HomeEvenementenTentoonstelling Arthur Eger: Less is More / Less is a Bore

Tentoonstelling Arthur Eger: Less is More / Less is a Bore 2 visies op design en grafische vormgeving

Prof. Arthur Eger neemt op 17 september afscheid als UT-hoogleraar en doet dit met een tentoonstelling in Museum TwentseWelle in Enschede. Eger viert daarmee tevens het verschijnen van zijn boek ‘Graphic Design on Paper, Screens, and Products’. In de tentoonstelling worden twee visies op ontwerpen, het modernisme (Less is More) en het postmodernisme (Less is a Bore) tegenover elkaar geplaatst. Naast ontwerpen van beroemde Nederlandse designers, zowel grafisch als industrieel ontwerpers, zullen topstukken te zien zijn van twee Memphis ontwerpers, waaronder Alessandro Mendini, hoofdarchitect van het Groninger Museum.

Less is More

De uitspraak ‘Less is More’ omschrijft een stroming die decoraties en ornamenten afkeurt, een stroming die meestal wordt aangeduid met ‘Modernisme’ of ‘Functionalisme’. Volgens deze visie moet de vormgeving van een product voortvloeien uit de functie: ‘Form Follows Function’. De opvatting werd in het begin onder andere gepropageerd door het Bauhaus. Het Bauhaus was een Duitse opleiding voor kunstenaars, vormgevers en architecten, die bestond van 1919 tot 1932, eerst gevestigd in Weimar, later verhuisde de opleiding naar Dessau. In 1932 was hij nog een jaar in Berlijn gevestigd.

Hoewel de Bauhaus-ontwerpen bestemd waren voor een breed publiek en het de bedoeling was dat ze in massa zouden worden geproduceerd, waren de producten kostbaar en exclusief. In het begin kon alleen een welgestelde elite ze zich permitteren. Pas veel later werd de stroming een succes. Tegenwoordig zijn de HEMA en IKEA hofleveranciers van het Modernisme. 

Less is a Bore

Langzamerhand won het Modernisme steeds meer terrein, totdat het in de zestiger jaren in het Westen de dominante stroming in architectuur, grafische- en industriële vormgeving was geworden. Pas toen begon bij sommige ontwerpers een speurtocht naar eerherstel voor decoraties en ornamenten, met onder andere de Popart, en de toenemende belangstelling voor andere culturen, zoals uit het Verre Oosten en de Derde Wereld. 

Eén van de invloedrijkste stromingen van het Postmodernisme was Memphis. In 1981 schreef Andrea Branzi, een van de oprichters van Studio Alchymia, de voorloper van Memphis, in het Italiaanse design magazine Modo, een pamflet over de doelstellingen van ‘Il Nuovo Design.’ In datzelfde jaar werd door de leden van Studio Alchymia voor het eerst een collectie meubels en gebruiksvoorwerpen geïntroduceerd onder de naam Memphis. 

Memphis-ontwerper George Sowden verklaarde de hernieuwde belangstelling voor decoratie als volgt: “Elektronica is decoratief, speels, kleurrijk (…) decoratief hoort bij elektronica zoals functioneel hoort bij machines.” Daarmee een verband leggend tussen de belangstelling voor decoratie en de groei van het belang van elektronica. 

AKI , de Enschedese School en Stichting De Ark

Een goede illustratie van de visie ‘Less is a Bore’ wordt gegeven door de ‘leden’ van de ‘Enschedese School’. In 1976 richtten de AKI-studenten Kees Maas, Frans Oosterhof, Johan Visser en Willem Wisselink De Enschedese School op, in een oud schoolgebouw aan de rand van Enschede. Ze vormden geen beweging, er was geen

manifest, ze werkten samen om kunstwerken in oplages te verkopen. “Er moeten toch duizend idioten te vinden zijn die een kunstwerk zo mooi vinden dat ze het kopen”. Ze startten een eigen platenlabel, en noemden dat ‘1000 Idioten Records’, totdat ze steeds meer platen verkochten, toen werd het ‘Idiot Records’. Ze maakten van hun kunstuitgaven steeds een paar honderd exemplaren die ze exclusief aan de abonnees opstuurden: ‘Moderne kunst per PTT’. Het abonnementsgeld was het jaarbudget. Abonnees – op het hoogtepunt waren er 500 - wisten nooit wat ze konden verwachten. Ze kregen gewoon meerdere malen per jaar en kunstwerk

toegestuurd. Dat kon alles zijn: zeefdrukken, schilderijtjes (klein, ze moesten in een enveloppe passen), een plastic zakje met een oor in brandewijn, getiteld Eau de Vie, de beeldroman De Doka van Hercules door W.F. Bernards en een blik met ‘Four Oil Balls on Heavy Syrup’.

