Zowel de leesvaardigheid als het leesplezier van Nederlandse 15-jarigen is in de afgelopen jaren gedaald. De prestaties van deze leerlingen in wiskunde en natuurwetenschappen zijn op gelijk niveau gebleven. Dit blijkt uit het internationale trendonderzoek PISA-2018 (Programme for International Student Assessment), waarvan de resultaten vandaag bekend zijn gemaakt.
Wereldwijde vergelijking
PISA meet elke drie jaar wereldwijd de prestaties en het welbevinden van 15-jarigen in het voortgezet onderwijs. PISA-2018 is in Nederland uitgevoerd door de Universiteit Twente, het Expertisecentrum Nederlands en KBA Nijmegen in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en gefinancierd door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Nathalie Maassen en Martina Meelissen (coördinerend projectleider) van de vakgroep OMD van de Faculteit BMS zijn verantwoordelijk geweest voor de uitvoering van PISA door de Universiteit Twente.
Leesvaardigheid afgenomen
Van alle 77 landen die aan PISA-2018 hebben deelgenomen, hebben 23 landen een hogere score voor leesvaardigheid behaald dan Nederland. In Nederland is de leesvaardigheid tussen 2015 en 2018 gedaald. Deze afname zien we niet terug in de gemiddelde score van de 35 OESO-landen waarmee Nederland over de jaren heen vergeleken kan worden.
In alle voorgaande PISA-metingen zaten Nederlandse leerlingen voor leesvaardigheid nog boven dit OESO-gemiddelde. In 2018 is er echter geen verschil meer.
Onvoldoende geletterd
In Nederland is bijna een kwart van de leerlingen onvoldoende geletterd in lezen. Dit is niet hetzelfde als laaggeletterd, maar betekent dat een leerling onvoldoende is toegerust om als zelfstandige en mondige burger deel te nemen aan de huidige samenleving. Nederlandse leerlingen blijken meer moeite te hebben met het evalueren van en reflecteren op teksten dan leerlingen uit OESO-landen. Nederland scoort echter hoger dan het OESO-gemiddelde op het onderdeel informatie zoeken. Tussen Nederland en de OESO is er geen verschil in de gemiddelde vaardigheid in het onderdeel het begrijpen van teksten.
Niveau wiskunde en natuurwetenschappen gelijk gebleven
Van alle PISA-deelnemers zijn zes landen beter in wiskunde en elf landen beter in natuurwetenschappen dan Nederland. Het Nederlandse niveau in deze vakken is in de afgelopen drie jaar gelijk gebleven. Vijftienjarigen presteren zowel in wiskunde als in natuurwetenschappen boven het OESO-gemiddelde. Binnen de OESO scoren bijvoorbeeld alleen de Japanse leerlingen hoger dan de Nederlandse leerlingen in wiskunde.
Meisjes betere lezers en beter in natuurwetenschappen dan jongens
Meisjes zijn nog steeds betere lezers dan jongens. Dit geldt niet alleen voor Nederland maar voor alle PISA-landen. In 2018 zijn de prestaties in natuurwetenschappen van jongens in Nederland erop achteruitgegaan. Doordat de prestaties van meisjes gelijk zijn gebleven, hebben meisjes in 2018 voor de eerste keer beter gepresteerd in natuurwetenschappen dan jongens. Evenals in PISA-2015, zijn er in PISA-2018 geen sekseverschillen in wiskundeprestaties. De prestaties op de PISA-toets hangen samen met de gezinsachtergrond van leerlingen: hoe lager het opleidingsniveau van de ouders, hoe lager de leerlingprestaties in lezen, wiskunde en natuurwetenschappen.
Weinig plezier in lezen
Het leesplezier van Nederlandse leerlingen is lager dan in alle andere landen en is in de afgelopen negen jaar afgenomen. Ongeveer 60% van de Nederlandse leerlingen leest alleen als het moet of om informatie op te zoeken. Bijna de helft van de 15-jarigen vindt lezen tijdverspilling. Voor slechts een vijfde van de leerlingen is lezen een van de favoriete hobby’s. Meisjes zijn niet alleen betere lezers, maar vinden lezen ook leuker dan jongens.
Tevreden met het leven
Nederlandse leerlingen geven hun leven gemiddeld een 7,5 op de PISA-tevredenheidsschaal van 0 tot 10. Dit is hoger dan in de OESO-landen, waar de 15-jarigen hun leven gemiddeld met een 7,0 beoordelen. Meisjes geven hun leven in Nederland een 7,2 en jongens een 7,8. Ruim 60% van de Nederlandse leerlingen vindt dat hun leven een duidelijke betekenis of duidelijk doel heeft en dat zij helder voor ogen hebben wat betekenis geeft aan hun leven. Het merendeel van de Nederlandse leerlingen maakt gemakkelijk vrienden en voelt zich thuis op school. Ook voelt ruim 90% van de Nederlandse leerlingen zich gesteund door hun ouders.
Over PISA
PISA-2018 is in Nederland uitgevoerd door de Universiteit Twente, het Expertisecentrum Nederlands en KBA Nijmegen in opdracht van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en gefinancierd door het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO). Dankzij de medewerking van scholen en docenten hebben bijna 5000 Nederlandse leerlingen in het voorjaar van 2018 de digitale PISA-toets gemaakt. De uitkomsten van PISA-2018 zijn representatief voor 15-jarigen in het voortgezet onderwijs in Nederland.
Het volledige Nederlandse rapport is te lezen op de website van PISA. Op de website van de OECD is de internationale vergelijking te vinden.