1. Je eindigt misschien niet met een kant-en-klare vriendengroep voor het leven
Als je films en brochures moet geloven maak je als student vanaf dag één meteen vrienden voor het leven. Maar diepe vriendschappen ontstaan niet zomaar, en zeker niet meteen. Het mooie aan je studententijd is wél dat je de kans krijgt om ze op te bouwen. Je gaat door zware tentamens, pittige practica en vermoeiende groepsprojecten. Dat soort ervaringen verbinden – en soms ontstaan daardoor levenslange vriendschappen.
Maar het kan ook zijn dat dat níét gebeurt. En dat is helemaal oké. Misschien ben je tevreden met de vrienden die je al hebt, of is het maken van nieuwe vrienden gewoon geen prioriteit voor je. Hoe dan ook: het is niet raar als je tijdens je studententijd geen superhechte vriendengroep opbouwt.
2. Soms ben je je eigen grootste obstakel
Met vrijheid komt verantwoordelijkheid – en dat betekent ook dat het heel makkelijk is om jezelf in de weg te zitten. Geen ouders of leraren meer die je planning in de gaten houden (jij bent nu de verantwoordelijke volwassene!), en dus sluipen uitstelgedrag en slechte gewoontes er snel in. Het goede nieuws: de universiteit is een relatief veilige plek om te leren hoe je hiermee om moet gaan. Het slechte nieuws? Het is óók de perfecte plek om jezelf compleet te saboteren – en zo vast te komen zitten in een negatieve spiraal waardoor je niets gedaan krijgt.
3. Impostor syndrome overkomt iedereen
Voel je je soms alsof je niet op de uni thuishoort? Je bent niet de enige. Zelfs de slimste studenten hebben soms het idee dat ze niet goed genoeg zijn. Onthoud: bijna iedereen twijfelt wel eens aan zichzelf – ook al lijkt dat misschien niet zo.
4. Docenten zijn niet automatisch je mentor
Docenten hebben het druk: onderzoek, colleges, administratieve taken... Natuurlijk willen ze graag studenten helpen – dat hoort bij hun werk – maar jij moet wel de eerste stap zetten. Ga regelmatig naar het vragenuurtje, stel oprechte vragen, toon interesse – dat soort dingen. Verwacht alleen niet dat het net zo zal zijn als op de middelbare school, waar docenten je stap voor stap door je studententijd begeleiden.
5. Je studiekeuze kan tegenvallen
De honeymoon phase is echt. Je aanvankelijke enthousiasme over je studie kan snel verdwijnen zodra je de diepte in gaat. Als je begint te twijfelen aan je keuze, is dat volkomen normaal. Verwachten dat scholieren van 17 of 18 al weten wat ze de rest van hun leven willen doen, is eigenlijk best gek.
Universiteiten weten ook dat sommige studenten uiteindelijk van richting veranderen. Dus als je voelt dat je studie toch niet helemaal bij je past: onderneem dan op tijd actie. Als je je overstap bewust en vroeg genoeg maakt, kun je vaak zonder al te veel vertraging van studie switchen.
6. Druk zijn is niet altijd goed
Op de universiteit lijkt ‘druk zijn’ soms een soort statussymbool. Maar we weten allemaal hoe snel en genadeloos een burn-out kan toeslaan. Ik snap het hoor – ook ik voel me goed als ik druk bezig ben. Maar je moet echt prioriteit geven aan rustmomenten. Plan vaste pauzes in voor ontspanning en vrije tijd: die zijn soms net zo belangrijk als je colleges en practica.
7. Je betaalt voor dingen die je waarschijnlijk nooit gaat gebruiken
De meeste studenten ontdekken nooit hoeveel voorzieningen er eigenlijk voor hen beschikbaar zijn. Van gespecialiseerde bibliotheken en studiebegeleiding tot mentale zorg en loopbaanadvies – er zijn zoveel waardevolle diensten waar je gewoon gebruik van kunt maken. Colleges zijn echt maar een deel van het hele verhaal.
8. Netwerken is vreselijk, maar noodzakelijk
Netwerken is ongemakkelijk. Het voelt geforceerd om op evenementen contact te leggen met alumni, docenten of medestudenten – beide partijen weten precies wat er gebeurt, maar iedereen doet alsof dat niet zo is. Maar onthoud: iedereen op zo’n netwerkevenement is daar ooit zelf ook begonnen.
Netwerken is cruciaal voor je toekomst. Dankzij een paar contacten heb ik kansen gekregen, projecten gedaan en functies gehad die ik anders nooit had durven dromen. En als je denkt dat netwerken draait om die felbegeerde "500+ connecties" op LinkedIn? Think again. De beste contacten zijn de mensen die je écht kunnen helpen – niet zomaar een digitale connectie.