De Universiteit Twente is een van de wetenschappelijke partners in LNG-ZERO, dat deel uitmaakt van het Nederlandse Masterplan Maritiem, een groot programma gericht op een emissievrije maritieme sector. Het ambitieuze onderzoeksproject heeft onlangs 4,4 miljoen euro toegekend gekregen van de Nederlandse overheid.
Druk op de maritieme sector
Nederland is van oudsher een belangrijke speler in de internationale maritieme handel. Deze sector genereert alleen al zo'n 7,7 miljard euro per jaar; 3,1 procent van het bruto binnenlands product (BBP). De vervoerssector staat echter onder toenemende sociale en politieke druk vanwege de impact van zijn koolstofuitstoot op klimaatverandering. Hoewel de vervoerssector verantwoordelijk is voor 25 procent van de mondiale CO2-eq. emissies, heeft de maritieme sector de laagste CO2-voetafdruk per ton vervoerde goederen per afgelegde kilometer (5-45 g CO2 eq./ton-km). Toch is de maritieme sector verantwoordelijk voor ca. drie procent van alle CO2-eq. emissies op onze planeet en volgens de huidige ramingen kan dit cijfer stijgen tot vijf procent indien geen maatregelen worden genomen om de emissies te verminderen.
De uitdaging is dat een vermindering van de C-intensiteit van zeeschepen niet triviaal is, aangezien de investeringen en de levensduur van grote vrachtschepen aanzienlijk groter zijn dan die van andere vervoerswijzen (bv. auto's en vrachtwagens). Daarom is het voor deze sector van strategisch belang nieuwe alternatieven te ontwikkelen om de C-emissies op een schaalbare en economische manier te verminderen.
Vloeibaar aardgas (LNG), dat hoofdzakelijk bestaat uit methaan, wordt beschouwd als een overgangsbrandstof in de scheepvaartindustrie. Schepen die op LNG varen hebben aanzienlijke voordelen ten opzichte van conventionele schepen die op zware brandstoffen varen, dankzij de verminderde uitstoot van deeltjes na de verbranding en de mogelijkheid om niet-hernieuwbaar LNG te vervangen door biogas. In deze schepen zal het nodig zijn koolstofafvangtechnologieën toe te passen om de CO2-uitstoot te verminderen. Tegelijk is ook de verwijdering van niet-omgezet methaan (CH4-slip) en milieuonvriendelijke NOx-emissies essentieel om bij te dragen tot de energietransitie. Technologieën om deze problemen in bestaande schepen aan te pakken, zijn essentieel op weg naar een duurzame zeevaart.
Ontwikkeling van on-board technologieën
De vakgroepen Catalytic Processes and Materials (CPM) en Sustainable Process Technology (SPT) van de faculteit Science & Technology (TNW) van de Universiteit Twente hebben een financiële bijdrage van ongeveer twee miljoen euro ontvangen voor de ontwikkeling van on-board technologieën voor de katalytische verwijdering van methaan- en stikstofoxide-emissies in combinatie met de diepe afvang en opslag van CO2 in schepen die op vloeibaar aardgas (LNG) varen. Dit vierjarige project zal de innovaties die de Universiteit Twente de afgelopen jaren heeft ontwikkeld op het gebied van emissiebeheersing en C-sequestratietechnologie, dichter bij de eindgebruikers in de scheepvaartsector brengen. De activiteiten met betrekking tot de katalytische omzetting zullen worden geleid door Dr. Jimmy Faria van de CPM-groep, in nauwe samenwerking met de onderzoekstaken op het gebied van CO2-afvang onder leiding van Prof.dr.ir. Wim Brilman van de SPT groep, en de LNG-ZERO consortiumpartners.