HomeNieuwsDaders met wie wordt bemiddeld recidiveren minder
Rechtbank

Daders met wie wordt bemiddeld recidiveren minder

Daders met wie is bemiddeld, recidiveren significant minder dan daders die in het reguliere strafrechtelijke afdoeningstraject zijn terechtgekomen. Dat blijkt uit onderzoek onder leiding van de Universiteit Maastricht en in samenwerking met de Universiteit Twente en het WODC. De resultaten van het onderzoek zijn vorige week gepubliceerd in het Nederlands Juristenblad

Bemiddeling in strafzaken staat inmiddels ook op de Nederlandse politieke agenda. De komende jaren zal waarschijnlijk overal in Nederland (verder) gewerkt worden met mediation in het strafrecht. Van bemiddeling in strafzaken wordt onder meer verwacht dat het beter tegemoetkomt aan de behoeften en wensen van slachtoffers, dat het goedkoper is én dat het efficiënter werkt in termen van recidivereductie dan het klassieke strafrecht.

De Limburgse praktijk

De data voor het onderzoek werden geleverd door het Arrondissementsparket Maastricht/Limburg, waar reeds sinds 1999 wordt bemiddeld in strafzaken. De Maastrichtse/Limburgse strafrechtelijke bemiddelingspraktijk vindt plaats op het niveau van het Openbaar Ministerie. De praktijk bestaat uit directe bemiddeling (face to face contact tussen dader en slachtoffer onder begeleiding van de mediator), indirecte bemiddeling (schriftelijk contact of contact waarbij de mediator letterlijk tussen beide partijen heen en weer pendelt) en semi-bemiddeling (contact tussen dader en officier van justitie met goedkeuring van het slachtoffer dat zelf niet aan de bemiddeling wil deelnemen). Gekeken is naar alle (meer dan 1300) bemiddelingstrajecten tussen 2000 en 2010.

Succesvol

Uit het onderzoek volgt dat circa 70% van de gestarte bemiddelingstrajecten succesvol is, dat wil zeggen: wordt afgesloten met een overeenkomst tussen partijen. In zo’n overeenkomst kunnen afspraken worden gemaakt over herstelwerkzaamheden, schadevergoeding, donaties aan een goed doel, therapie voor de dader etc.

Uit het onderzoek blijkt dat daders met wie is bemiddeld, significant minder recidiveren dan de daders in de controlegroep. De controlegroep bestaat uit daders die volgens het Openbaar Ministerie wel in aanmerking kwamen voor bemiddeling, maar met wie uiteindelijk geen bemiddeling heeft plaatsgehad, omdat dader en/of slachtoffer niet aan de bemiddeling wenste(n) deel te nemen. Het onderzoek toont bovendien aan dat de verschillen in recidive niet kunnen worden verklaard door mogelijke verschillen in sekse, (start)leeftijd, geboorteland, delictstype, -verleden, veroordelingsdichtheid (i.e. het gemiddeld aantal veroordelingen per jaar tijdens de criminele carrière) en het jaar van afdoening van de strafzaak tussen de groepen.

Uit het onderzoek blijkt geen verschil in recidive tussen directe en indirecte bemiddeling – wat op basis van buitenlands onderzoek wel verwacht werd. Semi-bemiddeling laat niet per se een ongunstiger recidivebeeld zien dan directe of indirecte bemiddeling. Semi-bemiddeling lijkt een meerwaarde te hebben ten opzichte van de controlegroep, waarin geen enkele bemiddeling plaatsvindt.

In het onderzoek is ook gebruikgemaakt van cijfers uit een recidive-voorspellingsmodel van de Recidivemonitor van het WODC. Dit model kan voor elke dader in een Nederlandse strafzaak een betrouwbare, voorspelde kans op recidive binnen vier jaar produceren op basis van een aantal statische kenmerken, waaronder sekse, leeftijd, geboorteland, delictstype en delictsverleden. Na vergelijking is gebleken dat de voorspelde recidivekansen in elke groep significant hoger zijn dan de daadwerkelijke recidivepercentages. Het verschil tussen de voorspelde en de werkelijke recidive is ook significant groter in de drie bemiddelingsgroepen dan in de controlegroep.

Dr. Sven Zebel, onderzoeker bij de vakgroep Psychology of Conflict, Risk & Safety aan de Universiteit Twente, maakte onderdeel uit van het onderzoeksteam dat werd geleid door dr. Jacques Claessen van de Universiteit Maastricht. Zebel: "Het onderzoek schept een gunstig beeld van bemiddeling in strafzaken in Limburg: het laat zien dat deze bemiddelingspraktijk gepaard gaat met een lagere kans op recidive onder deelnemende daders . Echter, of bemiddeling daadwerkelijk een lagere recidivekans veroorzaakt weten we nog niet – daarvoor is vervolgonderzoek nodig."

L.P.W. van der Velde MSc (Laurens)
Woordvoerder College van Bestuur (CvB)