IER-richtlijnen voor studenten

Language:
NL

Briljant idee, wat kun je ermee?

Check hieronder of je vrij bent om dat zelf te commercialiseren, m.a.w. of de intellectuele eigendomsrechten (IER) op het idee wel van jou zijn.

Tijdens je studie kan het gebeuren dat je te maken krijgt met intellectuele eigendomsrechten (IER). Maak hier afspraken over, vóór je start met een stage, studieactiviteit of onderzoeksproject. Zo weet je waar je aan toe bent, als een uitvinding, ontwerp of idee een economisch of maatschappelijk gat in de markt blijkt.

Studenten creëren regelmatig uitvindingen, concepten, software of scripties (hierna samen 'idee' genoemd) die interessant zijn voor bestaande bedrijven of de basis kunnen vormen voor een nieuwe startup. En dat is waardevol: de toepassing van (universitaire) kennis versterkt de economie en helpt maatschappelijke vraagstukken op te lossen. Je universiteit of UMC faciliteert dit graag. Daarom zijn, in aanvulling op de eerder verschenen IER-richtlijnen voor universitaire startups, de regels voor studenten verhelderd in een Addendum Richtsnoer IER en Studenten.

Onderneem actie: maak tijdig IER-afspraken

Als je als student een idee buiten een stage of onderzoeksproject bedenkt, zijn de rechten daarop van jou. Bedenk je het samen met iemand anders? Dan is de kans groot dat jullie beiden rechten hebben. Ontstaat je idee echter binnen een stage of opdracht, dan kunnen andere afspraken gelden.

Wie bepaalt dan wat er met jouw stage- of projectresultaat gebeurt? En wie deelt mee in eventuele winst? Ofwel: wie is de eigenaar van het IER? Jij? Je universiteit of UMC? Of de organisatie waar je stage liep? Zoek dit tijdig uit, zodat je weet waar je aan toe bent. Jouw kennisinstelling helpt, met informatie én praktische hulp.

  1. Check vóór de start van je stage of onderzoeksproject wat je IER-positie is: wat staat erover in je stage- of projectcontract?
  2. Lees het Addendum.
  3. Maak altijd heldere afspraken met je kennisinstelling (en/of derde partij) en leg de afspraken schriftelijk vast.

Let op! Volgens het Addendum moet jij meewerken aan het maken van afspraken hierover.

Van wie zijn de IER?

Volgens de wet heeft de maker van een uitvinding, ontwerp, software, scriptie of andere creatie in principe zelf de intellectuele eigendomsrechten (IER). Er gelden uitzonderingen, zo ook voor werknemers en stagiairs van een instelling.

Stagiair: meestal geen IER

Als stagiair worden de IER meestal niet van jou. Deze liggen in principe bij de kennisinstelling of externe organisatie waar je stage loopt. Lees in het Addendum waarom. De stageverlener mag wel van deze regel afwijken. Dus check en bespreek de IER-afspraken in je stage-overeenkomst.

Studie- of afstudeerproject: leg de IER vast

Ga je als student aan de slag bij een onderzoeksproject en is het geen stage? Maak dan vooraf schriftelijke afspraken. Draag je de IER over aan de kennisinstelling of externe organisatie, of niet? Gedeelde IER is mogelijk, maar heeft nadelen; je universiteit of UMC zal dit proberen te vermijden in overleg met jou.

Geen dwang

Je universiteit of UMC mag jou vragen om de IER af te staan. Maar er mag geen sprake zijn van dwang. Wil jij je IER niet afstaan en is de opdracht onderdeel van het onderwijscurriculum? Dan moet jouw universiteit of UMC je een alternatieve opdracht bieden die geen IER-overdracht vereist. Kortom kiezen tussen zelf houden of overdragen mag, geen keuze maken kan niet (lees in het Addendum waarom).

Draag je het eigendom van jouw IER over? Dan krijg je toch erkenning en een deel van de winst!

Heb je jouw IER rechten afgestaan aan de universiteit of UMC en wordt jouw vastgelegde idee of uitvinding succesvol gebruikt in een startup of bedrijf? Dan zal de universiteit of UMC je aanmerken als mede-bedenker en deel je mee in eventuele winst, gelijk een werknemer van de kennisinstelling (volgens de lokale uitvindersregeling).

Waar kan je terecht?

Je stagebegeleider of specifieke medewerker van je faculteit regelt van alles rondom startups en andere vormen van kennistoepassing. 

Wil je onafhankelijk advies? Of heb je een klacht over de wijze waarop er (g)een IER-overeenkomst tot stand komt? Richt je dan tot:

Colofon

Dit is een uitgave van de Vereniging van Universiteiten (VSNU). Aan deze uitgave kunnen geen rechten worden ontleend. De tekst en definities genoemd in het Addendum Richtsnoer IER en Studenten zijn leidend.

Downloads

FAQ

  • Waar kan ik terecht om informatie op te vragen over mijn intellectueel eigendomsrecht situatie?

