Inschrijvingsregeling 2023-2024

Inschrijvingsregeling universiteit twente 2023-2024

Artikel 1 Inleiding

  • Art. 1.1 Begripsbepaling

    Aspirant-student

    degene die zich via Studielink voor een opleiding aan de UT heeft aangemeld en op dat moment niet voor de betreffende opleiding bij de UT staat ingeschreven en niet voor een vervolgfase (tweede of derde jaar) van de betreffende opleiding in aanmerking komt

     

     

    Bachelor of bacheloropleiding

    opleiding leidend tot de graad Bachelor of Science, geaccrediteerd door NVAO en bekostigd door OCW

     

     

    BBC

    Bewijs Betaald Collegegeld van een Nederlandse ho-instelling

     

     

    Bijvakker

    student met een inschrijving aan een andere ho-instelling in Nederland die vakken volgt bij de UT

     

     

    Bindend studieadvies

    (negatief) BSA, namens het instellingsbestuur uitgebracht door de examencommissie, betreffende de inschrijving van de student voor de opleiding

     

     

    Eerstejaarsstudent

    persoon die voor de eerste keer als student voor een opleiding aan de UT wordt ingeschreven.

     

     

    Examengeld

    het door het instellingsbestuur krachtens artikel 7.44 lid 1 WHW vastgestelde examengeld voor een inschrijving als extraneus

     

     

    Extraneus

    persoon ingeschreven aan de UT die uitsluitend het recht heeft examens of tentamens af te leggen

     

     

    Herinschrijver

    student die op enig moment in het verleden een inschrijving als student aan de UT heeft gehad en zich opnieuw inschrijft bij de UT

     

     

    Ho-instelling

    instelling voor hoger onderwijs (wo of hbo-instelling)

     

     

    Inschrijving

    (aspirant-)studenten die voldoen aan de wettelijke vooropleidingseisen en de toelatingsvoorwaarden die zijn vermeld in de inschrijvingsregeling UT kunnen worden ingeschreven als student aan de UT, indien zij alle benodigde documenten hebben aangeleverd en hun collegegeld hebben betaald

     

     

    Instellingscollegegeld

    het krachtens artikel 7.43 lid 1 en artikel 7.46 WHW door het instellingsbestuur vastgestelde collegegeld

     

     

    Instellingsbestuur

    het College van Bestuur van de Universiteit Twente

     

     

    Master of masteropleiding

    opleiding leidend tot de graad Master of Science, geaccrediteerd door NVAO en bekostigd door OCW

     

     

    NVAO

    Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie

     

     

    OER

    Onderwijs en Examen Regelement

     

     

    OCW

    Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

     

     

    Post-initiële master

    Geaccrediteerde, maar niet bekostigde Master opleiding

     

     

    Pre-master

    deficiëntietraject voor studenten die op grond van hun bachelordiploma nog niet toelaatbaar zijn tot de masterstudie

     

     

    Register onderwijsdeelnemers (voorheen BRONHO)

    Register waarin de persoons-, deelname- (inschrijvings-) en resultaat (diploma) gegevens van studenten in het Nederlands Hoger Onderwijs staan

     

     

    RIO (voorheen o.a. CROHO)

    Registratie Instellingen en Opleidingen: het geheel van informatie over het wie, wat en waar in het onderwijs

     

     

    SAS

    Student Affairs & Services-afdeling van de UT

     

     

    Student

    persoon die door de UT op grond van artikel 7.32 lid 1 WHW voor een bachelor- of (pre-)masteropleiding van de UT is ingeschreven

     

     

    Student niet-bekostigd onderwijs

    persoon die door de UT wordt geregistreerd als deelnemer aan het onderwijs van één van de opleidingen aan de UT, maar niet op grond van artikel 7.32 lid 1 WHW als student of extraneus aan de UT ingeschreven is. Deze persoon volgt óf een aantal vakken óf heeft zich ingeschreven voor een niet-bekostigde opleiding

     

     

    Studiefinanciering

    studiefinanciering op grond van hoofdstuk II van de Wet op de studiefinanciering

     

     

    Studiejaar

    het tijdvak dat aanvangt op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daaropvolgende jaar

     

     

    Studiekeuzeadvies

    een advies van de opleiding ten aanzien van de studiekeuze van een aspirant-student op basis van de Studiekeuzeactiviteit

     

     

    Studiekeuzecheck

    de activiteit die de UT aan aspirant-studenten voor een bacheloropleiding aanbiedt, met als doel het verstrekken van een studiekeuzeadvies

     

     

    UT

    Universiteit Twente

     

     

    Vergoeding per EC

    de vergoeding per studiepunt (EC) die een student op grond van artikel 7.57i WHW voor een inschrijving in een premaster betaalt

     

     

    WHW

    Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek

     

     

    Wettelijk collegegeld

    het in artikel 7.43 lid 1 en 7.45 WHW genoemde collegegeld

  • Art. 1.2 Status van de regeling

    Deze pagina bevat de officieel vastgestelde inschrijvingsregeling van de Universiteit Twente. Tot deze regeling behoren alle UT-webpagina's waarnaar vanuit deze pagina wordt verwezen. Deze verwijspagina’s maken formeel onderdeel uit van de inschrijvingsregeling en zijn leidend en bindend voor de interpretatie van de regeling.

  • Art. 1.3 Vaststellingsprocedure

    De inschrijving van studenten aan een instelling voor hoger onderwijs is gebonden aan wettelijke regels. De algemeen geldende regels worden beschreven in hoofdstuk 7, titel 3 WHW.

    Instellingen kunnen conform artikel 7.33 WHW de algemene regels zelf verder uitwerken. Bij strijdigheid van de inschrijvingsregeling van de instelling met de bepalingen van de WHW is de WHW leidend.

    De inschrijvingsregeling wordt jaarlijks vastgesteld en is dan geldig voor het nieuwe studiejaar. Het proces van besluitvorming is als volgt: het hoofd van de afdeling Student Affairs and Services (SAS) stelt een concept van de UT-inschrijvingsregeling op, die vervolgens wordt besproken in het Platform Wet en Regelgeving. Daarna wordt een eventueel aangepaste versie voorgelegd aan de Universitaire Commissie Onderwijs (UC-OW). Deze adviseert het College van Bestuur. Vervolgens legt het College van Bestuur de inschrijvingsregeling voor een laatste advies aan de Universiteitsraad voor. Tot slot stelt het College van Bestuur de inschrijvingsregeling vast.

    Het hoofd van SAS is namens de universiteit belast met de uitvoering van de inschrijvingsregeling.

