HomeNieuwsSensorpak maakt thuismonitoring patiënten met beroerte eindelijk mogelijk

Sensorpak maakt thuismonitoring patiënten met beroerte eindelijk mogelijk

Voortaan is het mogelijk de bewegingen van patiënten met een beroerte tijdens hun dagelijkse leven nauwkeurig in beeld te brengen en te analyseren. Dit is mogelijk dankzij een nieuw pak uitgerust met 41 sensoren en de infrastructuur om alle gegevens te verzenden, op te slaan en te verwerken. Met deze technologie en informatie kun je het revalidatietraject verbeteren en de zorgkosten verminderen.

Bart Klaassen, die samen met een internationaal team van engineers en zorgprofessionals het systeem ontwikkelde, promoveert op 30 november aan de Universiteit Twente op zijn onderzoek. “De technologie is er eindelijk klaar voor.”

Jaarlijks krijgen in Nederland ongeveer 45.000 Nederlanders een beroerte; wereldwijd ging het in 2010 zelfs om 33 miljoen mensen. Met de toenemende vergrijzing is het logisch dat deze getallen de komende jaren verder zullen stijgen. Mensen die een beroerte overleven, kampen vaak met lichamelijke beperkingen. Het doel van het revalidatieprogramma dat doorgaans volgt, is om patiënten zo goed mogelijk te laten functioneren in hun dagelijks leven. In de praktijk vindt de revalidatie echter voornamelijk plaats in de revalidatiekliniek en is er onvoldoende zicht op hoe de patiënt na afloop van het traject in zijn thuisomgeving met zijn beperkingen omgaat. Dit terwijl bekend is dat kennis over het dagelijks functioneren van deze mensen kan leiden tot een betere revalidatie tegen lagere kosten. UT-promovendus Bart Klaassen ontwikkelde, binnen een FP7 Europees onderzoeksproject, met een groot team een systeem waarmee je de kwaliteit van bewegen van deze patiënten nauwkeurig kunt meten en modeleren en waarmee je de relevante gegevens kunt doorsturen naar de therapeut. Het is het eerste project wereldwijd waarin onderzoekers met een dergelijk systeem de volledige bewegingen van deze patiënten kunnen analyseren in een thuisomgeving. “Er was al lange tijd grote behoefte aan een dergelijk systeem, maar de technologie was er simpelweg nog niet klaar voor,” vertelt Klaassen. “Dat is momenteel snel aan het veranderen, dankzij razendsnelle ontwikkelingen op het gebied van batterijtechnologie, wearables, smart e-textiles en big data analyse.” 

41 sensoren

Samen met een groot consortium, bestaande uit engineers en zorgprofessionals, ontwikkelde Klaassen het INTERACTION System. Dit bestaat uit een pak dat deelnemers aan het onderzoek gedurende drie maanden onder hun kleding moesten dragen en de volledige technische infrastructuur die de data verstuurt, opslaat en verwerkt. Het pak bevat maar liefst 41 sensoren, waaronder sensoren op een groot aantal lichaamssegmenten, sensoren die de spierkracht meten, streksensoren op de rug en de handen en krachtsensoren in de schoenzool. Verder is het pak uitgerust met een draagbare zender die alle informatie via internet kan verzenden naar dataverwerkingsservers op de Universiteit Twente.

Binnen zijn promotieonderzoek heeft Klaassen aangetoond dat het systeem in de praktijk functioneert. “We hebben onder meer laten zien dat het verzenden van alle informatie goed lukt en ook efficiënt is. We zijn er in geslaagd om alle relevante bewegingen te modelleren en de voor de therapeut relevante data er uit te filteren. Ons project heeft nieuwe technieken en methodes geleverd die het mogelijk maken om patiënten gedurende lange tijd thuis te kunnen monitoren en verschillen met gestructureerde klinische metingen in kaart te brengen. Momenteel doen we extra onderzoek om definitief conformatie te geven op het bewijs van een optimale begeleiding van de revalidatie met behulp van deze methodes.“

Bij de ontwikkeling van het systeem maakten Klaassen en het team gebruik van een user centred design-aanpak. Op deze manier konden ze steeds feedback van de betrokken patiënten meenemen in de ontwikkeling van het systeem. Ook werden in een vroeg stadium andere relevante partijen, zoals verzekeraars en zorgprofessionals, bij het ontwerp en het onderzoek betrokken. 

Promotie

Binnen zijn promotieonderzoek werkte Klaassen nauw samen met wat hij noemt ‘de wereldtop op het gebied van revalidatietechnologie’. Zo waren het Zwitserse revalidatiecentrum Cereneo A.G, het neuroklinische onderzoeksinstituut van het ziekenhuis in Zurich en Roessingh Research en Development B.V. intensief betrokken bij het project. Klaassen voerde zijn onderzoek uit binnen de vakgroep Biomedical Signals and Systems van UT-onderzoeksinstituut MIRA. Op woensdag 30 november verdedigt Klaassen om 16:30 uur zijn proefschrift in de Prof. G. van Berkhoff-zaal van gebouw de Waaier op de campus van de Universiteit Twente. Momenteel is Klaassen werkzaam als coördinator bij het tech4People BMS-lab van de UT.