    Je stagebegeleider is je eerste aanspreekpunt en kan je indien nodig verwijzen naar informatie bronnen of experts voor advies rondom startups en andere vormen van kennistoepassing.

    De meeste kennisinstellingen hebben een Knowledge Transfer Office (KTO), soms ook wel Technology Transfer Office (TTO) genoemd, of een soortgelijke afdeling die zich bezighoudt met het beschermen en commercialiseren van kennis die voorkomt uit de instelling en dus alles weet van intellectuele eigendomsrechten.

    Wil je onafhankelijk advies? Of heb je een klacht over de wijze waarop er (g)een IER-overeenkomst tot stand komt? Richt je dan tot:

    • Voor persoonlijk onafhankelijk juridisch advies kun je contact opnemen met Dutch Students for Entrepreneurship dutchse.nl/
    • De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, over octrooien/ patenten: rvo.nl
    • De Vereniging voor Intellectueel Eigendom: aippi.nl
    • IE-advies van studenten voor studenten: clinic.nl
    • Ontdek zelf hoe je je idee kunt beschermen: ideescan.online
    • Lees ook het Richtsnoer IER (2016): vsnu.nl en informeer jezelf zo nodig nader via auteursrechten.nl/
  • Wanneer is een uitvinding wel of niet van mij

    Er zijn twee situaties:

    1. Een (deel van de) uitvinding is jouw eigendom.
    2. Een uitvinding is niet jouw eigendom, wanneer je een overeenkomst hebt getekend waaronder je je rechten op de uitvinding hebt overgedragen. Zo’n overeenkomst word je bijvoorbeeld geacht te tekenen als je bij een universiteit/UMC binnen een onderzoeksproject gaat meewerken.

     

    1. In geval van een octrooieerbare uitvinding in situatie 1:
      1. Je hebt de uitvinding alleen gedaan. Deze is dan voor 100% jouw eigendom.
      2. Als je de uitvinding samen met anderen hebt gedaan, kan het zijn dat ook deze mensen als uitvinder aangemerkt dienen te worden. Als je er onderling niet over eens kunt worden wie er daadwerkelijk uitvinder is, dan is de octrooigemachtigde die de octrooiaanvraag opstelt bij uitstek de persoon die daarbij kan helpen. Dit brengt wel kosten met zich mee.
    2. In geval van een octrooieerbare uitvinding in situatie 2:
      • De uitvinding is niet van jou, maar mogelijk heb je wel recht op een deel van de inkomsten die de eigenaar van het octrooi er mee genereert. Dit is het geval als de uitvinding voort is gekomen uit een stage binnen de universiteit/UMC. Betreft het een stage bij een bedrijf dan is dat meestal niet het geval.

    1. In geval van een niet-octrooieerbare uitvinding in situatie 1:
      1. Je hebt de uitvinding alleen gedaan. Deze is dan voor 100% jouw eigendom.
      2. Als je de uitvinding samen met anderen hebt gedaan, kan het zijn dat ook deze mensen als uitvinder aangemerkt dienen te worden. Als je er onderling niet over eens kunt worden wie er daadwerkelijk medebedenker is, dan heb je daar hopelijk van te voren onderlinge afspraken over gemaakt en zo niet, dan moet je mogelijk naar de rechter voor een uitspraak.
    2. In geval van een niet-octrooieerbare uitvinding in situatie 2:
      • De uitvinding is niet van jou, maar mogelijk heb je wel recht op een deel van de inkomsten die de eigenaar van de vinding er mee genereert. Dit kan het geval zijn als de uitvinding voort is gekomen uit een stage binnen de universiteit/UMC: sommige universiteiten/UMC’s hebben dit expliciet opgenomen in hun kennisexploitatieregeling. Betreft het een stage bij een bedrijf dan is dat meestal niet het geval.
  • Hoe kom ik erachter of ik een patent kan aanvragen?

    Er zijn twee situaties:

    1. Een (deel van de) uitvinding is jouw eigendom.
    2. Een uitvinding is niet jouw eigendom, omdat je een overeenkomst hebt getekend waaronder je je rechten op de uitvinding hebt overgedragen. Zo’n overeenkomst word je bijvoorbeeld geacht te tekenen als je bij een universiteit/UMC binnen een onderzoeksproject gaat meewerken.

    In het eerste geval dien je zelf op zoek te gaan naar passend advies. De meest geschikte partij is een octrooigemachtigde, maar dit brengt wel kosten met zich mee.

    Andere opties zijn:

    • Ontdek zelf hoe je je idee kunt beschermen: ideescan.online
    • De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, over octrooien/ patenten: rvo.nl
    • Voor persoonlijk onafhankelijk juridisch advies kun je contact opnemen met Dutch Students for Entrepreneurship dutchse.nl/
    • IE-advies van studenten voor studenten: clinic.nl
    • Lees ook het Richtsnoer IER (2016): vsnu.nl en informeer jezelf zo nodig nader via auteursrechten.nl/

    In de tweede situatie zal je universiteit/UMC of het bedrijf waar je stage loopt de verantwoordelijkheid voor het al dan niet aanvragen van een octrooi (= patent) op zich nemen.

