UTFaculteitenBMSCentrumNieuwsHealth on the move—can we keep up?

Health on the move—can we keep up? Activity tracker performance test to measure data and strategic skills

Activity trackers hebben de potentie om ons welzijn en kwaliteit van leven te verbeteren. Echter, de bevindingen van een recente studie waarin 100 Nederlanders enkele weken een FitBit gebruikten, tonen dat de vereiste vaardigheden om deze beloftes waar te maken tekortschieten. De gemeten niveaus van zowel data- als strategische vaardigheden die nodig zijn voor het gebruik van activity trackers tonen dat er nog veel ruimte voor verbetering is. De meest voorkomende problemen omtrent datavaardigheden hadden te maken met het vinden en navigeren naar benodigde gegevens of het begrijpen van visualisaties van deze gegevens. Aanzienlijke problemen op het gebied van strategische vaardigheden ontstonden bij het stellen van concrete doelen en acties op basis van verzamelde data.

Het grote aantal navigatie gerelateerde problemen dat de deelnemers ervaarden impliceert dat het gebruik van activity trackers al bij de basis problematisch is. Het gevolg is dat gebruikers van activity trackers vaak niet verder komen dan de eenvoudige functies van het apparaat, waardoor zij geen volledig beeld krijgen van hun huidige activiteitenniveaus en gezondheidstoestand in het algemeen. Ter illustratie: De meeste gebruikers waren prima in staat hun dagelijkse aantal stappen te achterhalen, maar ondervonden wel problemen met het vaststellen van de perioden waarin zij de meeste of minste stappen hadden gezet. Dergelijke informatie is wel nodig voor een correcte interpretatie: gebruikers die voldoen aan het totale aanbevolen dagelijkse stappen zouden zichzelf als actief kunnen beschouwen terwijl ze meerdere opeenvolgende uren per dag stilzitten, een vorm van inactiviteit die ernstige gezondheidsrisico's met zich meebrengt. De gevonden problemen kunnen tot op zekere hoogte worden toegeschreven aan slechte ontwerpkeuzes die van invloed zijn op het vermogen van gebruikers om internettechnologie te bedienen en te navigeren. De gevonden vaardigheidsgerelateerde problemen geven tal van aanwijzingen voor verbeteringen van het ontwerp van de interface van activity trackers.

Het is minder waarschijnlijk dat de vaardigheden om gegevens te interpreteren en om strategische beslissingen te nemen worden beïnvloed door slechte ontwerpkeuzes. Bij het strategisch gebruik van de activity tracker werden veel problemen ervaren. Deelnemers hadden vooral moeite om de verzamelde gegevens te gebruiken voor het formuleren van doelen die hun huidige gezondheid ten goede zou komen. Dit, samen met het gebrek aan het opstellen van concrete en specifieke acties, kan gebruikers er van weerhouden actiever te worden. Concrete specifieke acties zijn namelijk echt nodig voor het bevorderen van motivatie en veranderen van gedrag. Het onvermogen om een gedetailleerd, gepersonaliseerd actieplan op te stellen kan ertoe leiden dat gebruikers andere (gezondheidsbevorderende) functies van activity trackers niet gebruiken.

De resultaten suggereren dat waarschijnlijk vele Nederlanders worden uitgesloten van effectief gebruik van activity trackers. Dit lijkt nog meer op te gaan voor ouderen en lager opgeleiden. Dit is zorgwekkend, aangezien zij in relatieve zin het meest kunnen profiteren van een verbeterde gezondheid door beslissingen die door activity trackers worden voorgesteld. De resultaten suggereren echter ook dat oudere gebruikers niet minder presteren dan jonogeren bij het strategisch gebruiken van activity trackers, mits zij niet gehinderd worden door een tekort aan datavaardigheden. In ieder geval is het wenselijk interventies die ondersteuning bieden bij het gebruik van activity trackers aan te gaan bieden.

Volledig artikel (EN) hier te lezen.