HomeNieuwsUniversiteit op walvisjacht

Universiteit op walvisjacht Sensortechnologen nemen duiklessen voor nieuw onderzoek

Normaal gesproken houden de onderzoekers van de vakgroep Pervasive Systems van de Universiteit Twente zich bezig met onderzoek naar en de ontwikkeling van sensornetwerken. Voor de experimenten die deze week starten hebben ze echter duiklessen moeten nemen. Ze ontwikkelen namelijk een sensorplatform voor diepzeecommunicatie dat oliepijpleidingen kan controleren, milieuverontreiniging kan ontdekken en walvissen op kan sporen. Deze week starten de eerste echte tests; nog niet op de bodem van de oceaan, maar in het duikcentrum DiveWorld in Enschede.


De olieramp in de Golf van Mexico in 2010 heeft wel aangetoond hoe belangrijk het kan zijn om tijdig de juiste informatie over wat er op de bodem van de zee afspeelt boven water te krijgen. Binnen het onderzoeksproject CLAM werken onderzoekers van het onderzoeksinstituut CTIT van de Universiteit Twente daarom aan de ontwikkeling van een sensorplatform voor diepzeecommunicatie. De technologie die ze ontwikkelen kan worden ingezet om de kwaliteit van oliepijpleidingen te controleren, milieuverontreiniging op zee te ontdekken, scheepverkeer in grote havens te monitoren en om walvissen op te sporen (bij boorplatformen wordt normaliter het werk tijdelijk neergelegd als er walvissen in de buurt zijn).

De onderzoekers ontwikkelen sensormodules die niet alleen verschillende metingen kunnen uitvoeren (zoals metingen naar de CO2-concentratie in het water en naar de bron van specifieke geluiden), maar die de meetgegevens ook digitaal kunnen verwerken en die met elkaar kunnen communiceren om meetgegevens naar de oppervlakte te krijgen.

Aanstaande vrijdag vinden in duikcentrum DiveWorld in Enschede de eerste praktijkexperimenten met de sensormodules plaats. De onderzoekers kijken onder meer of de verschillende modules de juiste gegevens meten, de gegevens correct verwerken en of ze de informatie goed met elkaar kunnen delen. De tweede serie experimenten vindt later dit jaar plaats in een ondiepe fjord voor de kust van Noorwegen. In mei 2013 wordt het systeem voor het eerst op open zee, op een diepte van 300 meter, getest.

Het onderzoek vindt plaats binnen het onderzoeksinstituut CTIT. Dit gebeurt onder leiding van prof. dr. ing. Paul Havinga en dr. ir. Nirvana Meratnia van de vakgroep Pervasive Systems. De onderzoekers werken hierbij samen met drie Italiaanse Universiteiten, Sintef (de 'Noorse TNO'), het Noorse bedrijf Kongsberg en het Nederlandse bedrijf Microflown.


Noot voor de pers:

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Joost Bruysters (053 489 2773 / 06 1048 8228) of Janneke van den Elshout (053 489 5432 / 06 1395 0017).