  • Kan de universiteit/UMC een patent voor mij aanvragen, zo ja, wat betekent dit voor mijn rechten?

    Heb je een uitvinding die jouw eigendom is en wil je gezien het nogal ingewikkelde en prijzige traject richting een octrooi de touwtjes liever uit handen geven, dan kun je de uitvinding voorleggen aan het Knowledge Transfer Office (KTO), soms ook wel Technology Transfer Office (TTO) genoemd, van je universiteit. Bij voorkeur doe je dit in de vorm van een niet-vertrouwelijke samenvatting ervan of als dat niet gaat onder een geheimhoudingsverklaring om de nieuwheid van je uitvinding niet te schaden.

    Is het KTO/TTO overtuigd van de octrooieerbaarheid en commercialisatiemogelijkheden van je uitvinding, dan kan het KTO/TTO besluiten je aan te bieden om de uitvinding voor je te octrooieren. In ruil daarvoor geef jij je rechten op de uitvinding op, maar krijg je wel recht op het uitvindersdeel volgens de bij jouw universiteit/UMC geldende kennisexploitatieregeling, als ware je een medewerker.

  • Waarom zou ik mijn IER af willen staan aan de universiteit/UMC?

    Je persoonlijke belang kan zijn dat je door een publicatie van een octrooi dat op je naam staat publieke erkenning krijgt. Of dat je denkt met je IER rijk te kunnen worden en daarom al dan niet samen met een bedrijf winstmaximalisatie na wil streven. Het kan echter ook zijn dat je wens vooral is om er een positieve bijdrage mee te leveren aan de maatschappij. Kortom, dat je hoopt er de samenleving en misschien zelfs de wereld mee te verbeteren.

    In dat laatste geval is het goed om te weten dat de universiteit/UMC hierin een unieke positie inneemt. De universiteit/UMC streeft met haar kennis immers als wettelijke kerntaak valorisatie na, oftewel het genereren van impact door kennisoverdracht ten behoeve van de maatschappij. Overdracht van jouw IER aan de universiteit/UMC, betekent dat deze daarmee onderdeel worden van deze universitaire missie.

    Het belang en einddoel van de universiteit/UMC wordt dan het waarborgen van de toepassing van de door jou ingebrachte kennis in de praktijk, opdat daarmee impact wordt gegenereerd. Dat zou dan nog steeds via een licentie aan een al bestaand bedrijf of via inbreng in een start-up kunnen, maar het kan ook zijn dat de snelste weg naar toepassing is om je kennis in te brengen voor verder universitair onderzoek en onderwijs of je IER aan al bestaande universitaire IER te koppelen om goede toepassing mogelijk te maken.

    Als jij dat ook een mooi einddoel vindt, dan ben je van harte welkom om met het Knowledge Transfer Office (KTO), soms ook wel Technology Transfer Office (TTO) genoemd, je universiteit/UMC over overdracht van je IER te komen spreken.

    Een andere reden om je IER vrijwillig af te willen staan aan de universiteit/UMC kan zijn dat je zelf de financiële middelen niet hebt, noch de ervaring om de IER te valoriseren. In ruil voor je IER deel je dan mee in eventuele netto revenuen die de universiteit/UMC ontvangt uit de exploitatie van de IER.

    In bovenstaande gaat het om vrijwillige overdracht van de IER aan de universiteit/UMC. Zoals in de infographic en samenvatting van het addendum Richtlijnen voor omgang met IP voor studenten beschreven staat, bestaat er in bepaalde gevallen ook de verplichting om je IER af te staan, bijv. omdat je een stage wilt lopen binnen een onderzoeksproject van een universitaire afdeling of een bedrijf. Omdat in dat geval (i) je eventuele IER ontstaat binnen een al lopend, niet door jou bedacht onderzoek, (ii) jouw IER dan vaak een onderdeeltje is van een groter geheel en (iii) het commercialiseren van de IER uit dat onderzoek veel lastiger wordt als er naast de universiteit/UMC (of bedrijf) nog een mede-eigenaar van de IER is, wil de universiteit/UMC (of bedrijf) dat je je IER vooraf overdraagt. In ruil daarvoor deel je bij een universitair project net als medewerkers dan wel mee volgens de uitvindersregeling. Bij bedrijfsprojecten is dat over het algemeen niet zo.

  • Wanneer is het juiste moment om mij met intellectueel eigendomsrecht bezig te houden?

    Kan niet vroeg genoeg, maar is zeker belangrijk als je een leuk idee denkt te hebben met een mooie toepassing.

My favorites

About My Favorites
Use the Bookmark this page button on Service Portal pages to add that page to the My Favorites section. To add web applications, use the star icon in the webapplication list. To add pages outside the Service Portal, use the Add custom bookmark button above. Add your favorite apps to your bookmarks by using the favorite button

Please wait a moment...