  • Art. 1.4 Onderscheid aanmelding en inschrijving

    Er is een belangrijk onderscheid tussen aanmelding en inschrijving. Aanmelding betekent dat studenten door middel van registratie (in Studielink) aan de UT hebben laten weten dat zij aan de UT een opleiding willen volgen. De inschrijvingsregeling gaat over de regels die gelden om tot een inschrijving te komen die recht geeft op deelname aan het onderwijs en het gebruik van de onderwijsfaciliteiten van de UT.

  • Art. 1.5 Bekostigde en niet-bekostigde inschrijvingen

    Binnen de regeling wordt onderscheid gemaakt tussen twee typen inschrijvingen:

    1. Aspirant-studenten die zich inschrijven als bachelor-, pre-master- of masterstudent voor een bekostigde opleiding. Dat kan ook een deeltijdopleiding zijn. Deze categorie duiden we aan als inschrijvingen voor bekostigde opleidingen.
    2. Alle overige inschrijvingen duiden we aan met inschrijvingen voor niet-bekostigde opleidingen.

    Het onderscheid wordt om administratieve redenen gemaakt en houdt verband met een correcte registratie in het Register Onderwijs Deelnemers van studenten die onder de reguliere bekostiging van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vallen.

Artikel 2 Inschrijvingen voor bekostigde opleidingen

  • Art. 2.1 Voorwaarden voor inschrijving

    ART. 2.1 VOORWAARDEN VOOR INSCHRIJVING

    Art. 2.1.1 Voorwaarden voor inschrijving

    Aspirant-studenten worden pas ingeschreven als student van de UT, als zij kunnen aantonen aan de volgende voorwaarden te hebben voldaan:

    1. Het verzoek tot inschrijving is gedaan via Studielink. Voor meer informatie, bekijk de pagina Aanmelden voor een bachelor- of masteropleiding.
    2. Aspirant-studenten hebben aangetoond dat zij aan de vooropleidingseisen voldoen; zie artikel 2.1.2 t/m artikel 2.1.6 in deze regeling.
    3. Aspirant-studenten zijn hun financiële verplichtingen conform de door de UT vastgestelde betalingsprocedure nagekomen; zie artikel 2.5 in deze regeling. Bij de financiële verplichtingen behoren ook in eerdere studiejaren verschuldigde, maar nog niet betaalde college- of examengelden of vergoeding per EC.
    4. Aspirant-studenten hebben, indien zij geen nationaliteit binnen de EER hebben, een geldige verblijfsvergunning in de zin van artikel 8 Vreemdelingenwet 2000 aangeleverd. Er is een uitzondering voor studenten met een Surinaamse of Zwitserse nationaliteit. Voor meer informatie, bekijk de pagina Entry Visa.

    Art. 2.1.2 Aanvullende voorwaarden voor inschrijving voor de bacheloropleiding

    1. Inschrijving vindt plaats indien er is voldaan aan de vooropleidingseis, evenals aan de nadere vooropleidingseisen, tenzij de student daarvan is vrijgesteld (artikel 7.24 t/m 7.30 WHW).
    2. Bij een inschrijving voor het tweede jaar van een bachelor geldt gedurende drie jaar dat de student geen negatief bindend studieadvies voor de betreffende bachelor mag hebben (artikel 7.8b lid 5 WHW).
    3. Voor ATLAS geldt selectie en voor Technische Geneeskunde, Technical Computer Science en Psychologie geldt een numerus fixus.

    Zie voor de specifieke eisen per opleiding de pagina Overzicht bacheloropleidingen.

    Art. 2.1.3 Aanvullende voorwaarden voor inschrijving van een UT-student voor een aansluitende masteropleiding aan de UT

    1.   Bij de eerste inschrijving van een UT-bachelor student voor een UT-master die in de Onderwijs en Examen Regeling (OER) van de betreffende masteropleiding is vastgelegd als aansluitende masteropleiding geldt dat er door of namens het instellingsbestuur een geslaagdverklaring of getuigschrift van de betreffende bachelor is afgegeven, waarmee de student er blijk van geeft voldaan te hebben aan de in de betreffende onderwijs- en examenregeling vastgestelde (toelatings-)eisen.

    Zie voor een overzicht van de Bachelorprogramma's die toelating geven tot de Masterprogramma's de pagina Doorstroommatrix.

    Art. 2.1.4 Aanvullende voorwaarden voor inschrijving voor overige (pre-)masteropleidingen

    1.     Bij de eerste inschrijving voor (pre-)masteropleidingen van de UT gelden de volgende toelatingseisen. Er is door of namens het instellingsbestuur een verklaring afgegeven dat de student kan worden toegelaten, waarbij is vastgesteld dat de student (a) in het bezit is van een toelatend bachelorgetuigschrift of doctoraalgetuigschrift of van een bachelor in combinatie met een behaalde pre-master, dan wel is vrijgesteld van het bezit van een toelatend getuigschrift, al dan niet door het afleggen van een assessment; (b) aan de overige, in de betreffende onderwijs- en examenregeling voor toelating gestelde eisen van de betreffende masteropleiding, heeft voldaan.

    2.     Er is door of namens het instellingsbestuur een verklaring afgegeven dat de student toegelaten kan worden tot het pre-mastertraject van de masteropleiding. Inschrijving vindt plaats in de bijbehorende bacheloropleiding.

    Zie voor een overzicht van Masterprogramma's met bijbehorende Bachelorprogramma's de pagina Masters: bijbehorende Bachelors.

    Art. 2.1.5 Aanvullende voorwaarden voor inschrijving voor een gezamenlijke opleiding/joint degree

    1. Aspirant-studenten die zich inschrijven voor een joint degree van de UT worden ook als student ingeschreven aan de andere universiteit(en), voor zover dit een Nederlandse instelling betreft (artikel 7.3e lid 1 WHW);
    2. Aspirant-studenten die ingeschreven staan voor een gezamenlijke opleiding kunnen, indien dit binnen de betrokken universiteiten is afgesproken, hun verschuldigde collegegeld betalen aan de penvoerder van het gezamenlijke programma. De UT ontvangt een verklaring van de penvoerder. Hiermee hebben aspirant-studenten voldaan aan hun financiële verplichtingen aan de UT;
    3. Afspraken, die in het kader van samenwerkingsovereenkomsten op het gebied van inschrijving en instellingscollegegelden tussen instellingen zijn gemaakt, worden in acht genomen.

    Art. 2.1.6 Aanvullende voorwaarde voor inschrijving als extraneus

    Bij een inschrijving als extraneus moet een verklaring van geen bezwaar van de desbetreffende opleiding worden overgelegd.

    Art. 2.1.7 Lissabon-afspraken

    Voor alle bovengenoemde inschrijvingen geldt dat de Lissabon-afspraken over de erkenning van nationale kwalificaties van toepassing zijn; zie artikel 7.28 WHW. In dit verdrag is geregeld dat studenten die afkomstig zijn uit landen die het betreffende verdrag hebben ondertekend en in hun eigen land tot een bachelor- of masteropleiding toelaatbaar zijn, in principe ook tot een bachelor of master aan de UT toelaatbaar zijn.

