aandachtspunten uit het overleg van 29 juni 2016

UR 16 122


Aandachtspunten uit de overlegvergadering van 29 juni 2016 van de Universiteitsraad


Studentenstatuut 2016/2017 (UR 16 – 090/UR 16 – 105)

De Universiteitsraad,

gezien:

- UR 16-090 Notitie Studentenstatuut 2016-2017;

gehoord:

- het overleg in de commissie OOS dd. 08-06-2016;

overwegende dat:

het studentenstatuut op veel punten verduidelijkt is ten opzichte van voorgaande jaren;

de vertaling van het document naar de Engelse taal een relevant en vereist onderdeel is gezien de functie van het document;

de Nederlandse versie van het document leidend is in geval van (juridisch) geschil boven de Engelse versie;

de door de Raad voorgestelde tekstuele wijzigingen (document "2016-06-08 Schriftelijke vragencommissievergadering OOS", aan het college verstuurd op

05-06-2016, mondeling overeengekomen op 08-06-2016 met dhr. R.A. Wessel) worden opgenomen en verwerkt in het document.


gehoord de toezeggingen van het college dat:

1.er in het document onderscheid gemaakt wordt tussen verschillende studies voor wat betreft de geldigheid van het document;

2.voor belangrijke wijzigingen in het Studentenstatuut het officiële publicatiekanaal van de Universiteit gekozen wordt in plaats van het UT-Nieuws;

3.het onderscheid tussen de Examencommissie en het opleidingsbestuur betreffende het wijzigen van toetsschema's en het afleggen van tentamens, wordt verduidelijkt;

4.de rol en functie van de Code of Ethics wordt verduidelijkt in het Studentenstatuut zijnde een set richtlijnen in plaats van een set regels;

5.de definitie van de term 'fulltime student-bestuurder' en/of 'collegegeldvrij besturen' wordt gevormd in het Studentenstatuut 2017-2018.


besluit:

in te stemmen met het Studentenstatuut 2016-2017.



Naamswijziging Master Telematica (UR 16 – 078/UR 16 – 108)

De Universiteitsraad,

gezien:

-Het instemmingsverzoek Naamswijziging Telematicaopleiding (kenmerk UR 16 078);

gehoord:

-de aanvullende informatie van de Decaan Onderwijsvernieuwing tijdens de OOS-vergadering van 8 juni 2016;

overwegende:

-de naam Telematica gedateerd is;

-de nieuwe naam Internet Science and Technology veel beter aangeeft waar de opleiding echt over gaat en ook aansprekender is;

-de FR reeds heeft ingestemd met de naamswijziging;

-de NVAO reeds om deze naamswijziging is verzocht vóórdat de URaad heeft ingestemd;

-dat dit volgens de URaad niet de juiste volgorde is;

-dat dit in de vorige cyclus ook is gebeurd bij de instelling van de 2-jarige Educatieve Master Zaakvakken;

-dat het college toen heeft beloofd om de UR tijdig te betrekken in het besluitvormingsproces;

-dat dit in dit geval niet is gebeurd;

besluit:

In te stemmen met de naamswijziging Telematica naar Internet Science and Technology.




Plan van aanpak Medewerkersonderzoek (UR 16 - 092/UR 16 – 107)

De Universiteitsraad,

gezien:

-Plan van aanpak medewerkersonderzoek (UR 16-092);

-Herinrichting Osiris (UR 16-099);

-Nadere analyse resultaten medewerkers-onderzoek en plan van aanpak (UR 16-069);


gehoord:

-De commissievergadering FPB d.d. 8 juni 2016;

overwegende:

-dat dit plan van aanpak nog weinig concrete acties bevat om de werkdruk aan te pakken;

-dat er nog geen budget vrijgemaakt is voor expliciete acties;

gehoord de toezegging van het college:

-dat in het project herinrichting Osiris het aspect werkdruk voor de docenten expliciet zal worden meegenomen;

-dat eind 2016 een vervolgstuk aan de UR ter instemming zal worden aangeboden (met een uitwerking van het huidige plan van aanpak met expliciete acties ter vermindering van de werkdruk) en dat instellingsbrede interventies te zijner tijd aan de UR worden voorgelegd;


besluit:

In te stemmen met het Plan van aanpak medewerkersonderzoek als eerste stap in een proces dat moet leiden tot feitelijke reductie van de werkdruk.



