In de afgelopen vier jaar zijn Nederlandse 15-jarigen er flink op achteruitgegaan bij wiskunde, natuurwetenschappen en leesvaardigheid. Dit blijkt uit het internationale trendonderzoek PISA-2022 (Programme for International Student Assessment), waarvan de resultaten op 5 december 2023 bekend zijn gemaakt. Martina Meelissen (projectleider), Nathalie Maasen en Jolien Valk van de Faculteit BMS zijn verantwoordelijk geweest voor de uitvoering van PISA door de Universiteit Twente.
PISA meet elke drie of vier jaar wereldwijd de prestaties en het welbevinden van 15-jarigen in het voortgezet onderwijs. Nederland is niet het enige land met dalende leerlingprestaties. Ook in veel andere landen presteren leerlingen aanmerkelijk minder goed in de getoetste vakken dan in 2018. In Nederland zijn de prestaties van meisjes en vmbo-leerlingen het sterkst afgenomen. De dalingen zijn waarschijnlijk mede het gevolg van de scholensluitingen tijdens de coronapandemie. Leesvaardigheid is in Nederland echter nog veel sterker gedaald dan in veel andere landen en komt daarmee onder het OESO-gemiddelde. Voor wiskunde presteert Nederland nog wel steeds ruim boven het OESO-gemiddelde.
Prestaties gedaald
Het is de eerste keer in de geschiedenis van PISA dat de prestaties van 15-jarigen er in zoveel landen zo sterk op achteruit zijn gegaan. Ook in Nederland hebben leerlingen behoorlijk lager gescoord op de PISA-toets dan in 2018. De prestaties in wiskunde en natuurwetenschappen van meisjes zijn sterker afgenomen dan die van jongens. Ook zijn de prestaties van vmbo-leerlingen in wiskunde en leesvaardigheid sterker gedaald dan die van havo- en vwo-leerlingen. De achteruitgang van de wiskundeprestaties is in vmbo basis bijna vier keer zo groot als in het vwo.
Coronapandemie
Waarschijnlijk heeft in veel PISA-landen het tijdelijk sluiten van scholen tijdens de coronapandemie een rol gespeeld. Ruim de helft van de Nederlandse leerlingen geeft zelf aan dat zij tijdens de scholensluitingen achterop raakten met hun schoolwerk. Tijdens de scholensluitingen voelde 30% van de 15-jarigen zich eenzaam; dit waren vaker meisjes dan jongens. Leerlingen in vmbo basis zijn hierover het minst positief. Driekwart van de Nederlandse 15-jarigen is wel positief over de beschikbaarheid van hun docenten toen ze hulp nodig hadden tijdens het thuisleren. Nederlandse leerlingen hebben minder sterk het gevoel erbij te horen op hun school dan in 2018. Gemiddeld geven Nederlandse 15-jarigen hun leven een 7,3. Dit is hoger dan hun leeftijdsgenoten uit omringende landen.
Leesvaardigheid nog verder afgenomen
De daling in leesvaardigheid in Nederland heeft zich in de afgelopen vier jaar niet alleen doorgezet, maar is sterker dan in 2018 en ook sterker dan in de OESO-landen gemiddeld. Nederland presteert voor leesvaardigheid nu onder het OESO-gemiddelde. Van alle 14 EU-landen die vanaf 2006 aan PISA hebben deelgenomen, heeft alleen Griekenland een lagere score voor leesvaardigheid gehaald dan Nederland. Voor wiskunde heeft Nederland van deze landen juist de hoogte score gehaald. In 2018 was bijna een kwart van de leerlingen onvoldoende geletterd in leesvaardigheid, in 2022 is dit gestegen naar een derde deel. Onvoldoende geletterd betekent dat een leerling nog onvoldoende is toegerust om als zelfstandige burger te kunnen functioneren in de huidige kennissamenleving.
Wiskunde geen favoriet vak
Jongens zien wiskunde vaker als een van hun favoriete vakken dan meisjes, maar in het algemeen behoort wiskunde voor minder dan een derde van de leerlingen tot de favoriete vakken. Meisjes blijken minder zelfverzekerd in het oplossen van wiskundige taken dan jongens. Ook blijken meer meisjes dan jongens angst te hebben voor wiskunde. In vergelijking met leeftijdsgenoten uit de OESO-landen hebben Nederlandse leerlingen minder wiskundeangst.
Druk om online te zijn
Ongeveer een kwart van de leerlingen in Nederland zet tijdens de les nooit of bijna nooit meldingen uit van sociale netwerken. Ruim een derde van de leerlingen voelt tijdens de les druk om online te zijn en berichten te beantwoorden. Ook is ruim een derde van de Nederlandse leerlingen wel eens nerveus of angstig als ze hun digitale apparaten niet bij zich in de buurt hebben. Ook hierin zijn verschillen tussen meisjes en jongens. Meisjes ervaren deze gevoelens namelijk vaker dan jongens.