1. Home
  2. Science Stories
  3. Geweld tegen vrouwen in de moderne samenleving: studenten Communication Science werken aan een betere toekomst
Leestijd: 8 min.
Delen

Geweld tegen vrouwen in de moderne samenleving: studenten Communication Science werken aan een betere toekomst

De zaak Gisèle Pelicot, de nieuwe Netflix-serie Adolescence en de schadelijke invloed van vrouwonvriendelijke influencers zoals Andrew Tate – geweld tegen vrouwen krijgt meer aandacht in de traditionele media dan ooit tevoren. Helaas leidt deze toenemende bewustwording niet direct tot vooruitgang: wereldwijd heeft bijna één op de drie vrouwen minstens één keer in haar leven te maken gehad met fysiek en/of seksueel geweld*. Communication Science studenten Carly, Ioanna, Leonie en Nancy doken in het complexe probleem van geweld tegen vrouwen in onze moderne samenleving.

Een vrouw maakt een 'stop' teken met haar hand.

“Of je nu Instagram opent, een landelijke krant leest of een ander nieuwsplatform gebruikt – je komt overal berichten tegen over geweld tegen vrouwen,” zegt Nancy. “Vanuit ons perspectief als vrouwen was dit dus een van de eerste onderwerpen die bij ons opkwamen toen we een projectonderwerp moesten bedenken.”

Als onderdeel van het vak Societal Challenges binnen de master Communication Science duiken studenten diep in een complex maatschappelijk probleem en analyseren ze de rol van communicatie. “Geweld tegen vrouwen is erg actueel en staat onder invloed van veel juridische veranderingen en onderzoek, bijvoorbeeld binnen de Europese Unie. Toch is er nog te weinig daadwerkelijke impact – veel vrouwen maken het nog op dagelijkse basis mee. Daarom wilden we tot de kern van het probleem komen, en begrijpen waarom oplossingen vaak tekortschieten.”

Social media

Al tijdens het verkennende literatuuronderzoek bleek hoe complex het probleem is. “Geweld tegen vrouwen bestaat uit zoveel verschillende lagen. Het komt in veel vormen en gradaties voor – van microagressies op de werkvloer tot cybergeweld, partnergeweld en zelfs femicide,” legt Leonie uit. “Zelden is het een op zichzelf staande daad van geweld. De signalen beginnen meestal klein, tot het punt waarop ze bijna genormaliseerd worden in de samenleving. Daarom krijgen slachtoffers helaas vaak pas hulp als het al is geëscaleerd. We moeten ons bewust worden van de vroege signalen, en interventies ontwikkelen die ook geschikt zijn voor de beginfasen van de escalatieladder.”

Een sprekend voorbeeld van dit soort vroege signalen is te vinden op social media, waar een groot deel van het sociale leven van tieners zich afspeelt. Vrouwonvriendelijke influencers zoals Andrew Tate verspreiden ideeën die inspelen op de onzekerheden en ervaringen van jonge mannen, die vervolgens zichtbaar worden in de manier waarop zij online met elkaar en jonge vrouwen communiceren. “Zo kwamen we erachter dat er een soort ‘emoji-codeboek’ bestaat dat jongeren gebruiken om te communiceren. Hieruit blijkt de verborgen betekenis van sommige emoji’s, waar volwassenen, en dus ook ouders en verzorgers, vaak geen weet van hebben. Neem bijvoorbeeld de koffiekop-emoji; een manier voor mannen om hun minachting te uiten voor dingen die als typisch vrouwelijk of meisjesachtig worden gezien. Het zijn dit soort subtiele manieren waarop neerbuigende taal en gebaren onderdeel worden van algemeen gedrag.”

Deze subtiele, online vormen van geweld tegen vrouwen blijven daardoor vaak onopgemerkt. Het toont aan hoe belangrijk mediaonderzoek is – en met name hoe dat onderzoek wordt uitgevoerd. “Als communicatieprofessionals moeten we deze verborgen betekenissen en semantische nuances begrijpen en meenemen in ons mediaonderzoek,” vult Carly aan. “Dat is de enige manier om vooruit te komen: de kinderen die vandaag emoji’s van koffiekopjes reageren, zijn de beleidsmakers en politici van morgen.”