Begrotingswijziging 2016 + bijstelling kaderstelling 2017-2020 (UR 16 – 085/UR – 109)

De Universiteitsraad,

gezien:

-UR 16 085 Voorgenomen Begrotingswijziging 2016 + bijstelling Kaderstelling 2017 -2020;

gehoord:

-de commissie FPB 8-6-2016;

-de wens van studenten om geld vrij te maken voor collegegeldvrij besturen en/of de verhoging van de IMA-subsidie;



overwegende:

-het extra beschikbare geld voortkomt uit meer studenten aan universiteiten;

-het extra bedrag structureel lijkt te zijn;

-er nog geen concreet plan beschikbaar is voor collegegeldvrij besturen en/of de verhoging van de IMA-subsidie;

gehoord de toezeggingen van het college dat:

-een concreet voorstel voor collegegeldvrij besturen en/of de verhoging van de IMA-subsidie wanneer gereed in behandeling genomen zal worden.


besluit:

In te stemmen met de begrotingswijziging en de extra middelen voor 80% te verdelen via hogere onderwijstoekenningen en 20% in de beleidsreserve van het CvB wordt gemuteerd.



Fundamentele discussie OER (UR 16 – 089/UR 16 – 101)

In de overlegvergadering van 18 mei jl. is de Richtlijn OER 2016-2017 besproken. Als uitkomst van deze discussie hebben het CvB en de URaad besloten (UR 16 089) dat:

Het college in samenspraak met de UR in juni 2016 komt met het voorstel voor de opdracht en (brede) samenstelling een werkgroep die TOM in al zijn aspecten gaat evalueren en voorzien van verbeterstappen. De mogelijkheid en wenselijkheid van het onderscheid tussen een toets en een tentamen zoals vermeld in het OER hoort nadrukkelijk tot het werkveld van deze werkgroep. Een eventuele externe juridische toetsing hoort daarbij tot de mogelijkheden. De werkgroep zal rond 1 februari 2017 zijn bevindingen rapporteren met als oogmerk aanbevelingen mee te kunnen nemen bij veranderingen in het collegejaar 2017- 2018.

Samenstelling

De stuurgroep bestaat uit de Rector Magnificus, een Decaan, de voorzitter van de Universiteits-raad en een faculteitsraadslid.

Een commissie gaat aan het werk met inventariseren, de samenstelling hiervan is: 2 mede-werkers uit het onderwijsveld, 2 Universiteitsraadleden en 2 studenten.


De voorzitter van de Uraad, dhr. H. Wormeester, schrijft over de fundamentele OER-discussie een advies.



Heroriëntatie organisatie onderzoek (UR 16 – 086/UR 16 – 110/UR 16 – 117)

De Universiteitsraad,

gezien:

- de heroriëntatie organisatie onderzoek UR 16-086.

gehoord:

- de commissie SI, d.d. 8 juni 2016

overwegende:

-De bijgestelde taakstelling en voorgenomen invulling van de organisatie van faculteiten en instituten tegemoet komt aan uitdagingen waarvoor met name het onderzoek gesteld wordt;

-De voorgestelde veranderingen een meer eenduidig beleid ten aanzien van onderwijs, onderzoek en personeelsbeleid mogelijk moet maken;

-De clustering van leerstoelen duidelijk organisatorisch ingebed moet worden zodat taken en verantwoordelijkheden duidelijk gemaakt worden.


besluit:

positief te adviseren over het beleidsvoornemen om tot een herinrichting van de organisatie te komen en adviseert het college bij de uitwerking speciaal aandacht te geven voor:

1)De omvang van het decentrale management.

2)Een duidelijke definitie van de verantwoordelijkheden van faculteitsbestuur en wetenschappelijk directeur.

3)De organisatiestructuur van clusters binnen een faculteit.



