De UT participeert in het vierjarige Horizon 2020 EBIO-project. Dit project richt zich op de opwaardering van vloeibaar gemaakte biomassa tot waardevolle brandstoffen voor het wegvervoer. Het project heeft een looptijd van 4 jaar met een budget van ruim 4 miljoen Euro. De innovatieve ambities van dit Europese project dragen bij aan doelen die de Verenigde Naties hebben gesteld op het gebied van duurzaamheid en een circulaire economie.
Prof. dr. Guido Mul: “Biobrandstoffen zijn duurzame alternatieven voor fossiele brandstoffen, waarvan het gebruik de CO2-emissie ten gevolge van vervoer aanzienlijk kan verminderen. De deelname van de UT aan dit project betekent dat we bijdragen aan de ontwikkeling van technologieën om schone en betaalbare biobrandstoffen te produceren, en dat onze samenwerking met de Biomass Technology Group BV – BTG, gevestigd in Enschede, wordt versterkt." Dr. Bastian Mei is verantwoordelijk voor de coördinatie van het werk.
Overgang naar een koolstofarme economie
Het project draagt bij aan de overgang naar een economie die minder afhankelijk is van fossiele grondstoffen. De te onderzoeken concepten kunnen niet alleen een bijdrage leveren aan een versnelde productie van duurzame en hernieuwbare transportbrandstof, maar ook aan de beperking van de kosten ervan.
Rol van de UT
Als een van de twee universiteiten die bij EBIO betrokken zijn, is de Universiteit Twente grotendeels verantwoordelijk voor de ontwikkeling van elektrodematerialen voor de elektrochemische omzetting van pyrolysevloeistof en bijbehorend inzicht in de optimalisatie van procesparameters. Via een geïntegreerde aanpak voor het hele proces, zal EBIO nieuwe technologie valideren middels een pilootproject op kleine schaal (TRL4). De PCS-groep van prof. dr. Guido Mul, die nauw samenwerkt met de deelnemende bedrijven, kan leren hoe een elektrochemisch proces kan worden opgeschaald tot pilot niveau.
Slechts twee grondstoffen
De focus van het onderzoek is gericht op de elektrochemische omzetting van twee typische, industrieel beschikbare biovloeistoffen: pyrolysevloeistof en lignine. Deze laagwaardige chemicaliën kunnen worden omgezet in groene brandstoffen. Met slechts deze twee grondstoffen is het door succesvolle implementatie van de EBIO-technologie mogelijk jaarlijks ongeveer 60 miljoen ton aan biobrandstoffen te produceren in de Europese landen waar het project wordt uitgevoerd.
Uniek Onderzoek
Het unieke van EBIO is dat in de eerste verwerkingsfase geen waterstof nodig is, dat in de huidige procesvoering wordt toegepast. Daarvoor in de plaats wordt pyrolyse olie elektrochemisch geactiveerd met duurzaam opgewekte elektriciteit, wat resulteert in een verbeterde milieubalans. De experimentele ontwikkeling wordt ondersteund door een brede duurzaamheidsanalyse. Er is goed vooruitzicht dat EBIO bijdraagt aan een verbeterd milieu, de samenleving en de Europese economie.