 “De Enschedese School heeft alles gemaakt, behalve school”, aldus het openingsartikel in de jubileumkrant ‘Laatstepost’. Het totaal aantal kunstwerken bedraagt minstens zestig stuks, de uitgaven van de platenmaatschappij Idiot Records – met platen van Fay Lovsky, Mathilde Santing en de Kewi University of Swing – niet meegerekend. Alles bij elkaar vele duizenden kunstwerken. Een aantal van daarvan is op de tentoonstelling te zien.

Over het boek ‘Graphic Design on Paper, Screens, and Products’

De behoefte van de mens om informatie op te schrijven, te vermenigvuldigen en te distribueren is in de vorige eeuw op extreme wijze toegenomen. Met de ontwikkeling van DTP (Desk Top Publishing) kwam een belangrijk hulpmiddel ter beschikking voor de grafische industrie, met name voor grafisch vormgevers en DTP-ers (vroeger werktekenaars), maar ook voor industrieel ontwerpers. Dit boek wil een handleiding

bieden voor deze laatste groep gebruikers: de industrieel ontwerper (of wie daarvoor studeert). Het boek heeft twee invalshoeken. Aan de ene kant wordt ingegaan op het effect van grafische vormgeving: welke boodschap wil ik overbrengen, aan wie en met welk middel? Middelen die aan de orde komen, zijn: websites, tijdschriften

(nieuwsbrieven), brochures, rapporten en boeken. Aan de andere kant beschrijft het de toepassing van grafische vormgeving op producten: bedieningspanelen, verpakkingen en productgrafiek. Beide visies uit de tentoonstelling – ‘Less is More’ en ‘Less is a Bore’ – komen in het boek uitgebreid aan de orde (maar dan in de oorspronkelijke, Engelse teksten). 

Catalogus

Bij de tentoonstelling is door gastconservator Arthur Eger een kleine catalogus gemaakt (56 pagina’s). In deze catalogus staat onder andere een vertaling van het essay ‘The Crystal Goblet or Printing Should be Invisible’ van Beatrice Ward, in 1932 gepubliceerd door Monotype, USA. Daarin wordt een pleidooi gehouden voor het modernisme: ‘Less is More’. Verder enkele fragmenten uit het boek ‘Complexity and Contradiction in Architecture’, in 1966 uitgegeven door het Museum of Modern Art (MoMA), New York, gevolgd door gedeelten uit een interview met Frans Haks, dat in januari 1993 werd gepubliceerd in Items nummer 6, met als titel ‘Normloos uit Principe’. Beide laatsten verwoorden de uitgangspunten van ‘Less is a Bore’ goed. 

De catalogus bevat uitspraken over hun opvattingen op het gebied van design van veel van de geëxposeerde ontwerpers, sommige laten aan duidelijkheid weinig te wensen over. Een voorbeeld: “De visie van Venturi (van hem is de uitspraak ‘Less is a Bore’ afkomstig) heeft tot nu toe vooral zure reacties en afwijzing van de wetenschappelijke Bauhaus-generatie – met zijn totale gebrek aan humor, zijn elitaire minachting voor de ‘volkscultuur’ en tegelijkertijd zijn krampachtige belangstelling voor elke andere cultuur, zijn onvermogen om te gaan met monumentaliteit, zijn lippendienst aan de technologie en zijn voorkeur voor een tamelijk arrogante, puristische esthetiek – tot gevolg gehad.” Aldus Vincent Scully in een boek over Robert Venturi.

Data

De tentoonstelling vindt plaats van 17 september tot 13 december 2015 in:
Museum TwentseWelle
Het Rozendaal 11
7523 XG Enschede
T. +31 (0)53 - 4807680