Onderwijskwaliteit

Hulp bij het kiezen van een studie

Op deze pagina vind je uitgebreide informatie over o.a. de kwaliteitszorg, evaluatie-instrumenten en docentprofessionalisering.

  • Kwaliteitszorg

    De kwaliteit van het onderwijs van de Universiteit Twente (UT) wordt zowel intern als extern gemonitord. Kwaliteitszorg is dan ook op een aantal verschillende niveaus georganiseerd. College van Bestuur, decanen, opleidingsdirecteuren, docenten en studenten hebben ieder hun eigen rol in de monitoring van de onderwijskwaliteit. Daarbij worden de universiteit als geheel en iedere opleiding afzonderlijk, extern beoordeeld door een panel van externe deskundigen.

    Formele status

    De UT is een door de Nederlandse overheid bekostigde universiteit volgende de Wet op het Hoger Onderwijs (WHW). De UT heeft de ‘Code of Conduct International Student in Dutch Higher Education’ ondertekend. Deze bevat richtlijnen voor de kwaliteit van dienstverlening aan internationale studenten. Bekijk voor meer informatie de webpagina voor International Study.

    • Externe beoordeling

      Opleidingsaccreditaties en instellingstoets door de NVAO

      Alle bachelor- en masteropleidingen worden geaccrediteerd door de NVAO. Alle opleidingen worden iedere 6 jaar beoordeeld door een extern panel van (internationale) experts en studenten. De NVAO is de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie. Sommige opleidingen zijn daarnaast ook geaccrediteerd door andere instanties. Dit staat bij deze opleidingen vermeld.

      De universiteit Twente heeft de instellingstoets van de NVAO in 2014 succesvol doorlopen. Het doel van de instellingstoets was om te beoordelen of de universiteit als instelling een systeem van kwaliteitszorg heeft waarmee de kwaliteit van de opleidingen kan worden gegarandeerd en steeds kan worden verbeterd.

      Rankings

      De Universiteit Twente is opgenomen in verschillende gerenommeerde rankings zoals Times Higher Education, QS and ARWU en schaart zich daarmee tot de top van de universiteiten wereldwijd.

    • Interne monitoring

      Verschillende organisatieonderdelen zijn betrokken bij de monitoring van de kwaliteit van ons onderwijs.

      Opleidingscommissie

      Elke opleiding heeft een opleidingscommissie. De opleidingscommissie is een medezeggenschapsorgaan en vertegenwoordigt studenten en docenten op opleidingsniveau.  De opleidingscommissie bestaat uit een gelijk aantal docenten en studenten.

      In algemene zin adviseert deze commissie de opleidingsdirecteur over het verbeteren en waarborgen van de onderwijskwaliteit van de opleiding (inclusief de kwaliteitsafspraken). Volgens de Wet op het Hoger Onderwijs (artikel 10.3c) is het de taak van een opleidingscommissie om te adviseren over de wijze waarop de kwaliteit van een bacheloropleiding kan worden gewaarborgd en verbeterd. In de praktijk betekent dit dat de opleidingscommissie:

      • instemmingsrecht heeft in tot sommige onderdelen van de Onderwijs- en Examenregeling (EER), en recht van overleg in andere onderdelen;
      • de uitvoering evalueert van de onderwijs- en examenregeling;
      • adviseert over het kwaliteitszorgsysteem, over de jaarlijkse evaluatie van vakken en modules, het curriculum, inclusief toelatingscriteria en examencriteria voor de eindbeoordeling en thesis.

      Gezien deze taken is de opleidingscommissie een belangrijke gesprekspartner voor de opleidingsdirecteur.

      Examencommissie

      De examencommissie heeft wettelijk tot taak om onafhankelijk van het management van de opleiding, de kwaliteit van de diploma’s en de toetsing te bewaken (Wet op het Hoger Onderwijs artikel 7.12). Deze commissie bepaalt de richtlijnen voor toetsing en examinering, en beoordeelt of studenten aan de eindtermen van de opleiding voldoen. De commissie heeft minimaal één lid die docent in de opleiding is en één extern lid. De commissie besluit ook over verzoeken van individuele studenten omtrent keuzes/aanpassingen in het te volgen studieprogramma. De examencommissie schrijft jaarlijks een jaarverslag, gericht aan de decaan van de faculteit waaronder de opleiding valt, met aanbevelingen voor het verbeteren van de kwaliteit van toetsing en de procedures daaromtent binnen de opleiding.

      Medezeggenschap van studenten en medewerkers

      Studenten hebben grote invloed op de opleiding die ze volgen. Op ieder niveau in de organisatie geven studenten advies over hoe het onderwijs te verbeteren valt en over hoe het systeem van kwaliteitszorg te verbeteren is.

      Zowel in de universiteitsraad, de faculteitsraden als de opleidingscommissies hebben studenten inspraak in onderwijsontwikkeling en geven zij advies over onderwijskwaliteit en onderwijskwaliteitszorg.