    Art. 2.1.8 Harde knip

    Studenten kunnen pas voor een masteropleiding worden ingeschreven, als zij kunnen aantonen dat zij hun bachelor volledig hebben afgerond. Vakken uit het examenprogramma van de master kunnen alleen op het masterdiploma komen te staan, als die tijdens een inschrijving voor de master behaald zijn.

    Art. 2.1.9 Application fee

    Voor bepaalde groepen studenten van bepaalde (pre-)masteropleidingen wordt het verzoek tot inschrijving in Studielink pas in behandeling wordt genomen, nadat er een application fee is betaald. Informatie over betreffende studenten en opleidingen die deelnemen aan deze pilot staat op de betreffende opleidingssites.

  • Art. 2.2 Studiekeuzeactiviteit

    Conform artikel 7.31b t/m art 7.31d WHW gelden er een aantal algemene regels voor het deelnemen van studenten aan studiekeuzeactiviteiten. Bij de UT zijn de studiekeuzeactiviteiten vormgegeven door middel van een zogenaamde studiekeuzecheck. De regels hieronder gelden niet voor degene die zich aanmeldt voor een bacheloropleiding waarvoor een selectieprocedure op basis van numerus fixus geldt (Bachelor Technische Geneeskunde, Technical Computer Science en Bachelor Psychologie) of waarvoor selectie op grond van kleinschalig en intensief onderwijs (ATLAS) is ingesteld.

    Art. 2.2.1 Algemene regels omtrent studiekeuzecheck Universiteit Twente

    • Alle aspirant-studenten hebben recht op deelname aan een studiekeuzecheck, mits zij zich vóór 1 mei voor een bacheloropleiding aanmelden.    
    • Alle aspirant-studenten hebben recht op een studiekeuzeadvies op basis van de studiekeuzecheck.
    • Deelname aan de studiekeuzecheck kan een verplicht onderdeel van de inschrijfprocedure vormen en daarmee reden zijn om de inschrijving tot de opleiding te weigeren; zie ook artikel 2.2.3 in deze regeling.
    • Een studiekeuzeadvies is niet bindend: het is een belangrijke indicator voor studiesucces, maar kan geen reden zijn voor een afwijzing.
    • Aan de uitkomst van de studiekeuzecheck kunnen geen rechten ten aanzien van de toelaatbaarheid tot een opleiding worden ontleend. Er moet aan alle toelatingseisen worden voldaan.

    Art. 2.2.2 Aanmelding in Studielink na 1 mei

    Bij aanmelding na 1 mei heeft de aspirant-student geen recht op deelname aan een studiekeuzeactiviteit meer. Er bestaat echter de mogelijkheid dat de opleiding alsnog aan de aspirant-student een studiekeuzecheck aanbiedt. Als de studiekeuzecheck verplicht is, dan is deze ook verplicht bij aanmelding na 1 mei; zie ook het tabblad 'Studiekeuze & Voorlichting' op de opleidingswebsite.

    In twee gevallen heeft de aspirant-student wèl recht op deelname aan een studiekeuzeactiviteit, ook al heeft hij zich pas na 1 mei aangemeld. Deze uitzondering geldt voor:

    1. Studenten die zich vóór 1 mei hebben aangemeld bij een andere bacheloropleiding bij een Nederlandse HO-instelling.
    2. Studenten die zich niet vóór 1 mei konden aanmelden ten gevolge van een negatief bindend-studieadvies van een andere bacheloropleiding bij een Nederlandse HO-instelling.

    Art. 2.2.3 Verplichte studiekeuzecheck

    Het Instellingsbestuur mag zelf bepalen of deelname aan de studiekeuzecheck verplicht is. Op dit moment kennen de opleidingen Creative Technology en Advanced Technology een verplichte studiekeuzecheck.

    Studenten die zonder geldige reden niet (tijdig) deelnemen aan een verplichte studiekeuzecheck kan de toegang tot een opleiding worden ontzegd. Het instellingsbestuur bepaalt of er sprake is van een geldige reden. Geldige redenen zijn in elk geval:

    1. De student heeft zich vóór 1 mei aangemeld bij een andere bacheloropleiding in het Hoger Onderwijs.
    2. De student heeft zich niet vóór 1 mei kunnen aanmelden ten gevolge van een negatief bindend-studieadvies van een andere bacheloropleiding.
  • Art. 2.3 Instroommomenten

    Art. 2.3.1 Vaste instroommomenten

    Studenten kunnen niet op elk moment in het jaar met een opleiding beginnen. De UT heeft vaste instroommomenten, namelijk:

    • Inschrijving in de bachelor alleen per 1 september.
    • Inschrijving in de (pre-)master per 1 september en 1 februari.

    Aspirant-studenten die zich wil inschrijven voor een (pre)master in februari dienen eerst contact op te nemen met de betreffende studieadviseur om te verifiëren of er per 1 februari wel een studeerbaar programma is. Indien er geen studeerbaar programma is, kan de student niet per 1 februari instromen.

    Deze instroommomenten gelden ook voor studenten die al staan ingeschreven als extraneus of die een niet-reguliere inschrijving hebben en zich als reguliere student willen inschrijven.

    Art. 2.3.2 Afwijkende instroommomenten

    1. Gedurende het jaar doorstromen naar de master

    De student die in de loop van het studiejaar voor de UT-bachelor of UT-pre-master slaagt en aansluitend ingeschreven wil worden in een UT-master, wordt met ingang van de eerste van de maand volgend op de slaagdatum ingeschreven in de UT-master. De student kan dan in overleg met de betreffende masteropleiding alvast mastervakken volgen en afronden. Een studeerbaar examenprogramma kan echter pas per eerstvolgend instroommoment worden gegarandeerd. Studenten die in juni of juli voor hun UT-bachelor slagen, blijven t/m augustus in de bachelor ingeschreven en worden met ingang van 1 september in de UT-master ingeschreven.

    2. Gedurende het jaar van opleiding veranderen

    De student die op 1 september ingeschreven staat bij de UT en gedurende het studiejaar van opleiding wil veranderen, wordt met ingang van de eerste van de maand ingeschreven, mits toelaatbaar en mits de opleiding akkoord gaat. Het verzoek wordt gedaan door middel van het invullen van een formulier op de website of aan de balie van de Student Services.
    Een student mag niet naar een andere opleiding overstappen, als het de bacheloropleiding Technische Geneeskunde, Technical Computer Science, Psychologie of ATLAS betreft.

