Het is steeds drukker in de ziekenhuizen, er is niet genoeg personeel, én de kosten in de zorg lopen op. Zonder maatregelen wordt de zorg onbetaalbaar. Het moet daarom efficiënter, maar zónder dat de kwaliteit van de zorg achteruit gaat. Dat kan door slim te innoveren. Hoogleraar Data Driven Health Services Research prof. Carine Doggen doet aan de Universiteit Twente (faculteit BMS en het TechMed Centre) en in Rijnstate Ziekenhuis onderzoek naar nieuwe technologieën. Denk aan slimme pleisters en zorg op afstand. Begin maart gaf ze haar inaugurele rede aan de UT.
Het apparaatje is zo groot als een luciferdoosje en het kan ervoor zorgen dat een patiënt in het ziekenhuis eerder naar huis kan. Deze zogenoemde ‘slimme pleister’ monitort de hartslag, de ademhaling en activiteit van de patiënt en geeft dit automatisch door aan verpleegkundigen. Hoogleraar Carine Doggen van de onderzoeksgroep Health Technology and Services Research van de Universiteit Twente zegt dat zogenoemde ‘twijfelpatiënten’ op de Acute Opname Afdeling hiervan zouden kunnen profiteren. Dit zijn patiënten waarvan nog niet duidelijk is of een ziekenhuisopname nodig is. Laten de hartslag en ademhaling zien dat het slecht gaat met de patiënt? Dan volgt opname op een andere afdeling in het ziekenhuis. Is de patiënt stabiel? Dan kan deze wellicht naar huis en bespaart het ziekenhuis een relatief kostbare opname. Ook andere patiënten profiteren hiervan: mensen die een maagverkleining ondergaan kunnen met een pleister nog dezelfde dag naar huis. Verplegend personeel houdt dan op afstand een oogje in het zeil via gegevens op beeldschermen in het ziekenhuis en heeft zo nodig telefonisch contact met de patiënt.
Doggen onderzoekt ook andere technologieën voor zorg op afstand. Zo vullen patiënten met een chronische nierziekte zelf gegevens in op een app, denk aan bloeddruk, gewicht en klachten. Hierdoor hoeven de patiënten minder vaak voor controle terug naar het ziekenhuis. Dit zogenoemde virtuele zorgcentrum van het ziekenhuis Rijnstate in Arnhem bestaat nu twee jaar en als hoogleraar doet Doggen onderzoek naar de effecten ervan, en de ervaringen van patiënten en personeel.
Het onderzoek van Doggen draait niet alleen maar om de inzet van technologie. Ze kijkt bijvoorbeeld ook naar de effecten van een zogenoemd multidisciplinair overleg. Hierbij komen medisch specialisten uit verschillende vakgebieden samen om te bespreken of een patiënt met meerdere ziekten wel een risicovolle operatie moet ondergaan. Wellicht zijn er alternatieven voor zo’n ingreep zoals fysiotherapie of pijnbehandeling.
Hameren op efficiëntie
Al jaren hameren we op de efficiëntie van de zorg, met resultaat. Doggen noemt als voorbeeld iemand die een hartaanval heeft. Een patiënt verbleef vroeger weken in het ziekenhuis, nu is dat slechts enkele dagen. Maar toch is de druk in ziekenhuizen veel groter dan toen, aldus Doggen. Er is schaarste aan bedden en schaarste aan personeel. Een reden daarvoor is dat we steeds ouder worden, er zijn meer chronisch zieken en meer mensen met complexe ziekten. “Die druk is in het ziekenhuis al lang voelbaar”, zegt Doggen. “Gezonde mensen merken daar doorgaans weinig van, totdat ze iets krijgen en horen dat er een wachtlijst is voor de behandeling.”
Veranderingen voor patiënt en personeel
Een kortere tijd in het ziekenhuis verblijven is een manier om tijd en kosten te besparen, en bedden vrij te houden voor mensen die het echt nodig hebben. Heeft dit alleen maar voordelen voor het ziekenhuis? Beslist niet, zegt Doggen. “Mensen wíllen doorgaans ook snel naar huis. Ze slapen daar beter, hoeven niet vroeg wakker te zijn, kunnen eten wat ze willen en in het algemeen zijn mensen er actiever.”
