1. Home
  2. Science Stories
  3. Borstvoeding: wat weten we er eigenlijk over?
Leestijd: 6 min.
Delen

Borstvoeding: wat weten we er eigenlijk over?

Baby’s drinken melk, die vaak uit de borst van de moeder komt. Deze borstvoeding is belangrijk voor baby’s en moeders, maar wat weten we er eigenlijk over? Te weinig, volgens adjunct hoogleraar Nienke Bosschaart aan de Universiteit Twente. Daarom ontwikkelt ze nieuwe innovaties om beter in de borst te kunnen kijken. 

Zwart-wit close-up van een baby die borstvoeding krijgt, terwijl het kleintje met een hand de kleding van de moeder vasthoudt. De scène straalt een intiem en liefdevol moment uit.
Unsplash

Bosschaart doet bij de faculteit Technische Natuurwetenschappen (TNW) onderzoek naar borstvoeding. Samen met collega's ontwikkelt ze nieuwe methoden om in de melk en de borst te kijken. Daarmee zijn ze geëindigd in de top drie van de Klokhuis Wetenschapsprijs, uitgereikt door het gelijknamige televisieprogramma. Die prijs is bedoeld om een breed en jong publiek bekend te maken met Nederlands wetenschappelijk onderzoek.  

Onbeantwoorde vragen  

Borstvoeding heeft verschillende positieve gevolgen voor de gezondheid van zowel baby als moeder. Maar borstvoeding verloopt niet voor iedereen even gemakkelijk. Bosschaart: “Ik heb zelf met plezier mijn twee kinderen borstvoeding gegeven. Het is fascinerend hoe het lichaam zich kan aanpassen aan deze situatie, maar tegelijkertijd zag ik in mijn omgeving dat borstvoeding ook heel moeizaam kan verlopen.” Veel moeders kampen bijvoorbeeld met de vraag of ze wel genoeg melk produceren voor hun kindje. Het is zelfs de belangrijkste reden om te stoppen met borstvoeding. Bosschaart licht toe: “Het kan aan de ene kant een perceptieprobleem zijn. In dat geval is er voldoende melk, maar heeft de moeder het gevoel dat dat niet zo is. In de praktijk zien we dat een lactatiekundige dan kan helpen bij het vergroten van het zelfvertrouwen van de moeder en eventueel het verbeteren van de borstvoedingstechniek. Maar er zijn ook aanwijzingen dat, in sommige gevallen, de oorzaak van het probleem in de borst zelf kan liggen. Dan heb je methodes nodig om te kunnen meten. Is er voldoende klierweefsel om melk aan te maken? Komt er voldoende bloed bij het klierweefsel om alle ingrediënten voor de melk aan te leveren? En lukt het om die melk ook over te dragen naar het kindje? Die vragen kunnen we op dit moment nog niet goed beantwoorden.” 

In de borst kijken 

De onderzoekers tasten in het duister vanwege het gebrek aan goede meettechnieken. Daarom willen Bosschaart en haar team verschillende nieuwe technieken ontwikkelen.  Bosschaart: “We focussen ons allereerst op technieken om in de borst te kunnen kijken. We ontwikkelen een optische methode: een scanner op basis van licht, die over de borst heen kan worden bewogen. Het voordeel van licht is dat het veilig is en je het makkelijk toe kan passen. Met die techniek zijn we gevoelig voor een aantal dingen, zoals de hoeveelheid klierweefsel, de toevoer van melkingrediënten via het bloed en de toeschietreflex – de reflex die ervoor zorgt dat er melk naar buiten stroomt uit de borst.” Bosschaart en haar team zijn die techniek nu aan het testen. Ze gebruiken daarnaast MRI om borstvoeding te onderzoeken. Zo onderzoeken ze met zowel nieuwe als bekende technieken wat er voor, tijdens en na een borstvoeding in de borst gebeurt. 

Melkstroom en -samenstelling  

Een andere techniek in ontwikkeling is bedoeld om de melk zelf te analyseren. De onderzoekers willen hiermee zowel de melkstroom als de samenstelling van de moedermelk meten. Bosschaart: “We willen weten wat een kindje drinkt aan de borst. Bijvoorbeeld hoeveel melk, maar ook wat er in de melk zit en hoe dat verandert gedurende een voeding.” Ook hier gebruiken de onderzoekers licht voor. Bosschaart vertelt waarom: “Meten met licht heeft veel voordelen. Technieken op basis van licht zijn compact, waardoor je het goed in een kleine sensor kunt integreren. Daarnaast is het relatief goedkoop, veilig en onschadelijk.” De nieuwe methode is volgens Bosschaart vooral vanuit onderzoeksperspectief interessant, zeker gecombineerd met onderzoek naar wat er gebeurt in de borst. Het zou echter ook praktische toepassingen kunnen hebben in de borstvoedingsondersteuning.  

Ondersteuning bij borstvoeding 

In de praktijk is borstvoeding geen onbesproken thema. Moeders die problemen hebben met borstvoeding kunnen een beroep doen op een lactatiekundige. Bosschaart: “Die zorgverleners kunnen meekijken met het borstvoedingsproces en helpen met het aanleggen van het kindje en de drinktechniek van het kindje zelf. Daar is gelukkig al heel veel over bekend. Maar wat er precies in de borst gebeurt, blijft grotendeels onbekend. Daar is echt meer onderzoek voor nodig. Als we meer inzicht krijgen in hoe borstvoeding werkt, kunnen we uiteindelijk moeders en baby’s nog beter helpen.” 

Toekomstwensen 

Bosschaart en haar team zijn op dit moment nieuwe technologieën aan het ontwikkelen. Wat is de volgende stap? Bosschaart zegt: “Deze technologieën inzetten in borstvoedingsonderzoek. Kijken naar hoe borstvoeding werkt. De fundamentele biologie van borstvoeding beter begrijpen. Mijn toekomstdroom is dat ons huidige onderzoek uiteindelijk leidt tot meer zelfvertrouwen en inzicht bij vrouwen die borstvoeding geven.” 

Kom studeren aan de Universiteit Twente

Vond je dit een boeiend artikel? Dan vind je deze studieprogramma's misschien ook interessant.

Gerelateerde verhalen