    3. Gedurende het jaar inschrijven voor een tweede opleiding

    De student die op 1 september ingeschreven staat bij de Universiteit Twente en zich gedurende het studiejaar wil inschrijven voor een tweede opleiding, wordt met ingang van de eerste van de maand ingeschreven, mits toelaatbaar en mits de opleiding akkoord gaat. Het verzoek wordt gedaan door middel van het invullen van een formulier op de website of aan de balie van de Student Services. Een student mag zich niet inschrijven voor een tweede opleiding, als het de bacheloropleiding Technische Geneeskunde, Technical Computer Science, Psychologie of ATLAS betreft.

    Art. 2.3.3 Inschrijving met terugwerkende kracht niet mogelijk

    Inschrijving met terugwerkende kracht voor het gehele studiejaar is wettelijk niet mogelijk. Het is wel mogelijk om gedurende een maand met ingang van de eerste van die maand ingeschreven te worden, met uitzondering van de maand oktober.

    Art. 2.3.4 Uitzonderingen op bovenstaande regels

    De student kan alleen in bijzondere situaties (bijv. t.g.v. overmacht), en ter beoordeling en met toestemming van de opleidingsdirecteur van de betreffende bachelor- of masteropleiding en na toestemming door het hoofd SAS, op/in andere dan de hierboven beschreven momenten en situaties gedurende het jaar instromen. Een dergelijk verzoek tot inschrijving dat na 1 september wordt ingediend heeft, indien aan alle voorwaarden voor inschrijving wordt voldaan en door de opleiding en hoofd SAS wordt goedgekeurd, een inschrijving met ingang van de eerste van de maand waarin het verzoek is ingediend tot gevolg. Deze uitzonderingen worden gedocumenteerd.

    Art. 2.3.5 Duur van de inschrijving

    Volgens artikel 7.32 lid 4 WHW geschiedt de inschrijving voor het gehele studiejaar. Indien een inschrijving plaatsvindt in de loop van het studiejaar, geldt zij voor het resterende gedeelte van het studiejaar.

  • Art. 2.4 Deadlines voor aanmelding

    Een student dient vóór een vastgesteld instroommoment (zie vorige paragraaf) ingeschreven te zijn. Het realiseren van een tijdige inschrijving is weer afhankelijk van een tijdige aanmelding. De deadlines voor aanmelding kunnen verschillen per studiefase en opleiding. Ze staan genoemd op de pagina's waar onderstaande hyperlinks naar verwijzen.

    Aanmeldingen die na de gestelde deadlines worden ingediend, worden niet in behandeling genomen.

  • Art. 2.5 Collegegeld en betaling

    Art. 2.5.1 Wettelijke regels

    In hoofdstuk 7, titel 3, paragraaf 2 (Eigen bijdragen, Art. 7.43 – 7.50a) van de WHW zijn de regels met betrekking tot de eigen bijdragen van studenten te vinden. Daar komen de volgende onderwerpen aan de orde: collegegeldverplichting, examengeldverplichting, wettelijk collegegeld, instellingscollegegeld, voldoening collegegeld en vrijstellingen.

    Art. 2.5.2 Collegegeld en vergoeding

    De wettelijke collegegeldtarieven worden jaarlijks door de minister voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vastgesteld in de regeling Financiën Hoger Onderwijs. De tarieven voor de diverse opleidingen aan de UT zijn te vinden op de pagina Collegegeld voor bachelor en (pre-)master.

    1. Wettelijk tarief

    Recht op betaling van het wettelijk tarief hebben studenten die voldoen aan elk van de volgende voorwaarden:

    1. De student staat ingeschreven voor een bekostigde opleiding aan een Nederlandse universiteit of hogeschool.
    2. De student heeft de nationaliteit van één van de EEA-landen (Noorwegen, Zwitserland, IJsland, Liechtenstein, Oostenrijk, België, Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Tsjechië, Denemarken, Estland, Finland, Frankrijk, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ireland, Italië, Letland, Litouwen, Luxemburg, Malta, Polen, Portugal, Slowakije, Slovenië, Spanje, Zweden, Roemenië) of Suriname. De student voldoet tevens aan de nationaliteitsvereiste als familielid van een in Nederland wonende EER-burger of als de student een verblijfsvergunning heeft op basis waarvan deze in aanmerking komt voor studiefinanciering.
    3. De student heeft bij aanvang van het studiejaar nog geen ander vergelijkbaar diploma behaald aan een bekostigde opleiding. Dit betekent dat de student niet in het bezit is van een bachelordiploma ten tijde van de inschrijving voor een bacheloropleiding en niet in het bezit is van een masterdiploma ten tijde van de inschrijving voor een masteropleiding.

    Voor een paar categorieën wordt een uitzondering gemaakt. De student betaalt nooit meer dan het wettelijk collegegeld, indien voldaan wordt aan de voorwaarden van artikel 2.5.2.1.1 en 2.5.2.1.2 in deze regeling en:

    4. De student al wel een (bachelor- of master) graad heeft behaald, maar voor de eerste keer een opleiding op het gebied van Onderwijs of Gezondheidszorg volgt en daarbij niet eerder een opleiding in de gezondheidszorg of het onderwijs heeft gevolgd; zie ook artikel 2.5.3.4.

    5. De student al wel één of meerdere (bachelor- of master) graden heeft behaald, maar een lerarenopleiding volgt. Bij het volgen van een lerarenopleiding heeft een student altijd recht op het instellingstarief ter hoogte van het wettelijk tarief. Dit betreffen de volgende Master-opleidingen: Educatie in de Mens- en Maatschappijwetenschappen en Educatie en Communicatie in de Bètawetenschappen.
    6. De student de tweede opleiding is gestart tijdens een eerste opleiding en deze, ook na het behalen van een graad voor de eerste opleiding, ononderbroken heeft gevolgd; zie ook artikel 2.5.3.4 in deze regeling.

    2. Vergoeding per EC

    Voor alle studenten die alleen een inschrijving in de pre-master hebben geldt dat zij betalen per EC; zie WHW artikel 7.57i. Deze vergoeding bedraagt per EC voor alle studenten het geldende wettelijk tarief gedeeld door zestig.

    3. Instellingstarief

    Voor alle studenten die niet voldoen aan de eisen om in aanmerking te komen voor het wettelijk tarief geldt het instellingstarief.

    Art. 2.5.3 Aanvullende regelingen op collegegeld

    1. Halvering wettelijk tarief eerste jaar

    Recht op één jaar (12 aaneengesloten maanden) halvering van het wettelijke tarief hebben studenten die voldoen aan alle onderstaande eisen:

    1. Studenten die, conform artikel 2.5.2 in deze regeling, voldoen aan de voorwaarden voor het wettelijk tarief.
    2. Studenten die voor het eerst starten met een opleiding aan een HO-instelling.
    3. Studenten die een bacheloropleiding volgen (pre-masters zijn uitgesloten).