      Studieverenigingen

      Iedere opleiding of groep van opleidingen heeft een studievereniging. Studieverenigingen hebben een eigen rol bij opleidingsevaluaties en in het doorspelen van knelpunten. Studieverenigingen zijn een belangrijke gesprekspartner voor het management van opleidingen.

    Veel lof voor kwaliteitsbeleid onderwijs Universiteit Twente

    In november en december van het afgelopen jaar is de UT bezocht door een NVAO commissie in het kader van  de instellingstoets kwaliteitszorg onderwijs (ITK) én voor het toetsen van de plannen voor de kwaliteitsafspraken waar de minister van OCW om heeft gevraagd.

    Gedurende in totaal vijf dagen heeft de commissie met verschillende groepen UT’ers (medewerkers en studenten) gesproken over allerlei onderwerpen die van belang zijn voor de kwaliteit van het onderwijs op de UT. De commissieleden waren positief over de uitkomsten van de gesprekken en hebben informeel al meegegeven dat de UT met glans voldoet aan alle standaarden op het gebied van onderwijs en onderwijskwaliteit. In het kader van de ITK stelt de commissie een rapport op met bevindingen en aanbevelingen dat aan de NVAO wordt voorgelegd. De NVAO neemt op basis daarvan het officiële besluit of de UT de instellingstoets van 2019 (evenals in 2013) heeft gehaald. Voor de Kwaliteitsafspraken stelt de NVAO alleen het rapport tekstueel vast en is het eindbesluit aan de  minister van OCW.

    De passie voor onderwijs is overal zichtbaar
    De commissie bestempelt de UT als een mooie organisatie, waarbij de ‘corporate spirit’ door hen duidelijk is ervaren. De passie voor onderwijs is overal zichtbaar. De commissie heeft een cultuur van permanente verbetering, en daarmee een goede kwaliteitscultuur ervaren. De commissie gaf expliciet aan openhartige gesprekken te hebben gevoerd met eerlijke, hardwerkende en betrokken medewerkers en studenten.

    • Standaard 1: Over visie en beleid
      Het Twentse Onderwijsmodel (TOM) is volgens de commissie in volle omvang omarmd door de UT. Er is grote consensus over en het model zit in de haarvaten van de UT. Ook ziet de commissie dat er een sterke betrokkenheid van de omgeving en het werkveld is bij de opleidingen. Ondernemerschap is door de hele universiteit herkenbaar.
      De visie op internationalisering is helder en de commissie snapt de keuze voor Engelstalig onderwijs. Wel adviseert de commissie om ook ruimte te houden voor de Nederlandse taal.

      Er is een duidelijke visie op groei van studentenaantallen en op de grenzen aan de groei. Als aanbeveling geeft de commissie mee om te kijken welke instrumenten in te zetten zijn om de groei binnen kaders te houden, samen met het ministerie.
      Het toetsbeleid is goed vastgelegd met veel vrijheid voor opleidingen.
      Tot slot meldt de commissie dat de UT een mooi talentbeleid voor medewerkers heeft en pleit ervoor om lef te tonen en de durf te hebben om de echt goede docenten hoogleraar te maken.

    • Standaard 2: Over implementatie
      De UT is bezig met een doorontwikkeling van het Twentse Onderwijsmodel, naar TOM 2.0. De commissie ziet dat als een mooi proces. De High Tech, Human Touch gedachte wordt nadrukkelijk gevoeld, waarbij de commissie de kanttekening maakt dat er nog ruimte is om stakeholders hier meer bij te betrekken.
      De commissie ziet dat docenten goed benaderbaar zijn voor studenten en is onder de indruk van het aanbod voor docentprofessionalisering.
      De invoering van de faculteitsbesturen noemt de commissie een goede stap en merkt daarbij op dat de Universitaire Commissie Onderwijs (UC-OW) aandacht behoeft, aangezien dit een adviesorgaan is waar het in de praktijk soms als een besluitvormend orgaan word gezien. Het toevoegen van een studieadviseur in de examencommissie ziet de commissie als een goed idee dat in het belang is van studenten.
      Op het gebied van werkdruk heeft de UT vroegtijdig het probleem aangepakt. Er is het besef dat werkdruk een “veelkoppig monster” is. De aanpak zal niet direct leiden tot vermindering van werkdruk, maar de commissie ziet wel dat de UT op dit gebied op de goede weg is.

      Tot slot geeft de commissie aan dat de UT wel meer mag doorpakken op het gebied van formatief toetsen.

    • Standaard 3: Over evaluatie en monitoring
      Er wordt een continue lijn van verbetering in het kwaliteit van het onderwijs gezien door de commissie, met een breed scala aan monitoringsinstrumenten. De commissie is van mening dat het beroepenveld door de UT goed bij het onderwijs wordt betrokken. Met betrekking tot MISUT, het systeem voor managementinformatie, adviseert de commissie om ook kwalitatieve criteria toe te voegen.

