HomeNieuwsLedenverlies politieke partijen bijna twee procent per jaar

Ledenverlies politieke partijen bijna twee procent per jaar Grootschalig onderzoek dalende ledenaantallen politieke partijen in West-Europa vanaf 1960

De laatste decennia hebben politieke partijen in West-Europa structureel leden verloren. Tussen 1960 en 2010 gaat het gemiddeld om 1,9 procent per jaar, zo blijkt uit onderzoek van Ann-Kristin Kölln van onderzoeksinstituut IGS van de Universiteit Twente. Opvallend hierbij is dat de kaalslag het sterkst is bij partijen die voor 1945 zijn opgericht. Bij ‘groene partijen’ is de daling juist weer veel minder sterk. Het gevolg van de daling: de partijorganisaties nemen meer personeel in dienst, zijn sterker afhankelijk van overheidsfinanciering en richten zich met name op de verkiezingen en veel minder op de periodes daartussen. Kölln promoveert op 21 februari op haar onderzoek.

Dat politieke partijen in Nederland leden verliezen is al langer bekend. Niet eerder was het dalende ledental van individuele politieke partijen in West-Europese landen echter op grote schaal onderzocht over een langere periode. Politicoloog Ann-Kristin Kölln van de Universiteit Twente heeft de afgelopen jaren de ledenaantallen van 47 politieke partijen in Denemarken, Duitsland, Groot-Brittannië, Nederland, Noorwegen en Zweden tussen 1960 en 2010 onder de loep genomen. Ze keek hierbij hoe de partijen omgaan met de dalende ledenaantallen.

1,9 procent
Uit het onderzoek komt naar voren dat het ledenaantal van de politieke partijen gemiddeld met 1,9 procent per jaar daalde. Dat komt neer op een gemiddelde daling van ruim veertig procent over vijftig jaar. Circa 75 procent van de bestudeerde partijen ondervindt een aanzienlijk verlies van leden. De daling was het sterkst in Nederland, Zweden en Denemarken. Wat verder opvalt is dat de daling het minst sterk is bij de ‘groene partijen’ en het sterkst bij ‘oudere’ politieke partijen (partijen die voor 1945 zijn opgericht). De dalende trend lijkt daarmee een onderdeel van de levenscyclus van partijen: hoe beter partijen gevestigd zijn in een politiek systeem, hoe meer leden ze verliezen.

Afhankelijker van overheidsfinanciering
Door de daling van het aantal leden, en daarmee het wegvallen van een groot leger vrijwilligers en financiers, stonden de partijorganisaties de afgelopen decennia voor zowel financiële als organisatorische uitdagingen. In reactie daarop hebben politieke partijen meer personeel in dienst genomen (dat minder betaald krijgt). Verder zijn lokale kantoren gesloten en zijn de partijorganisaties steeds sterker afhankelijk geworden van overheidsfinanciering. Daarnaast richten partijorganisaties hun werk in toenemende mate op de verkiezingen en minder op de periodes daartussen. Het gevolg hiervan is volgens Kölln dat de georganiseerde participatie afneemt en dat politieke partijen zich meer focussen op representatie van kiezers dan op participatie.

Een van de aanbevelingen van de onderzoekster om te voorkomen dat politieke partijen op participatiegebied te ver af komen te staan van de burger, is dat je de financiering van de partijen niet alleen afhankelijk moet maken van het aantal kiezers, maar ook van het aantal leden. Nederland is het enige land van de onderzochte zes landen waar dit al het geval is.

Onderzoek
Ann-Kristin Kölln voerde haar promotieonderzoek uit in de vakgroep Public Administration van onderzoeksinstituut IGS van de Universiteit Twente. Ze werd hierbij begeleid door de hoogleraren Kees Aarts en Jacques Thomassen. Het onderzoek is mede mogelijk gemaakt door de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek (NWO). Vanaf mei gaat Kölln, met behulp van een beurs uit het FAS Marie Curie International Postdoc Fellowship Programme, aan de slag als postdoc onderzoeker aan de Universiteit van Göteborg (Zweden).