Tegenstrijdige ervaringen

Naast hun literatuur- en mediaonderzoek interviewde de projectgroep ook betrokkenen – van slachtoffers van geweld tot politieagenten, vertrouwenspersonen en hulpverleners. “We wilden gegevens verzamelen over de ervaringen van mensen die met dit soort geweld te maken hebben of ertegen strijden,” zegt Ioanna. “We moesten zorgvuldig te werk gaan, gezien de gevoeligheid van het onderwerp. Maar we zijn heel blij dat we deze interviews hebben kunnen doen – ze leverden waardevolle inzichten op die we anders niet zouden hebben gekregen.”

Opvallend was dat, hoewel er vanuit verschillende hoeken kleine stappen vooruit worden gezet – denk aan strengere wetten rondom consent of de toegenomen media-aandacht voor femicide – deze stappen de situatie niet altijd verbeteren, en soms zelfs verergeren. “Denk bijvoorbeeld aan vrouwen die aangifte doen dankzij de nieuwe wetten rondom consent, maar vervolgens door personeelsgebrek bij de politie naar huis worden gestuurd, waarna ze het nooit meer proberen. Of aan krantenkoppen over femicide die, in hun rapportages over het misdrijf, de dader centraal stellen in plaats van het slachtoffer,” legt Leonie uit. “Ondanks dat deze gebreken in het systeem relatief onschuldig lijken, kunnen ze een enorme rol spelen in het vertrouwen van vrouwen in hulpinstanties en het rechtssysteem.”

Impact op de zorg

Tijdens de interviews kwam de projectgroep in contact met lokale zorginstelling Carintreggeland. “Onze projectbegeleider bracht ons in contact, en na het uitleggen van ons onderzoek vroegen ze ons om het te presenteren aan hun medewerkers, die regelmatig werken met slachtoffers van geweld,” vertelt Carly. “Omdat de medewerkers al bekend waren met het onderwerp, konden we al snel samen brainstormen over hulpmiddelen en strategieën om bewustwording te vergroten en slachtoffers te ondersteunen. Heel waardevol!”

Hoewel de complexiteit van het probleem het lastig maakt om hulpmiddelen te vinden die op allerlei situaties van toepassing zijn, dachten de medewerkers enthousiast mee. “Ze kwamen met allerlei ideeën om slachtoffers te ondersteunen, van gesprekstechnieken (wandelend praten, bijvoorbeeld) tot hulpmiddelen om je te uiten (zoals een dagboek bijhouden). Ook hebben we het gehad over het onderwijs, en hoe het integreren van series zoals Adolescence in het schoolcurriculum – zoals in de UK en Nederland inmiddels al gebeurt – kan helpen om op jonge leeftijd al bewustwording te creëren.”

Ioanna, Leonie, Carly en Nancy tijdens de presentatie.

Vooruitkijken

Ondanks dat er geen kant-en-klare oplossing is om geweld tegen vrouwen te bestrijden, was het project waardevol – zowel op academisch als persoonlijk gebied. “Ons doel was niet om een lijst met pasklare tools of instrumenten te presenteren om het probleem aan te pakken; die bestaan helaas niet, en het zou oneerlijk zijn tegenover alle slachtoffers van geweld om te doen alsof dat wel zo is. Maar het project heeft ons wel geholpen om het probleem op een dieper niveau te begrijpen, en om in te zien dat we een grote cultuurverandering in de samenleving nodig hebben om iets te veranderen,” legt Carly uit. “Daarnaast heeft het ook onze eigen ogen geopend voor de onzichtbare strijd die zoveel vrouwen dagelijks voeren,” voegt Nancy toe.

De vraag blijft dan: waar te beginnen? De projectgroep is het daarover eens – bij de jeugd. “Ja, de media spelen een grote rol, het rechtssysteem speelt een grote rol… maar een belangrijk deel begint bij onze opvoeding en onderwijs,” zegt Ioanna. “Mediageletterdheid neemt af, en ouders hebben niet altijd tijd om kritisch met hun kinderen te praten over wat ze online tegenkomen. Maar we moeten ook nadenken over hoe online communities en algoritmes het gedrag en de beleving van tieners beïnvloeden. Dit kunnen we niet alleen – we moeten krachten bundelen met andere academische disciplines en met de samenleving als geheel werken aan een betere toekomst.”

*bron: UN Women

Kom studeren aan de Universiteit Twente

Vond je dit een boeiend artikel? Dan vind je deze studieprogramma's misschien ook interessant.

Gerelateerde verhalen