Welke barrières ervaren huishoudens in armoede in het gebruik van internet? En welke uitkomsten lopen zij hierdoor misschien mis? Deze vragen stonden centraal in een literatuurstudie waarover onlangs een wetenschappelijk artikel is gepubliceerd. In dit blogartikel van Lilian Boerkamp vindt u een beknopt overzicht van de bevindingen. Wilt u meer weten? Lees dan snel verder!
Armoede en internetgebruik
Onderzoek wijst uit dat niet iedereen in gelijke mate van het internet profiteert. Helaas is het risico om digitaal uitgesloten te worden aanzienlijk groter voor huishoudens in armoede dan voor meer welvarende gezinnen. Hierdoor kunnen bestaande ongelijkheden in de samenleving worden versterkt. Daarom is het van belang om te weten welke hindernissen huishoudens in armoede ervaren in het gebruik van internet. Deze hindernissen kunnen plaatsvinden op verschillende gebieden, die in de publicatie zijn onderverdeeld in vier categorieën: motivatie, toegang, vaardigheden en gebruik. Voor het succesvol bevorderen van digitale inclusie is het van belang om aandacht te besteden aan de aanpak van hindernissen in al deze categorieën: wanneer iemand bijvoorbeeld een laptop ter beschikking krijgt (toegang), maar niet weet hoe deze te gebruiken (vaardigheden), of angstig is om deze te gebruiken (motivatie), zullen belemmeringen namelijk blijven bestaan.
In de publicatie in wetenschappelijk tijdschrift SAGE Open is een analyse te vinden van systematisch gezochte artikelen, van onderzoeken wereldwijd, op het snijvlak van armoede en digitale inclusie. De gevonden belemmeringen en uitkomsten ten aanzien van internetgebruik zijn gecategoriseerd en gedocumenteerd. Daarnaast is uitgebreid verslag gedaan van de theorie, methode en alle resultaten. Graag geven we u in dit blogartikel een samenvatting van de bevindingen.
Hindernissen in internetgebruik
In termen van motivatie kwamen er verschillende hindernissen naar voren in de literatuur. Een voorbeeld hiervan is dat er voor veel gezinnen in armoede andere prioriteiten bestaan. Denk hierbij aan de zorg voor kinderen. Ook een angst voor het gebruik van het internet, of technologie in het algemeen, speelt een rol. Als we kijken naar toegang, zijn diverse belemmeringen aan te wijzen. Bijvoorbeeld het niet hebben van een computer thuis, het moeten delen van apparaten met gezinsleden, of het hebben van verouderde of onbetrouwbare apparatuur. Ook de kosten van apparaten en services vormen een directe belemmering tot aanschaf. In het kader van vaardigheden speelt laaggeletterdheid een grote rol, evenals taalbarrières ervaren door mensen met een migratieachtergrond die de taal onvoldoende machtig zijn. Ook zijn er soms beperkte vaardigheden te zien in termen van het kritisch beoordelen van informatie online, of het navigeren op het internet. Helaas laat de literatuur zien dat kwalitatieve hulp bij het internet ook niet altijd aanwezig is in de directe omgeving. Tot slot de belemmeringen in gebruik. Te zien is dat deze veelal het gevolg zijn van belemmeringen in de andere drie categorieën. Zo leidt een beperkte toegang tot apparaten bijvoorbeeld tot beperkt gebruik van het internet voor het vinden van nieuw werk of het vinden van informatie over gezondheid. Of leidt angst om zich op het internet te begeven tot beperkt gebruik van de functionaliteiten die het internet biedt.
Uitkomsten van internetgebruik
Naast de ervaren belemmeringen heeft het onderzoek uitkomsten van internetgebruik in kaart gebracht. In de literatuur wordt helaas bevestigd dat huishoudens in armoede niet altijd optimaal profiteren van de mogelijkheden die het internet biedt. Zo laat onderzoek bijvoorbeeld zien dat internetgebruik zou kunnen leiden tot het vinden van een nieuwe baan, tot betere schoolresultaten, het opdoen van nieuwe kennis, of het verminderen van angst om internet te gebruiken – uitkomsten die door de huishoudens die centraal staan in de onderzoeken helaas niet altijd werden behaald.
Uiteraard zijn ervaren belemmeringen of niet behaalde uitkomsten voor iedereen anders. Als het gaat om passende digitale inclusie ondersteuning, bestaat er dan ook geen ‘one-size-fits-all’ benadering. Dit onderstreept de noodzaak om in acht te nemen welke barrières voor welke huishoudens bestaan, hen hierin te ondersteunen, en hen op die manier zo goed mogelijk te faciliteren om te profiteren van het internet.
Toekomstig onderzoek
Deze literatuurstudie vormde het startpunt van het onderzoeksproject Digitale Inclusie en Armoede. Hoewel deze literatuurstudie zich focust op inzichten wereldwijd, zal het onderzoekstraject zich verder richten op de Nederlandse context. Er hebben daarom inmiddels interviews plaatsgevonden met sociaal werkers en huishoudens die armoede ervaren om behoeftes ten aanzien van digitale ondersteuning nader in kaart te brengen. Daarnaast bereiden we co-creatie sessies voor om de vergaarde inzichten te vertalen naar daadwerkelijke ondersteuning. Graag stellen wij u op de hoogte van de resultaten zodra de rapportages hierover gepubliceerd zijn. Houd daarom zeker deze website in de gaten om op de hoogte te blijven.
Wilt u meer weten over het onderzoeksproject? Neem dan contact op met Alexander van Deursen of Lilian Boerkamp.