    Studenten die voldoen aan alle bovengenoemde eisen voor halvering van het collegegeld, maar voor wie de hoogte van het volledige collegegeld het in het betreffende studiejaar geldende wettelijke tarief overtreft (bij ATLAS is het volledige collegegeld bijvoorbeeld twee keer zo hoog als het wettelijke tarief), hebben recht op eenmalige halvering van het wettelijke collegegeld. Studenten hebben geen recht op halvering van hun volledige collegegeld (in het geval van ATLAS krijgt de student eenmalig 50% korting op het wettelijke tarief, in totaal 25% korting op het volledige collegegeldtarief).

    2. Halvering wettelijk tarief tweede jaar

    Recht op een tweede jaar halvering van het wettelijk tarief hebben studenten die voldoen aan alle onderstaande eisen:

    1. Studenten die, conform artikel 2.5.2 in deze regeling, voldoen aan de voorwaarden voor het wettelijk tarief.
    2. Studenten die vanaf of na studiejaar 2018-2019 voor het eerst starten met een opleiding aan HO-instelling.
    3. Studenten die een lerarenbachelor- of masteropleiding volgen.
    4. Start een student een lerarenbacheloropleiding in studiejaar 2023-2024 dan komt de student in studiejaar 2024-2025 in aanmerking voor het tweede jaar halvering collegegeld.
    5. Start een student een bacheloropleiding per studiejaar 2023-2024, dan komt de student voor het eerst in aanmerking voor een tweede jaar halvering bij een lerarenmasteropleiding in het studiejaar 2026-2027.
    6. Een student die een lerarenopleiding volgt heeft maximaal twee jaar recht op halvering van het collegegeld. Dit betekent dat studenten, wanneer zij een lerarenbacheloropleiding gevolgd hebben en reeds twee jaar halvering gekregen hebben, bij het volgen van een leraren masteropleiding niet opnieuw recht op twee jaar halvering van het collegegeld hebben.

    3. Overgangsregeling verhoogde instellingstarieven

    Vanaf het studiejaar 2023-2024 gelden er verhoogde instellingstarieven voor Engineering/ Bèta bachelor en non-engineering / Alfa-Gamma master. De UT wil voorkomen dat studenten die voorafgaand aan 2023-2024 met een bachelor- of masteropleiding zijn gestart te maken krijgen met onverwachte extra kosten. Hiertoe is een overgangsregeling opgesteld. De overgangsregeling houdt in dat de betreffende studenten, in plaats van het verhoogde tarief, het oude tarief inclusief de reguliere jaarlijkse verhoging van € 125.- (Bachelor) of € 250.- (Master) gaan betalen. Studenten komen in aanmerking voor de overgangsregeling als zij in studie jaar 2022-2023 of eerder begonnen zijn met een Engineering/ Bèta bachelor en non-engineering / Alfa-Gamma master. De overgangsregeling geldt tot en met studiejaar 2026-2027.

    Een student heeft geen recht op het overgangstarief indien:

    1. De student in studiejaar 2022-2023 of eerder is begonnen met een Engineering/ Bèta bachelor of non-engineering/ Alfa-Gamma master en gedurende of na studiejaar 2023-2024 naar een andere bachelor- of masteropleiding overstapt. Voor de nieuw gekozen opleiding geldt dan het vernieuwde tarief.
    2. De student in studiejaar 2022-2023 of eerder is begonnen met een Engineering/ Bèta bachelor of non-engineering/ Alfa-Gamma master, (tijdelijk) voor de studie uitgeschreven wordt en tijdens of na studiejaar 2023-2024 terugkeert. Voor de (op)nieuw gekozen opleiding geldt dan het vernieuwde tarief.
    3. De student toegelaten is voor studiejaar 2022-2023 voor een Engineering/ Bèta bachelor of non-engineering/ Alfa-Gamma master, maar besluit in 2023-2024 te starten met de opleiding.
    4. Studenten die in studiejaar 2022-2023 gestart zijn met het voorbereidende jaar bij Twente Pathway College en in studiejaar 2023-2024 instromen in een Engineering/ Bèta bachelor.
    5. Studenten die in studiejaar 2022-2023 of eerder starten met een pre-master programma en instromen in een non-engineering/ Alfa-Gamma master in studiejaar 2023-2024.

    4. Tarieven voor tweede bachelor of tweede master

    Studenten die ononderbroken een tweede bachelor of master gaan volgen waaraan zij tijdens hun eerste bachelor of master begonnen zijn, zijn het wettelijk collegegeld verschuldigd (indien ook aan de andere eisen voor wettelijk collegegeld is voldaan). Zij kunnen, ook na het afronden van hun eerste studie, de tweede studie tegen het wettelijke tarief afronden.

    Indien de student al een bekostigde opleiding – bachelor of master – binnen een Nederlandse instelling afgerond heeft, is voor de tweede bachelor- of masteropleiding het instellingstarief verschuldigd, ongeacht of er voor de eerste bachelor dan wel master wettelijk tarief of instellingstarief betaald is. Hierop gelden de volgende uitzonderingen:

    1. Alle opleidingen op het gebied van Onderwijs of Gezondheidszorg. Deze opleidingen kunnen als tweede bachelor of master tegen het wettelijk tarief gevolgd worden, als de eerste opleiding niet op het gebied van Onderwijs of Gezondheidszorg was en indien aan alle eisen voor het wettelijke tarief voldaan is. Dit geldt ook als de tweede opleiding pas na afronden van de eerste opleiding is gestart. Voor de UT geldt deze uitzondering voor de volgende opleidingen:
      a. 56553 BSc Gezondheidswetenschappen
      b. 50033 BSc Klinische Technologie (Technische Geneeskunde)
      c. 68404 MSc Educatie en Communicatie in de Bètawetenschappen
      d. 60033 MSc Technical Medicine
      e. 66851 MSc Health Sciences
    2. UT-studenten die bij de eerste masteropleiding in aanmerking kwamen voor het wettelijk tarief betalen voor hun tweede masteropleiding een instellingstarief ter hoogte van het wettelijk tarief. De voorwaarden om een tweede masteropleiding aan de UT te doen voor een instellingstarief ter hoogte van het wettelijk tarief luiden als volgt:
      a. De regeling geldt uitsluitend voor tweede masteropleidingen.
      b. De regeling geldt uitsluitend voor studenten die niet langer dan 3 studiejaren geleden hun eerste masteropleiding hebben afgerond.
      c. De regeling geldt voor successievelijk studeren in bekostigd onderwijs, hetgeen betekent aansluitend of met een onderbreking en dus niet parallel.
      d. De regeling geldt uitsluitend voor studenten die voor de eerste master in aanmerking kwamen voor het wettelijk tarief.
      e. De regeling geldt uitsluitend voor studenten die hun eerste master ook op de UT hebben gevolgd en afgerond.

    f. Een uitzondering op de regel is de lerarenopleiding; zie artikel 2.5.3.5.

