De brand in het TW/RC-gebouw
De ochtend van 20 november 2002 staat bij veel UT’ers en alumni in het geheugen gegrift: een enorme brand legde een groot deel van het toenmalige TW/RC-gebouw, de huidige Cubicus, in de as. De brand bleek te zijn aangestoken, door een UT-medewerker nog wel.
Ooit was Cubicus – dat toen nog het TW/RC heette, dat stond voor Toegepaste Wiskunde en RekenCentrum – twee keer zo groot als nu. Maar toen op die 20e november 2002 rond half acht ’s ochtends de eerste tekenen van brand werden gesignaleerd, was er al geen houden meer aan. Voor de neus van honderden studenten en medewerkers ging de helft van het toenmalige gebouw in vlammen op. De A- en D-vleugel, waar de afdeling Wijsbegeerte, de opleiding Toegepaste Wiskunde en de centrale serverruimte van de toenmalige dienst CIV (nu LISA) huisden, gingen verloren, evenals de zogeheten ‘kern’ van het UT-datanetwerk en het datacentrum. En natuurlijk alles wat zich verder nog in het gebouw bevond: onderzoeksmateriaal, tentamens, persoonlijke eigendommen van medewerkers en studenten. De totale schade van de brand bedroeg zo’n 40 tot 50 miljoen euro. Gelukkig bracht de brand geen mensenlevens in gevaar.
Het computernetwerk van de universiteit ging in vlammen op – de UT verdween van internet. Nog voordat de brand was gedoofd, waren er vrachtwagens onderweg om te zorgen dat de ICT-voorzieningen zo snel mogelijk weer op orde kwamen. Het was een geluk bij een ongeluk dat er al plannen bestonden voor een tweede computerruimte en datacentrum met een draadloos netwerk in het Seinhuis, daarvan kon gebruik worden gemaakt tot de schade hersteld was. Het grootste geluk was dat er twee koffers (!) waren waarin alle back-up bestanden zaten van de servers die in het TW/RC-gebouw opgesteld stonden. Een week lang werkten UT-medewerkers dag en nacht om alle centraal opgeslagen data van de UT’ers terug te zetten en het netwerk weer aan de praat te krijgen.
Op de ochtend van de brand was docente Communicatiewetenschap Mirjam Galetzka op weg naar de universiteit om haar collega’s in te lichten over haar zwangerschap. Daar kwam echter niets van terecht – in plaats daarvan werd ze met een hoogwerker het dak van het grotendeels afgebrande gebouw opgehesen om een doos met pas gemaakte tentamens te redden. De door bluswater doorweekte doos werd naar een bedrijf gebracht dat de tentamens vriesdroogde in een poging ze te redden. Het papier was vergeeld en de letters waren vervaagd, maar de tentamens konden worden nagekeken. ‘Ik denk nog steeds dat het een publiciteitsstunt was van de toenmalige rector, Frans van Vught,’ vertelde Galetzka later tegen U-Today. ‘Mij werd gevraagd om te kijken wat er nog te redden zou vallen. Dus ik moest een helm op, werd in een bakje gezet en moest de brandweermannen helpen door aan te wijzen wat nog de moeite was om te redden.’
Dat de brand bleek te zijn gesticht door een jonge assistent-systeembeheerder voor toegepaste wiskunde, was voor velen niet te bevatten. Hij werd drie dagen na de brand opgepakt en later veroordeeld tot drie jaar cel en TBS.
Op 9 maart 2004 zette rector Frans van Vught letterlijk de punt op de i van het woordmerk van de gerenoveerde Cubicus, waarmee het gebouw anderhalf jaar na de brand officieel heropend werd. Op de plek van de vroegere A- en D-vleugel is parkeerplaats P2 gerealiseerd. De overgebleven B- en C-vleugels hebben hun oorspronkelijk aanduiding behouden. Dat de vleugels A en D ontbreken in die aanduiding, herinnert aan de brand en aan alles wat verloren ging.