Vele UT’ers hebben met grote belangstelling het commissiedebat van de commissie Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de Tweede Kamer met de Minister van OCW van donderdag 15 juni over internationalisering in het hoger onderwijs gevolgd of daarover gelezen in de media. Zoals we in eerdere berichten reeds aangaven, is het een belangrijk onderwerp voor ons als universiteit: zowel vanwege het grote aantal, en zeer gewaardeerde, internationale medewerkers en studenten in onze gemeenschap als de waarde die we hechten aan internationalisering voor onderwijs, onderzoek en valorisatie.
In het debat bleek dat er zeker oog is voor diverse aandachtspunten die we als UT op verschillende wijzen, samen met andere universiteiten, hebben ingebracht. Dit betreft onder andere: (1) de toegevoegde waarde van internationalisering van het hoger onderwijs voor Nederland, (2) de krapte op de arbeidsmarkt in het ICT- en beta-/techniekdomein en (3) de unieke positie van universiteiten in grensregio’s. Het zijn situaties die vragen om maatwerk. De uitzonderingen hierbij wil de minister scherp formuleren, zo zei hij. Het werd duidelijk dat de Tweede Kamer maar beperkt ruimte wil laten voor uitzonderingen. Dat is voor ons als UT-gemeenschap spannend. Zoals we eerder al zeiden: het komt aan op de detailuitwerking.
Die verdere uitwerking hiervan zal plaatsvinden in bestuurlijke afspraken tussen de minister en de hogeronderwijsinstellingen en in wetgeving. De minister gaf aan het belangrijk te vinden om de toegankelijkheid van het hoger onderwijs voor Nederlandse studenten te waarborgen en te zorgen dat de Nederlandse taal een prominentere plek krijgt in het hoger onderwijs.
De gesprekken met de hogeronderwijsinstellingen om te komen tot bestuurlijke afspraken zullen ook in de komende periode worden vervolgd. Als UT zijn we daarin nauw betrokken, waarbij we voortdurend het belang van internationaal talent voor de Nederlandse samenleving benadrukken. Evengoed denken we na en mee over manieren om bij te dragen aan een goede balans tussen internationalisering en toegankelijkheid en over de manieren waarop beide elementen elkaar kunnen versterken.
Minister Dijkgraaf gaf in het debat aan op korte termijn met een wetsvoorstel te willen komen met daarin de wettelijke instrumenten om internationalisering in goede banen te leiden. Het voornemen is dit wetsvoorstel in concept gereed te hebben half juli, waarna betrokkenen tijd krijgen om hun zienswijze in te dienen. Het is de bedoeling dat deze instrumenten dan vanaf het collegejaar 2025-2026 kunnen worden ingezet.
In de komende periode blijven we niet alleen inzetten op dit thema in de bestuurlijke overleggen, maar zorgen we ook dat we binnen de universiteit werken aan een gedegen aanpak. Dat doen we in nauw overleg met de betrokkenen binnen de faculteiten en diensten. In de tussentijd houden we je met berichtgeving als deze op de hoogte als er nieuwe ontwikkelingen zijn. Uiteraard kun je ook altijd terecht bij je leidinggevende of studieadviseur als je vragen hebt.