HomeNieuwsOnderzoek naar ethische en juridische aspecten van nieuwe technologie

Onderzoek naar ethische en juridische aspecten van nieuwe technologie

Technologie gaat de komende decennia de wereld veranderen. Een van de belangrijkste vragen daarin is: hoe ver willen we daar in gaan? Onderzoekers van de Universiteit Twente gaan, met collega’s van over de hele wereld, de komende drie-en-een-half jaar aan de slag met die vraag.

Input voor nieuw beleid

Het onderzoek gaat over de ethische en juridische aspecten van nieuwe technologieën waarvan grote maatschappelijke en economische gevolgen worden verwacht en moet waardevolle input opleveren voor toekomstig Europees beleid.

Met de subsidie voor het project SIENNA investeert de Europese Unie stevig in onderzoek naar de effecten van nieuwe technologie op mensenrechten en ethiek. In het project SIENNA, dat staat voor Stakeholder-informed ethics for new technologies with high socio-economic and human rights impact, worden op een innovatieve manier de consequenties van de groeiende mogelijkheden op het gebied van robotica, menselijke genetica en human enhancement in kaart gebracht.  

Grote vragen

Alle drie de technologieën roepen grote vragen op. “We slagen er steeds beter in kunstmatige intelligentie te ontwikkelen, waardoor we zelflerende robots krijgen. Die kunnen risico’s vormen voor de veiligheid, bijvoorbeeld als ze ongehoorzaam worden”, aldus prof. dr. Philip Brey, hoogleraar Filosofie van de Techniek aan de Universiteit Twente en projectleider van SIENNA. “Bij menselijke genetica moet je denken aan vraagstukken over of we vinden dat ouders moeten kunnen beslissen over bijvoorbeeld het geslacht of bepaalde karaktereigenschappen voor kun kind. Human enhancement gaat over de vraag welke technologische verbeteringen aan het menselijk lichaam we wel en niet acceptabel vinden. Kunnen we straks supermensen worden en wat betekent dat voor ons leven en voor onze manier van samenleven met anderen?”

Al die ontwikkelingen moeten in overeenstemming worden gebracht met onze waarden en belangen. Brey: “Door bijvoorbeeld ethische codes en richtlijnen, wet- en regelgeving en onderzoeksprotocollen kunnen we zorgen dat bij de ontwikkeling van nieuwe technologieën mensenrechten worden gerespecteerd. Denk daarbij aan aspecten van vrijheid, privacy, gelijkheid, menselijke autonomie en waardigheid.”

Samen met stakeholders worden in het project de ethische consequenties van de technologische ontwikkelingen in kaart gebracht. Experts duiden de verwachte ontwikkelingen, zowel van technologie als de maatschappelijke impact. Aan maatschappelijke organisaties en bedrijven wordt gevraagd naar hun mening, en ook worden er liefst elfduizend interviews in elf landen afgenomen, waarin inwoners wordt gevraagd naar hun mening over deze technologieën.

Impact wereldwijd

De onderzoekers beperken hun onderzoek niet alleen tot Europa, maar kijken ook buiten de grenzen van het continent. Brey: “Dit onderwerp is daar bij uitstek geschikt voor. Het is interessant om te kijken hoe het buiten Europa geregeld is en wat opinies zijn. De voorstellen die we binnen dit project doen, zijn universeler dan louter Europese kaders.”

Europese innovatiesubsidie

Het project ontvangt een subsidie van circa vier miljoen euro uit het Europese Innovatieprogramma Horizon 2020. De Universiteit Twente is project-coördinator en zet expertise in vanuit de diverse disciplines: Naast de vakgroep Wijsbegeerte van prof. dr. Brey zijn ook onder meer de vakgroepen Governance and Technology for Sustainability en Human Media Interaction nauw betrokken bij het onderzoek.

De overige partners in het project zijn: Uppsala University (Zweden), Helsinki Foundation for Human Rights (Polen),  Harvard University (VS) European Network of Research Ethics Committees,  Trilateral Research Ltd. (Verenigd Koninkrijk), University of Granada (Spanje), Ionian University (Griekenland), Federal University of Rio de Janeiro (Brazilië), Dalian University of Technology (China), French National Centre for Scientific Research (Sciences Po) (Frankrijk), Chuo University (Japan) en University of Cape Town (Zuid-Afrika).  Het project wordt ook gesteund door onder meer IEEE, ACM, EURobotics, World Health Organisation, Human Genome Organisation, ALLEA (all European Academies) en Council of Europe.

L.P.W. van der Velde MSc (Laurens)
Woordvoerder College van Bestuur (CvB)