingen voor 2025 en verder binnen de gestelde kaders. We hebben er als College van Bestuur vertrouwen in dat we met elkaar, in goede samenwerking en het snel uitvoeren van de bezuinigingsmaatregelen, weer op koers komen.