    5. Lerarenopleiding tegen instellingstarief ter hoogte van wettelijk tarief

    Vanaf het studiejaar 2019-2020 geldt dat elke lerarenopleiding binnen de UT het recht geeft op instellingstarief ter hoogte van wettelijk tarief, ongeacht het aantal eerder behaalde graden, mits de student voldoet aan de voorwaarden voor het wettelijk tarief; zie artikel 2.5.2.1.1 en 2.5.2.1.2 in deze regeling.

    6. Collegegeld bij Joint en Double degree met internationale partner

    De Universiteit van Twente heeft samenwerkingsverbanden met buitenlandse instellingen waaruit Joint, Double of Multiple degrees voortvloeien. Om te voorkomen dat studenten die deelnemen aan een Joint, Double of Multiple degree tegelijkertijd aan meerdere instellingen collegegeld betalen kan het College van Bestuur van de UT een volledige vrijstelling van collegegeld geven gedurende de maanden dat de student collegegeld betaalt aan een partneruniversiteit. Hiervoor dient een bewijs van betaling te worden aangeleverd. Voor landen en partners waar geen collegegeld wordt gevraagd is een bewijs van inschrijving op de partneruniversiteit voldoende. Dit geldt ook in het geval dat er geen collegegeld wordt betaald aan de partneruniversiteit. Zowel studenten die instellingstarief als wettelijk collegegeld tarief betalen komen in aanmerking voor deze regeling.

    Art. 2.5.4 Verrekening of vrijstelling collegegeld

    Verrekening of vrijstelling van collegegeld kan plaatsvinden, indien wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:

    1. Indien een student bij een andere Nederlandse instelling voor hoger onderwijs is ingeschreven en daar het wettelijke tarief heeft betaald, wordt bij inschrijving een Bewijs Betaald Collegegeld geaccepteerd. Bij een inschrijving voor de bachelor ATLAS dient de student het eventuele verschil in collegegeld bij te betalen.
    2. Indien de student bij een andere Nederlandse instelling voor hoger onderwijs is ingeschreven en daar het instellingstarief heeft betaald, kan de student aan de UT niet met een Bewijs Betaald Collegegeld worden ingeschreven. De student is aan de UT voor de betreffende inschrijving opnieuw collegegeld verschuldigd. Andere afspraken die in het kader hiervan zijn gemaakt tussen instellingen worden in acht genomen.
    3. Voor een student die instellingstarief is verschuldigd en zich inschrijft voor een Joint Degree, waarbij de UT met één of meerdere Nederlandse HO-instellingen de gezamenlijke opleiding verzorgt, is het mogelijk met een Bewijs Betaald Collegegeld te worden ingeschreven, indien de student zich als eerste heeft ingeschreven bij één van de andere instellingen (bij de penvoerder).
    4. Indien een student bij een andere instelling voor hoger onderwijs is ingeschreven voor een pre-master en daar de vergoeding per EC heeft betaald, wordt bij inschrijving voor een bachelor of master een bewijs van de betaalde vergoeding niet geaccepteerd als Bewijs Betaald Collegegeld.
    5. Indien een student bij een andere instelling voor hoger onderwijs is ingeschreven voor een master en wettelijk tarief betaalt, wordt bij inschrijving voor een pre-master een bewijs betaald collegegeld geaccepteerd.

    Art. 2.5.5 Betalingswijzen collegegeld

    Het collegegeld kan op een aantal wijzen worden betaald; zie hiervoor de pagina Betaling collegegeld. De Nederlandse wetgeving vereist dat niet-EER studenten het collegegeld voor aanvraag van een visum in één keer vooraf betalen. Niet-EER studenten kunnen in hun tweede jaar wel in termijnen betalen. Ga naar de pagina Entry visa voor meer informatie. Premaster studenten betalen de vergoeding voor de gehele premaster vooraf.

    1. Betaling per machtiging
    De regels voor machtigingen zijn te vinden op de pagina Betaling per machtiging / machtiging wijzigen. Er zijn twee varianten op de betaling per machtiging, namelijk eenmalige incasso en betaling in vijf termijnen verspreid over het studiejaar.

    2. Eigen betaling door eenmalige overschrijving

    Het volledige collegegeld kan in één keer door de student worden overgemaakt naar de bankrekening van de Universiteit Twente.

    3. Bewijs betaling collegegeld (BBC)

    Een student met een inschrijving aan een andere Nederlandse HO-instelling die het wettelijke tarief betaalt kan onder bepaalde voorwaarden met een BBC van deze instelling vrijstelling krijgen van het betalen van collegegeld aan de UT.

  • Art. 2.6 Bewijs van inschrijving en collegekaart

    Als de inschrijving van een student is voltooid, kan deze een bewijs van inschrijving downloaden en ontvangt bij eerste inschrijving een collegekaart.

    • Het door het Instellingsbestuur uitgereikte bewijs van inschrijving vermeldt de naam en de voorletters van de betrokkene, de geboortedatum, het studentnummer, de periode van inschrijving, de opleiding en de inschrijvingsvorm en is geldig voor het betreffende studiejaar.
    • De door het Instellingsbestuur uitgereikte collegekaart vermeldt de naam en de voorletters van de betrokkene, een pasfoto, het studentnummer en de bibliotheekcode en is geldig tot beëindiging van de studie.
    • Op verzoek van de desbetreffende student kan een duplicaat van de collegekaart worden verstrekt. De student is dan een bedrag van €10,- verschuldigd.

    De regels voor het verkrijgen en gebruiken van deze documenten staan op de pagina Collegekaart (en bibliotheekpas).

  • Art. 2.7 Herinschrijving

    Art. 2.7.1 Tijdig verzoek tot herinschrijving

    Een inschrijving geldt steeds voor één studiejaar. Als een student zich niet voor een volgend studiejaar inschrijft, wordt deze automatisch uitgeschreven. Om een automatische uitschrijving te voorkomen dient de student (bachelor-, master- of pre-master-) tijdig een verzoek tot inschrijving te doen:

    • vóór september als de student per 1 september ingeschreven wil staan (bachelor, master of premaster)
    • vóór februari als de student per 1 februari ingeschreven wil staan (master en premaster)

    De student dient tevens ieder jaar tijdig te voldoen aan de betalingsverplichting; zie ook artikel 2.5 in deze regeling.

    Art. 2.7.2 Ongewijzigde of gewijzigde herinschrijving

    Het verschil tussen een gewijzigde en ongewijzigde inschrijving is beschreven op de pagina Herinschrijving. Daar staat ook de te volgen procedure.

    Art. 2.7.3 Uitzondering herinschrijving pre-master

    Indien de student eenmaal uitgeschreven is voor een pre-master, is het niet meer mogelijk zich weer opnieuw voor dezelfde premaster in te schrijven.

