HomeNieuwsOratie: ‘Kunstorganen gaan falende organen vervangen’

Oratie: ‘Kunstorganen gaan falende organen vervangen’

Kunstmatige organen van biomaterialen en levende cellen zullen in de nabije toekomst falende menselijke organen vervangen.

Hierdoor worden behandeltechnieken als nierdialyse overbodig en hoeven patiënten niet meer jaren te wachten op een donororgaan. Dat verwacht prof. dr. Dimitrios Stamatialis, hoogleraar (Bio)artificial organs van de Universiteit Twente.

Stamatialis, die op donderdag 8 juni zijn intreerede houdt als hoogleraar van de nieuwe leerstoel, werkt met zijn onderzoeksgroep aan de ontwikkeling van een draagbare kunstnier. Het doel op langere termijn is een implanteerbare kunstnier met levende niercellen. Verder zijn de Twentse wetenschappers bezig met de ontwikkeling van een kunstmatige alvleesklier (voor diabetespatiënten) en kunstlongen (voor COPD-patiënten) met biologische cellen.

Falende organen

Het aantal patiënten met falende organen neemt wereldwijd snel toe. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie WHO is het aantal mensen met diabetes type 2 sinds 1980 bijna verviervoudigd. In 2015 stierven 3 miljoen mensen aan de longziekte COPD. Het aantal patiënten met een nieraandoening ligt met 350.000 tot 3 miljoen weliswaar lager, maar de kosten voor behandeling zijn hoog. Nierdialyse in Nederland bijvoorbeeld kost 90.000 euro per patiënt per jaar.

Transplantatie zou in de meeste gevallen de beste optie zijn, maar de wachttijden voor een donororgaan zijn lang. In Nederland moeten patiënten gemiddeld vier jaar wachten op een nieuwe nier of alvleesklier. Complicerende factoren zijn dat een donornier niet geschikt is voor elke patiënt en dat een alvleesklier pas beschikbaar is na het overlijden van de donor. De situatie is onhoudbaar, vindt Stamatialis. ,,Er is dringend behoefte aan kunstmatige organen die falende organen van patiënten ondersteunen of vervangen.” 

Dialyseapparaat

Onderzoekers van de nieuwe leerstoel (Bio)artificial organs, onderdeel van UT-onderzoeksinstituut MIRA, werken momenteel aan een compact dialyseapparaat, waarmee nierpatiënten zelf kunnen dialyseren op een door hen gekozen plaats en tijdstip. Binnen afzienbare tijd vinden de eerste klinische proeven plaats met deze draagbare apparatuur. Daarnaast zijn de Twentse wetenschappers bezig om de dialysetechnologie aanzienlijk te verbeteren. De bestaande dialysemethode verwijdert alleen kleine, in het bloed opgeloste afvalstoffen uit het bloed. Dat komt overeen met 10 tot 15% van de zuiverende werking van een gezonde nier. Nieuwe filtratietechnologie zorgt ervoor dat ook grotere, aan eiwitten in het bloed gebonden afvalstoffen worden verwijderd.  

Kunstmatige alvleesklier

Voor diabetespatiënten is de komende jaren eveneens een doorbraak te verwachten. De leerstoel (Bio)artificial organs van de Universiteit Twente werkt aan een kunstmatige alvleesklier op zakformaat, die in staat is om de bloedglucosespiegel te reguleren. Patiënten hoeven dan niet meer zelf meerdere keren per dag insuline te spuiten.

De Universiteit Twente werkt bij de ontwikkeling van kunstorganen nauw samen met medische centra in binnen- en buitenland (Utrecht, Maastricht, Nijmegen, Leiden, Groningen en Gent). Naast wetenschapsfondsen dragen patiëntenorganisaties als de Nierstichting, Longfonds en JDRF (diabetes) financieel bij aan de onderzoeken. Het bedrijfsleven, vooral de farmaceutische industrie, blijft achter. ,,Sommige bedrijven richten zich meer op de winstgevendheid op de korte termijn dan op de ondersteuning van innovatieve projecten voor de lange termijn”, zegt Stamatialis. ,,Een van mijn belangrijkste taken als hoogleraar is om ook de industrie te bereiken en onze ideeën meer bekendheid te geven.” 

Intreerede

Prof. Stamatialis spreekt op donderdag 8 juni zijn intreerede uit in de prof.ir. M.P. Breedveldzaal van gebouwde Waaier op de campus van de Universiteit Twente.