Ook voor het zorgpersoneel verandert de zorg. Zij moeten leren omgaan met nieuwe technologieën en hebben op een andere manier contact met patiënten. “Wij onderzoeken wat hun ervaringen zijn”, zegt Doggen. “Sommige verpleegkundigen vinden het geweldig, andere vinden het niets. Aan de ene kant hoor ik dat een videogesprek met patiënten fijn is doordat er minder afleiding is en daardoor meer focus op de patiënt. Van anderen hoor ik juist dat verpleegkundigen bepaalde zaken missen via een videoverbinding.”
Digitale vaardigheden
Je kunt als innovator de meest vooruitstrevende zorgtechnologie introduceren, uiteindelijk valt of staat het met hoe de gebruikers ermee omgaan. Een cruciaal punt zijn de digitale gezondheidsvaardigheden. Doggen beaamt dat het een deel van de patiënten niet lukt om met apps, met sensoren en met videoverbindingen om te gaan en zo zorg op afstand te ontvangen. “Het is belangrijk dat het zorgpersoneel dat herkent”, zegt ze. Soms is dat nog te ondervangen met ondersteuning. De onderzoekers ontwikkelen hiervoor trainingen, in samenwerking met Windesheim Hogeschool en het ziekenhuis Isala in Zwolle en het Drenthe College.
Drempels voor innovatie
Naast de zorgpraktijk, ziet Doggen ook de ontwikkelaars die de gezondheidszorg efficiënter proberen te maken. En ook daar is verbetering mogelijk. Aan de innovatiekant denken ingenieurs of onderzoekers te gemakkelijk dat verzorgend personeel er wel extra handelingen of trainingen bij kunnen doen. Toch ontbreekt hiervoor vaak de tijd. Ze noemt het voorbeeld van artsen die ‘even’ bij een nieuwe digitale omgeving moeten inloggen om bij patiëntgegevens te komen. “Je ziet dat dit niet gebeurt. Artsen hebben het druk, er is nauwelijks tijd voor ze om zoiets uit te zoeken”, zegt Doggen.
Zelf liep Doggen ook tegen de complexiteit van de medische praktijk aan. Ze vertelt over de introductie van de eerder genoemde slimme pleister, die patiënten in het ziekenhuis ‘alleen maar even op de borst hoeven te plakken’. “De uitdaging begon al bij het oppikken van het draadloze signaal van die pleister”, zegt ze. “Het bleek dat er extra ontvangers nodig waren in het ziekenhuis. Goed, dan installeer je die. Maar niet iedere ruimte had genoeg stopcontacten. Konden we dat dan in het plafond oplossen? Ja, maar daarvoor moest de vleugel een week dicht. En dat kon niet.” Het illustreert dat theorie en de praktijk in het ziekenhuis soms behoorlijk uit elkaar lopen.
Bruggen slaan
Doggen begeeft zich als onderzoeker op het terrein tussen de kliniek en de universiteit, ze wil ook graag de brug zijn tussen die twee werelden. Dat kan door veel te praten met mensen uit beide gebieden en ze met elkaar in contact te brengen. Ingenieurs moeten wat haar betreft ook zoveel mogelijk ‘in het veld zijn’ om erachter te komen wat de behoeftes zijn.
“Het moeilijkste van innovatie is misschien wel de neuzen dezelfde kant op krijgen”, zegt Doggen. “Wij merken een zekere terughoudendheid tegenover nieuwe dingen in het ziekenhuis. Je hoort dan op voorhand: ‘zorg op afstand, dat kán toch helemaal niet?’ Ja, dat kan in sommige gevallen wel. Alleen moeten we iedereen het nut ervan laten inzien, en misschien moeten mensen wel wennen aan het idee. Ook is het belangrijk dat ze kunnen meedenken over hoe dit het beste kan.”
Als de neuzen dezelfde kant op staan, dan verbaast Doggen zich soms over hoe snel innovaties gaan. “Waar bijvoorbeeld specialisten eerst heel voorzichtig zijn over zorg op afstand, komt er een punt dat ze het idee omarmen. Daarna merk je dat de artsen soms sneller willen gaan dan wijzelf. Ze vragen dan of dit ook zou kunnen werken bij andere aandoeningen of patiëntgroepen. Dat is heel bijzonder, er is dan een echte verandering geweest.”
Meer informatie
Prof. dr. Carine Doggen is sinds juni 2020 als hoogleraar Data Driven Health Services Research werkzaam bij de Universiteit Twente. Haar inaugurele rede vond op 2 maart 2023 plaats.