Hoe praktijkopgeleide medewerkers zelf het verschil maken
UT-onderzoekers Maaike Endedijk en Britt Wiefferink zoeken het antwoord op die vraag. In samenwerking met bedrijven en onderwijsinstellingen ontwikkelden zij een vernieuwende aanpak waarin leren en werken hand in hand gaan: de Learning Community.
Praktijkgericht leren, midden in het werk
Een Learning Community is geen traditionele opleiding, maar een tijdelijke leergroep binnen een bedrijf. Zes tot acht medewerkers uit verschillende functies werken tien weken lang aan een praktisch probleem dat speelt op hun eigen werkvloer. Ze worden begeleid door een facilitator en ondersteund door een expert uit een kennisinstelling.
“Wij werken echt met de mensen van de vloer,” vertelt Wiefferink. En dat maakt het verschil. Medewerkers mogen en kunnen echt iets veranderen in hun bedrijf. “Er wordt naar hun geluisterd.” Dat gevoel van eigenaarschap is essentieel, want leren werkt pas als het onderwerp relevant is voor het dagelijks werk. Wiefferink: “Dat bleek wel uit een Learning Community rondom het aantrekkelijker maken van het beroep van monteurs. Daar gingen medewerkers met recruitment aan de slag. Helemaal niet relevant en dat kwam ook niet van de grond.”
Dat blijkt ook uit de praktijk bij Wassink Installatie. Daar werkten medewerkers samen aan een nieuwe manier van werken met refurbished onderdelen voor cv-installaties. De eerste ervaring van medewerkers met een Learning Community leverde een tastbaar én duurzaam resultaat op. Door het gekozen thema dicht bij de dagelijkse werkzaamheden te houden, groeide het enthousiasme en werd de oplossing ook echt ingebed in het bedrijf.”
Van scepsis naar enthousiasme
In het begin was er scepsis. Medewerkers vroegen zich af wat ze in een ‘groepje’ zouden leren. Maar al na één ronde wilden veel bedrijven het traject herhalen. Ze zagen hoe hun medewerkers groeiden, hoe nieuwe ideeën ontstonden en hoe innovatie een vaste plek kreeg in de organisatie. “Pas als innovatie een vaste plek in de organisatie krijgt ga je echt meters maken met elkaar,” aldus Endedijk.
Ook de deelnemers zelf zijn enthousiast. Een medewerker met dertig jaar technische ervaring vond het verfrissend om actief mee te denken: “Een Learning Community is geen klas waar je achterover leunt, maar je zit zelf aan het stuur. Je doet mee op basis van gelijkwaardigheid.”
Steeds meer Learning Communities
Wat begon als een pilot is uitgegroeid tot een brede beweging. Er zijn meer dan dertig Learning Communities opgezet bij installatiebedrijven binnen dit project, en dat aantal blijft groeien tot inmiddels meer dan 100. Steeds meer bedrijven door het hele land starten Learning Communities op. Dankzij praktische handleidingen, workshops en tools die het project opleverde, kunnen bedrijven nu ook zelfstandig met Learning Communities aan de slag. “Alle benodigde kennis hebben we open toegankelijk gemaakt. Zo kan iedereen in principe een Learning Community starten,” vertelt Endedijk.
Het succes schuilt niet alleen in het concept, maar ook in de manier waarop het wordt uitgevoerd. Een goede facilitator zorgt voor een veilige leeromgeving en helpt deelnemers hun expertise te delen. ‘Ik weet wat anders dan jij’ wordt dan geen tegenstelling maar een startpunt voor samenwerking. De facilitator hoeft zelf geen technisch expert te zijn – juist niet. Een facilitator stelt vragen die anderen aan het denken zetten.
De sleutel tot succes
Toch is het niet vanzelfsprekend dat een Learning Community slaagt. Er zijn randvoorwaarden, zoals een concreet en haalbaar vraagstuk, betrokken deelnemers, en vooral: die goede facilitator. In samenwerking met Saxion Hogeschool werken de onderzoekers aan een kwaliteitsregister en scholing voor facilitators. Want de rol van deze procesbegeleider blijkt cruciaal voor het slagen van het traject.
Wat begon als een initiatief van verschillende onderzoekers van de UT en Saxion, groeide dankzij de inzet van een breed netwerk van partners uit tot een landelijke beweging. Dankzij de samenwerking met ROC van Twente, Windesheim, Wij Techniek, stichting Pioneering, Techniek Nederland, ISSO en zeven installatiebedrijven uit Twente was het mogelijk om op te schalen.
Wat al deze partners hopen, is dat de aanpak beklijft. Dat bedrijven leren hoe ze zelf leerruimte kunnen creëren voor hun mensen. Zodat innovatie niet iets wordt dat ‘erbij komt’, maar onderdeel is van het dagelijks werk. Het project won de landelijke Leercultuur award van de LLO-katalysator. Met nieuwe subsidies wordt het concept nu verder uitgebreid naar andere sectoren en regio’s.