      Tot slot waardeert de commissie dat de UT zelf heldere aandachtspunten heeft durven benoemen in het evaluatierapport van het TOM.

    • Standaard 4: Over focus op ontwikkeling
      De commissie ziet dat er ontwikkeling gaande is op alle gebieden en dat dit bij de UT nadrukkelijk een samenspel is tussen docenten en studenten. Er is veel respect voor de wijze waarop de nieuwe missie, visie en strategie van de UT, SHAPING2030, tot stand is gekomen, met veel betrokkenheid van de UT gemeenschap. Een echt bottom-up proces, waar in de digitale transformatie nog wel een weg te gaan is voor de UT.
      Hoewel de commissie heeft gezien dat de UT sterk is in aanpassen, adviseert ze om toch meer te prioriteren en niet alles tegelijk te doen.

    Kwaliteitsafspraken duidelijk een bottom-up proces bij de UT

    De commissie heeft de kwaliteitsafspraken op basis van drie criteria getoetst: 1. voldoende aansluiting bij de OCW thema’s, 2. proces van totstandkoming met betrokkenheid van studenten en medezeggenschap en 3. de wijze waarop monitoring wordt gedaan. Ook hier heeft de commissie geconstateerd dat de UT ruimschoots aan deze criteria voldoet.

    De UT heeft gekozen voor eigen UT-profiel die sterk past bij de eigen onderwijsvisie, en die daarbij ook duidelijke overlap met de OCW-thema’s vertonen, zoals onderwijsintensiteit, studiesucces, onderwijsdifferentiatie, docentkwaliteit, studiebegeleiding en onderwijsfaciliteiten.
    De commissie ziet in de UT-profilering een duidelijke bijdrage aan de kwaliteitsverbetering van het onderwijs. Studenten zijn volwaardige gesprekspartners geweest in het proces om tot de kwaliteitsafspraken te komen. Dat maakt dat het ook duidelijk een bottom-up proces is geweest, waarbij is aangesloten op al bestaande plannen binnen de opleidingen en faculteiten.

    De commissie heeft gezien dat de UT veel tegelijk wil doen op het gebied van de kwaliteitsafspraken en heeft gezien dat er  veel verschillende projecten ter hand worden genomen. Ze adviseert om goed na te denken over de monitoring hierop, het lijkt verstandig om de monitoring op een iets minder gedetailleerd niveau in te regelen.

    Vervolg

    De UT verwacht binnen 2 maanden een rapport van de commissie omtrent de ITK en de kwaliteitsafspraken. Voor 1 mei dit jaar zouden de officiële besluiten moeten zijn genomen door de NVAO en door de minister van OCW.

    Bij vragen of opmerkingen kan contact worden opgenomen met Susanne Wichman en/of Marc-Jan Zeeman

  • Instellingstoets Kwaliteitszorg

    Meer informatie vind je op de Engelstalige pagina: Instellingstoets Kwaliteitszorg.

  • Kwaliteitsafspraken 2019-2024

    Meer informatie vind je op de Engelstalige pagina: Quality agreements.

  • Evaluatie-instrumenten

    De ervaringen en meningen van huidige studenten over hun opleiding en de geboden faciliteiten, worden ieder jaar gepeild via de Nationale Studenten Enquête (NSE). Tegelijkertijd worden binnen de universiteit verschillende onderwijsevaluaties uitgevoerd, zowel op instellingsniveau als op opleidingsniveau. Dit gebeurt via gestructureerde vragenlijsten, maar ook via gesprekken met studenten(panels).

    De Universiteit Twente neemt deel aan de International Student Barometer (ISB) uitgevoerd door i-graduate. De ISB meet en vergelijkt de verwachtingen en ervaringen van onze internationale studenten vanaf de eerste aanmelding tot en met het verblijf en vertrek. Op basis van de resultaten van de ISB is de universiteit in staat internationale studenten nog beter te bedienen.

    Om erachter te komen hoe alumni vanuit hun werkkring terugkijken op hun opleiding neemt de Universiteit Twente deel aan de Nationale Alumni Enquête (NAE). Verder moedigt de universiteit alumni aan om betrokken te blijven.

  • Docentprofessionalisering

    Goede docenten zijn van cruciaal belang voor de kwaliteit van het onderwijs. Aan de UT combineren docenten doorgaans het geven van onderwijs met het doen van onderzoek. Dit geeft inspiratie en steeds nieuwe inhoudelijke uitdagingen, zowel voor docenten als voor studenten.

    Via een uitgebreid scholingsaanbod voor docenten schenkt de UT specifiek aandacht aan het verder ontwikkelen van docenten op het gebied van onderwijs. Verder is iedere docent in principe verplicht een Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) te halen.