  • Art. 2.8 Beëindiging inschrijving

    De procedure voor beëindiging van inschrijving is in artikel 7.42 WHW geregeld.

    Art. 2.8.1 Algemene regels bij uitschrijven

    Als er geen sprake is van een tussentijdse uitschrijving (door de student of de universiteit), eindigt een inschrijving automatisch op 31 augustus van het lopende studiejaar.

    Een student kan zich op eigen verzoek uitschrijven. De volgende regels gelden hiervoor:

    1. Op verzoek van de student wordt de inschrijving beëindigd met ingang van de maand volgend op de maand waarin betrokkene het verzoek heeft ingediend. Dit geldt ook voor studenten die gedurende het studiejaar hun opleiding afronden: zij kunnen alleen op eigen verzoek worden uitgeschreven.
    2. Het verzoek om beëindiging van de inschrijving en restitutie van collegegeld moet via Studielink worden ingediend.
    3. Het verzoek tot beëindiging wordt niet eerder ingewilligd dan nadat

    a. gecontroleerd is of een student aan wie door de UT een BBC is afgegeven, zich ook uitgeschreven heeft bij de andere HO-instelling waar de BBC voor een tweede inschrijving is gebruikt, of

    b. er een “uitschrijfbesluit t.b.v. afgegeven BBC” gestuurd is naar de HO-instelling waar de BBC voor de tweede inschrijving gebruikt is, of

    c. de BBC-ontvangende instelling op de hoogte is gebracht van de uitschrijving bij de instelling waar de BBC is afgegeven, indien de uitwisseling van BBC’s tussen HO-instellingen binnen Studielink is geregeld.

    Meer informatie over de procedure van uitschrijving staat beschreven op de pagina Uitschrijving.

    Art. 2.8.2 Uitschrijving bij ziekte of onder bijzondere omstandigheden

    Op verzoek van de student kan de inschrijving voor het desbetreffende studiejaar op grond van ziekte of bijzondere familieomstandigheden worden beëindigd met ingang van de maand volgend op de maand waarin betrokkene niet aan het onderwijs heeft kunnen deelnemen. Het verzoek tot beëindiging op basis van ziekte of bijzondere omstandigheden dient door middel van een verklaring van een arts, dan wel van de studentendecaan te worden onderbouwd.

    Art. 2.8.3 Uitschrijving door de instelling

    Uitschrijving door de instelling is mogelijk:

    1. Op verzoek van het instellingsbestuur, indien de student het wettelijk collegegeld, instellingscollegegeld, examengeld of vergoeding per EC na aanmaning niet heeft voldaan. Uitschrijving geschiedt met ingang van de tweede maand volgend op de aanmaning (artikel 7.42 lid 2 WHW).
    2. Op verzoek van het instellingsbestuur, indien de student door gedragingen of uitlatingen er blijk van heeft gegeven ongeschikt te zijn voor de toekomstige beroepsuitoefening (artikel 7.42a WHW). Uitschrijving geschiedt met ingang van de maand volgend op het verzoek van het instellingsbestuur.
    3. Op verzoek van de examencommissie door het instellingsbestuur, indien de student zich schuldig maakt aan (ernstige) fraude (artikel 7.12b lid 2 WHW). De uitschrijving bij fraude geschiedt voor ten hoogste één jaar en bij ernstige fraude is deze onherroepelijk. Uitschrijving geschiedt met ingang van de maand volgend op het verzoek van de examencommissie.
    4. Op verzoek van het instellingsbestuur, indien de student zich niet aan de huisregels en ordemaatregelingen van de UT houdt (artikel 7.57h WHW). Uitschrijving geschiedt met ingang van de maand volgend op het verzoek van het instellingsbestuur.
    5. Op verzoek van het instellingsbestuur, indien de student gedurende het studiejaar een negatief BSA krijgt. Uitschrijving geschiedt met ingang van de maand volgend op de maand waarin het negatief BSA is vastgesteld.
    6. Op verzoek van het instellingsbestuur in geval van overlijden van de student. Uitschrijving geschiedt met ingang van de maand volgend op de maand van overlijden.
    7. Op verzoek van het instellingsbestuur, indien de student gedurende het studiejaar de maximale inschrijfduur voor de pre-master overschrijdt. De maximale inschrijfduur van de pre-master moet zijn opgenomen in de OER van de bijbehorende bacheloropleiding. Uitschrijving geschiedt met ingang van de maand volgend op de maand waarin de overschrijding is vastgesteld.
  • Art. 2.9 Restitutie van collegegeld

    De procedure voor restitutie van collegegeld is in artikel 7.48 WHW geregeld.

    Art. 2.9.1 Algemene restitutieregels

    Indien de uitschrijving geschiedt conform artikel 2.8.1, artikel 2.8.2 en artikel 2.8.3 t/m punt 6 van deze regeling, hebben studenten aanspraak op terugbetaling van een twaalfde gedeelte van het voor hen geldende jaarlijkse collegegeldtarief voor elke maand die het studiejaar na uitschrijven nog duurt. Bij beëindiging van de inschrijving met ingang van juli of augustus hebben studenten geen aanspraak op beëindiging van de betaling van de termijnen en op terugbetaling van het voor die maanden betaalde collegegeld.

    Meer informatie over de procedure van restitutie staat beschreven op de pagina Restitutie collegegeld en rekenvoorbeelden.

    Art. 2.9.3 Geen restitutie in geval van pre-master en extraneus

    1. Studenten die een pre-masterinschrijving hebben betalen een vergoeding per EC en hebben geen recht op restitutie.
    2. Een beëindiging van de inschrijving als extraneus in de loop van een studiejaar geeft geen recht op restitutie.

Artikel 3 Inschrijvingen voor niet-bekostigde opleidingen

  • Art. 3.1 Inleiding

    Een inschrijving als student niet-bekostigd onderwijs betreft een student die door de UT wordt geregistreerd als deelnemer aan het onderwijs van één van de opleidingen aan de UT, maar niet op grond van artikel 7.32 lid 1 WHW als student of extraneus is ingeschreven aan de UT. Deze persoon volgt óf een aantal vakken, óf heeft zich ingeschreven voor een niet-bekostigde opleiding.

    Inschrijving van deze groepen in het centrale student informatie systeem Osiris is gewenst, omdat zij gebruik maken van UT-faciliteiten waarvoor een centrale inschrijving een voorwaarde is.

  • Art. 3.2 Cursisten inschrijving

    Een cursist is een persoon zonder inschrijving aan een andere Nederlandse HO-instelling die vakken of een post-initiële opleiding aan de UT wil volgen. De cursist meldt zich bij de betreffende opleiding aan; de opleiding bepaalt de hoogte van het cursus- of collegegeld.