Kaderstelling 2017 (Spring Memorandum) (UR 16 – 077/UR 16 – 103)

De Universiteitsraad,

gezien:

-Het “Spring Memorandum 2017-2020” en de Begrotingswijziging 2016 (en verder);

gehoord:

-de commissie FPB van 10 juni 2016;

overwegende:

-De werkdruk onder de wetenschappelijke staf in het algemeen en de werkbelasting van docenten in het bachelor onderwijs in het bijzonder noopt tot duidelijke en voor betrokkenen voelbare beleidswijzigingen;

-De meerjarenramingen duidelijk zicht moeten bieden op de financiële ruimte voor structurele investeringen in de wetenschappelijke staf;

-De faculteiten, meer dan voorheen, de beleidsvrijheid moeten krijgen om hun verantwoordelijkheid voor de kwaliteit en koppeling van onderwijs en onderzoek te vertalen in een goed personeelsbeleid.

gehoord de toezegging van het college dat:

1.De geoormerkte budgetten voor faculteiten (facultaire stimuleringsbudgetten à M 0.5 in zowel de begrotingen van 2015 als 2016) onvoorwaardelijk aan hen worden uitgekeerd en zo spoedig mogelijk “indalen” in de reguliere verdeelsystematiek;

2.Het nieuw-voor-oud principe voortaan leidend zal zijn bij het wijzigen van het beleid en het vernieuwen/veranderen van ondersteunende activiteiten;

3.De inzet van het vanaf 2018 gefaseerd beschikbaar komende budget voor profilering van onderzoek en de toerekening-systematiek van de centrale overhead t.a.v. de geldstromen in het komend academisch jaar bediscussieerd wordt om tot een duurzaam meer-jaren-kader te komen.

4.Het college verlangt van de faculteiten in het jaarplan 2017 aan te geven hoe voldoende onderwijscapaciteit beschikbaar is voor met name het bachelor onderwijs en hoe vacatureruimte ingevuld gaat worden.


besluit:

in te stemmen met het “Spring Memorandum 2017-2020”.







Lange termijn strategisch huisvestingsplan (UR – 081 At/mD/UR 16 – 106)

De Universiteitsraad,

gezien:

-overzicht strategieën en projecten LTSH – 2e conceptversie (UR 16-081);

-standpuntbepaling LTSH (UR 16-106);

-PvE huisvesting Health;

-PvE ITC deel 1 en 2;

-overzicht niet-uitgewerkte strategieën LTSH juni 2016;


gehoord:

-de toelichting in de commissie FPB d.d. 8-6-2016 en 22-6-2016;


overwegende:

1.de nota LTSH inzicht geeft in de ruimtebehoefte van de UT voor de

komende jaren;

2.de nota LTSH in die zin een raamwerk vormt voor verdere vastgoed

ontwikkeling;

3.de realisatie van beide strategieën een investering van circa M 80 vergt, een aanzienlijke verhoging van de kapitaallasten inhoudt en daarmee een extra druk legt op het primaire proces;

4.de uitgangspunten voor strategie 2 in het LTSH, Health naar Technohal en ITC op locatie Citadel aan het O&O-plein, nastrevenswaardig zijn, maar geen in beton gegoten, door de URaad onderschreven beleidsuitgangspunten;

5.het besef dat de trajecten Health en ITC niet separaat kunnen worden beschouwd maar geïntegreerd en gefaseerd moeten worden ontwikkeld volgens strategie 2;

6.beperken van leegstand, optimale inzet van vastgoed door koppeling en facility sharing, het beperken van extern te huren ruimte voor UT-gebruik en het beperken van het beslag op middelen door vastgoedinvesteringen ook belangrijke uitgangs-punten zijn;

7.bij de realisatie van nieuw- en verbouw de faciliteiten voor onderwijs en voor onderzoek bij voorkeur generiek dienen te zijn en voldoen aan de vraag naar bijv. grotere en geschiktere (werk)collegezalen (voor circa 100-150 studenten), en alleen specifiek voor bepaalde gebruikers waar dat niet anders kan.


Gehoord de toezegging van het college dat:

1.De visie voor ‘Technohal’ en herhuisvesting ITC op de campus te laten indalen in het vastgoedplan en dat deze visie als zodanig getoetst blijft worden aan het kader zoals geschetst in dit ‘Lange Termijn Strategisch Huisvestingsplan’.

In de cyclus van het vastgoedplan zal toetsing plaatsvinden aan de hand van de volgende uitgangspunten:

beperking leegstand;

vermindering externe huur;

fasering;

optimaal delen van voorzieningen;

beperking beslag op middelen.

2.De prioritering binnen het vastgoedplan van de andere projecten geen invloed zal hebben op de prioritering ten aanzien van sport. De UR wordt betrokken bij het opstellen van de prioritering.


Besluit:

in te stemmen met het Lange Termijn Strategisch Huisvestingsplan als raamwerk voor vastgoedontwikkeling.