1. Home
  2. Student Stories
  3. 10 typen huisgenoten die je tegenkomt als student
Leestijd: 9 min.
Delen

10 typen huisgenoten die je tegenkomt als student

Stel je voor: je hebt net een lange dag op de universiteit achter de rug, gevuld met colleges van 's ochtends tot 's middags, en alles wat je daarnaast nog doet - je komt thuis, doet de deur open en je wordt begroet... met dit. 

Foto van Wisang
Wisang
10 typen huisgenoten die je tegenkomt als student aan de universiteit twente

Samenwonen met huisgenoten kan een bijzondere ervaring zijn. Bijzonder is zo’n mooie manier om het te beschrijven, omdat het niet per se betekent dat het slecht (of goed) is. Je kunt de beste huisgenoten ooit hebben, waarbij thuiskomen echt als thuiskomen voelt, en je oprecht blij en relaxed de voordeur opentrekt. Of je kunt je aan de compleet andere kant van het spectrum bevinden, met de meest verschrikkelijke huisgenoten die deze aarde ooit heeft gekend, en thuiskomen voelt dan als een regelrechte straf. Ik heb mijn portie vreemde huisgenoten wel gehad, maar onderweg zijn er ook mensen in mijn leven gekomen waarbij ik dacht: ‘Hé. Ik vind het eigenlijk wel fijn om met jullie te wonen.’ Hopelijk maak jij het laatste vaker mee dan het eerste. 

Goed, laten we eens duiken in de verschillende typen huisgenoten die je mogelijk zult tegenkomen tijdens je studententijd.  

1. Je favo huisgenoot 

Samenwonen met je beste vrienden is niet per se een goed idee, want wat sociaal voor je werkt, werkt misschien niet privé. Toch, als je moeite doet – en in een beetje een sociaal huis woont – zul je onvermijdelijk naar iemand toe trekken met wie je echt een klik hebt: je favo huisgenoot. Je hebt je eigen vrienden buiten de deur, maar thuis is er die ene persoon met wie je altijd wel zin hebt om te kletsen of samen te koken. Zo iemand maakt thuisblijven een stuk leuker – en het geeft je het gevoel dat je een bondgenoot in huis hebt. 

2. De neat freak 

Elk huis heeft er één nodig, maar vaak is één ook wel genoeg. De meeste mensen zorgen prima voor zichzelf, maar soms ontmoet je iemand die net dat stapje verder gaat – en eindeloos tegen je loopt te zeuren omdat je een vies lepeltje in de gootsteen hebt laten liggen. ‘Oh, maar we moeten het huis brandschoon houden!’ Shut up, Robin. Daarom mag niemand je. 

Ja, neat freaks zijn schoon en ze doen veel in huis, maar het is soms de moeite niet waard als je er elke week een stortvloed aan passief-agressieve appjes voor terugkrijgt, compleet met een lijstje wie wat moet schoonmaken. 

Maar oké, ik moet toegeven: deze huisgenoten zijn altijd beter dan hun tegenhangers: 

3. De slons 

Wat ze in huis presteren is bijna indrukwekkend – in de zin dat je je serieus afvraagt hoe mensen zoals zij überhaupt bestaan. Begrijp me niet verkeerd: ik ben zelf ook schuldig geweest aan het opstapelen van vieze borden op mijn kamer, het vergeten van het vuilnis, of pas op het laatste moment stofzuigen. Maar er is een verschil tussen een beetje rommelig zijn en ronduit smerig. 

In een oud huis waar ik ooit woonde, hadden we op een gegeven moment maden die rondkropen bij het kruidenrek, omdat de slons altijd het aanrecht nat liet worden en nooit schoonmaakte. Over hun kamers wil ik het niet eens hebben – je hebt waarschijnlijk een hazmat-pak nodig om er überhaupt binnen te stappen. 

4. De nachtuil

Oké, ik heb me ook wel eens schuldig gemaakt aan all-nighters, maar ik zou mezelf geen echte nachtuil noemen. Mijn bedtijd is om 12.00 uur, en ik neem aan dat de meeste functionele mensen vóór het begin van de volgende dag slapen. Maar wanneer ik rond 2 of 3 uur ’s nachts mijn kamer uit stap en mijn huisgenoot in de keuken zie zitten met wallen onder z’n ogen en een stuk brood op het aanrecht zonder beleg, dan ga je toch aan dingen twijfelen. 

