Onderzoekers aan de Universiteit Twente inventariseren schade bij rampen met een nieuwe methode. Een op afstand bestuurbare drone met daarop een normale camera, maakt grote aantallen foto’s van een gebouw. Daaruit ontstaat een 3D-model, een puntenwolk waaruit de onderzoekers geometrische informatie kunnen aflezen. De drone kan worden ingezet bij natuurrampen of terroristische aanslagen. Om schade te inventariseren aan belangrijke infrastructurele plekken, zoals overheidsgebouwen, ziekenhuizen, vliegvelden of bruggen.
Dr. Norman Kerle is onderzoeker aan de faculteit ITC van de Universiteit Twente: “Met de drone controleren we de buitenkant van het beschadigde gebouw. We gebruiken een op afstand bestuurbare multicopter met zes rotoren. Deze maakt enorm veel foto’s die we samenvoegen tot een 3D puntenwolk. Hieruit lezen we geometrische informatie af. Dit beeld is zo gedetailleerd dat je kleine scheuren, gaten, scheve muren en puin kunt herkennen. Met sensoren in gebouwen of satellieten lukt dit niet. We analyseren de informatie om een objectieve inschatting te maken van de schade. Met de drone kan zelfs ‘onzichtbare’ schade worden vastgesteld. Zoals verschuiving of scheefzakken van muren over vervormingen van het dak. Bij een aardbeving kan dit soort schade ervoor zorgen dat een gebouw bij naschokken instort.”
Huidige situatie
Bij een ramp inspecteert men op het moment gebouwen via satellietgegevens en met behulp van inspecteurs. Maar er is een tekort aan ervaren inspecteurs en deze inspectie kost veel tijd. Daarnaast kan de faciliteit ondertussen niet gebruikt worden. Dat is zeer onwenselijk bij belangrijke gebouwen zoals ministeries, ziekenhuizen, politiebureaus en bruggen of tunnels die bijvoorbeeld voor hulpdiensten toegankelijk moeten zijn.
Voordelen
Inspectie met de drone werkt sneller, efficiënter, goedkoper en objectiever dan de huidige methodes. Kerle: “Met satellieten zie je alleen het dak van het gebouw, als inspecteur zie je het gebouw alleen vanaf de grond en met de drone zie je de gehele buitenkant inclusief het dak.” Doordat de juiste informatie snel beschikbaar is, kunnen levens worden gered. Hulp, noodmaatregelen en maatregelen voor wederopbouw kunnen sneller en preciezer worden ingezet. Er wordt sneller vastgesteld wanneer een gebouw wél veilig is, waardoor het gebouw eerder gebruikt kan worden voor belangrijk werk. Ook op lange termijn werkt de methode kostenbesparend doordat precies duidelijk is waar een gebouw reparatie nodig heeft.
Kerle: “In Italië hebben we de methode getest op gebouwen die zijn beschadigd tijdens een aardbeving. We kwamen tot een gedetailleerd driedimensionaal geometrisch informatiemodel waaruit we heel gedetailleerd schade kunnen aflezen.” Kerle en zijn collega dr. Markus Gerke doen vervolgonderzoek om een algoritme te ontwikkelen dat precies vertelt welke gedeeltes van een gebouw veilig zijn en welke niet.
RECONASS
De methode is onderdeel van een groot Europees project genaamd RECONASS, medegefinancierd door de Europese Commissie. De Faculteit Geo-Informatie Wetenschappen en Aardobservatie (ITC) van de Universiteit Twente richt zich op de schade aan de buitenkant van gebouwen met behulp van de drone. Het ITC werkt samen met negen partners, allemaal ingenieurs. Zij doen onderzoek naar de binnenkant van gebouwen met behulp van draadloze sensornetwerken. De combinatie van deze technieken zorgt voor een zo compleet mogelijke inschatting van de schade.