    De cursistencategorie bestaat uit inschrijvingen bij de volgende onderwijsprogramma’s en in de volgende gevallen:

  • Art. 3.3 Bijvak inschrijving

    Bijvakstudenten zijn studenten die op basis van een inschrijving aan een Nederlandse HBO- of WO-onderwijsinstelling de mogelijkheid hebben vakken te volgen (en examens af te leggen) bij een andere instelling dan die waar zij collegegeld betaald hebben. De vakken (bachelor of master) die zij volgen maken deel van bekostigde opleidingen uit.

    Het verzoek voor een registratie als bijvakstudent dient vergezeld te zijn van:

    1. Een verklaring van de desbetreffende opleiding waarin akkoord wordt gegaan met de registratie als bijvakstudent;
    2. Een geldig legitimatiebewijs;
    3. Een bewijs van betaald collegegeld van het betreffende studiejaar van de instelling van eerste inschrijving.

    Informatie over de inschrijving als bijvakstudent is te vinden op de pagina Inschrijving als bijvakker.

    Bijvakregistratie voor een opleiding aan de UT kan worden geweigerd op grond van capaciteit en/of onvoldoende voorkennis bij de student. Verzoeken kunnen het gehele jaar door worden gedaan, behalve door studenten die een doorstroomminor willen volgen: zij moeten zich aanmelden via www.kiesopmaat.nl en moeten zich houden aan de vermelde deadlines. Indien de opleiding akkoord is, wordt de student met ingang van de eerste van de maand geregistreerd. Zowel studenten die het wettelijk tarief betalen aan de eerste instelling als studenten die het instellingstarief betalen, kunnen worden geregistreerd als bijvakstudent.

  • Art. 3.4 4-TU inschrijving Master programma's

    Een 4-TU student is een student van TU Delft, TU Eindhoven, Wageningen Universiteit en Universiteit Twente die deelneemt aan één van de zes gezamenlijke masterprogramma's. De student ontvangt bij één van de instellingen een inschrijving als masterstudent en bij de overige instellingen een inschrijving als bijvakker. Een overzicht van de 4-TU masterprogramma's is te vinden op de website van de 4-TU-federatie. Daar is ook per programma de inschrijvingsprocedure beschreven.

  • Art. 3.5 4-TU inschrijving PhD en EngD

    PhD- en PDEng-studenten die aan TU Delft, TU Eindhoven, Wageningen Universiteit of Universiteit Twente een PhD of PDEng volgen, mogen regulier bij de andere 4-TU instellingen met gesloten beurzen mastervakken volgen. Na toestemming van zowel de “zendende” instelling als de “ontvangende” instelling wordt de student ingeschreven als cursist.

  • Art. 3.6 Incoming Exchange inschrijving

    De Incoming Exchange student is ingeschreven bij een buitenlandse instelling waarmee de UT een uitwisselingsovereenkomst heeft en volgt bij de UT een aantal vakken of doet een stage of een afstudeeropdracht. De Incoming Exchange student betaalt geen college- of cursusgeld aan de UT. Informatie over (en inschrijving voor) dit programma is te vinden op de pagina Exchange Students.

  • Art. 3.7 Post-initiële geaccrediteerde inschrijvingen

    3.7.1 Master Geo-information Science and Earth Observation

    De Master Geo-information Science and Earth Observation wordt aangeboden door de Faculteit ITC. De regels die gelden voor deze opleiding zijn opgenomen in de ITC Admission & Enrolment policy voor niet-bekostigd onderwijs.

    3.7.2 Master Risicomanagement

    De Master Risicomanagement wordt aangeboden via de eenheid Professional Learning and Development van de faculteit BMS. Informatie over de inschrijfprocedure is beschreven op de website van Risicomanagement.

    3.7.3 Master Public Management

    De Master Public Management wordt aangeboden via de eenheid Professional Learning and Development van de faculteit BMS en is gericht op Professionals. Informatie over de inschrijfprocedure is beschreven op de website van Public Management.

  • Art. 3.8 Overige regels niet-reguliere inschrijvingen

    Uitschrijving, beëindiging van inschrijving, bewijs van registratie en collegekaart

    1. Studenten kunnen zich door het jaar heen uitschrijven. Zij kunnen aangeven of zij een eventueel afgegeven BBC terug willen of niet.
    2. Ten aanzien van de einddatum van de registratie geldt dat een registratie automatisch eindigt op 31 augustus, tenzij de registratie tussentijds wordt beëindigd.
    3. De door het Instellingsbestuur uitgereikte collegekaart vermeldt de naam en de voorletters van de betrokkene, een pasfoto, het studentnummer en de bibliotheekcode en is geldig tot beëindiging van de studie.
    4. Op verzoek van de desbetreffende student kan een duplicaat van de collegekaart worden verstrekt. De student is dan een bedrag van €10,- verschuldigd.
    5. Exchange-studenten ontvangen een bewijs van registratie. Deze vermeldt de naam en de voorletters van de betrokkene, de geboortedatum, het studentnummer, de periode van registratie, de opleiding en de inschrijvingsvorm en is geldig voor het betreffende studiejaar.

Artikel 4 Schadevergoeding, hardheidsclausule, bezwaarprocedure en citeertitel

  • Art. 4.1 Schadevergoeding

    Degene die zonder ingeschreven te zijn gebruik maakt van onderwijs- en/of examenvoorzieningen is wegens onrechtmatig gebruik van deze voorzieningen per maand een schadevergoeding verschuldigd. Voor iedere maand waarin de student ten onrechte niet stond ingeschreven is deze 10% van het voor betrokkene van toepassing zijnde totale collegegeldtarief verschuldigd. Het aantal maanden waarover de schadevergoeding is verschuldigd is gelijk aan de periode vanaf de maand waarin ten onrechte gebruik is gemaakt van de onderwijsvoorzieningen tot de maand waarin betrokkene correct is ingeschreven.

  • Art. 4.2 Hardheidsclausule

    In zeer bijzondere omstandigheden, ter beoordeling van het instellingsbestuur, waarbij de afwijzing van een verzoek op grond van deze inschrijvingsregeling tot onbillijkheden van overwegende aard zou leiden, kan het instellingsbestuur van deze inschrijvingsregeling afwijken.

  • Art. 4.3 Klacht, bezwaar en beroep

    Mocht de (aspirant-)student het niet eens zijn met besluiten die zijn gebaseerd op de inschrijvingsregeling, dan is het eerste uitgangspunt dat er eerst wordt gekeken of de betrokkene(n) en SAS er (alsnog) samen uit kunnen komen. Als dat niet mogelijk blijkt, kan de (aspirant-)student formeel bezwaar aantekenen.

    Zie voor de klachtenprocedure de pagina Klacht, bezwaar, beroep.

  • Art. 4.4 Citeertitel

    Deze regeling kan worden aangehaald als “Inschrijvingsregeling Universiteit Twente".