Er is niets mis met nachtuilen, maar als je overdag vrijwel onzichtbaar bent en alleen opduikt om 2 uur ’s nachts, compleet van de wereld, wordt het toch een beetje vreemd. 

5. De dief

Eerlijk, ik ben vaker dan ik wil toegeven de dief geweest, maar kom op – ga je me echt kwalijk nemen dat ik een beetje sojasaus pak als het veel langer duurt om naar de winkel te gaan? Ik keur stelen niet goed, maar als het om kleine dingen gaat zoals olie en kruiden, dan ga je je gang maar. Ik vind het zelf niet erg omdat ik weet dat ik het ook doe, en ik weet dat iedereen in mijn huis net zo goed mijn kruiden steelt, dus dat maakt het weer eerlijk. Maar als je het niet fijn vindt om in de keuken te komen en te zien dat je flesje sesamolie met de dag steeds leger raakt, dan raad ik aan om je spullen in je kamer te bewaren. 

6. De Gordon Ramsay

Wat huisgenoten betreft, is dit misschien wel één van de beste. Alleen al het feit dat ze geweldig kunnen koken is top, en al hun extra eigenaardigheden zijn een pluspunt (of een minpunt, maar dat doet niets af aan het geweldige eten). Deze huisgenoten zijn vooral waardevol als je in een huis woont waar iedereen minstens twee à drie keer per week voor elkaar kookt.  

7. De normale

Wat is een ‘normale’ huisgenoot eigenlijk? Iedereen heeft zijn eigenaardigheden. Ik zou zeggen dat de normale huisgenoot iemand is die graag samen is, praat als ze andere huisgenoten zien, maar ook van hun persoonlijke ruimte houdt. Ze zijn waarschijnlijk een beetje rommelig, maar niet vies of smerig; ze ruimen de keuken op en doen op tijd hun afwas als het moet; en ze douchen zo’n 10 tot 15 minuten max. Gewoon normale mensen dingen. Blijkbaar hebben niet alle mensen hun eigenaardigheden nodig. 

8. De onzichtbare

Deze mensen verschillen van nachtuilen doordat je eigenlijk nooit zeker weet of ze wel echt bestaan. Je weet dat ze officieel bij jou in het huis staan ingeschreven, maar je ziet en hoort ze zelden. Je begint je bijna af te vragen of ze alleen een kamer huren om zich ergens in te kunnen schrijven, maar eigenlijk ergens anders wonen.. 

9. De social butterfly

Deze mensen lijken iedereen op de uni te kennen. Daardoor nodigen ze altijd honderd verschillende mensen uit – in jouw huis, en dat is af en toe prima, maar na de zoveelste keer begint het wel te vervelen. 

Zulke social butterflies hebben ook positieve kanten, hoor. Dankzij hen ontmoet je gemakkelijk nieuwe mensen, kom je in gezellige situaties terecht en zijn er leuke feestjes. Maar ik houd ook van mijn rust en mijn eigen huis, dus vergeef me als ik zeg dat één keer per week wel wat veel is als ik van mijn weekend (en het huis) wil genieten.  

10. De vriend/vriendin/whatever (ga alsjeblieft gewoon naar huis)

Ze zijn zeker geen huisgenoten, maar de mate waarin ze elektriciteit, water en wifi gebruiken waarvoor ik betaal, zouden ze dat net zo goed wél kunnen zijn. Ik heb er geen problemen mee als je je lover over de vloer hebt, ook als het wat langer is, want het is leuk en je wil gewoon meer bij elkaar zijn, toch? Het kan ook gezellig zijn voor mij, en uiteindelijk maak ik er een nieuwe vriend(in) bij. Maar oh man, als je hier 24/7 bent en het lijkt er niet op dat je snel weggaat, dan moet je echt die euro’s betalen, want water is niet goedkoop. Het kan me niet schelen dat je huis vies is of dat je je huisgenoten niet leuk vindt – dat zeg je al een maand terwijl je hier bent, en op een gegeven moment moet je gewoon naar huis. Zeker als je in dezelfde stad woont. 

Goed, je ziet het: je ontmoet veel interessante mensen op de universiteit. Misschien woon je zelfs met sommigen samen. Deze lijst is natuurlijk allemaal met een knipoog, en als je ooit met een stel huisgenoten hebt gewoond, weet je dat de meeste mensen chill zijn en gewoon hun eigen ding doen. Behalve nummer 10: ik maak geen grapje – ga alsjeblieft gewoon naar huis. Je woont echt niet ver weg.

Gerelateerde verhalen