PLONS (Professioneel Leernetwerk Oost-Nederland Startklaar) is een professioneel leernetwerk dat onderzoek doet in en met de praktijk over de functie-eisen aan en de ondersteuning van starters en zij-instromers, met als doel om meer inzicht te krijgen in het welzijn en behoud van deze doelgroepen, en concrete acties in te kunnen zetten in het begeleiden, professionaliseren en behouden van goed onderwijspersoneel. PLONS is opgericht met financiering van de Onderwijsregio Twente, Achterhoek, Oost-Salland en werkt samen in een kenniskring en een klankbordgroep met leden uit het onderwijsveld en de UT.
Hoe ziet de samenwerking eruit?
In de kenniskring van PLONS werkt de Universiteit Twente samen met collega’s uit de regionale opleidingsscholen AOS-ON, Partnerschap 2, PILOTS en Zone.college die betrokken zijn bij het opleiden, begeleiden en/of beoordelen van beginnende leraren. De klankbordgroep van PLONS bestaat uit vertegenwoordigers van de opleidingsscholen en bijna alle regionale lerarenopleidingen (HAN, Saxion, Universiteit Twente en Windesheim). Leden komen twee keer per jaar samen en denken vanuit hun expertise mee over het project. Zowel klankbordgroep als kenniskring werken vanuit twee overtuigingen: ‘gelijkwaardig maar verschillend’, en ‘iedereen in actie’.
Waar werken we aan?
Dit project werkt volgens een ontwerpcyclus van meerdere jaren, bestaande uit analyse, ontwerp en evaluatie. Nu de analysefase is voltooid gaan we in jaar 2 (2025-2026) een interventie ontwerpen voor starters en zij-instromers.
Leraren groeien in interactie met hun omgeving, zowel in hun klassen als in de school. Om deze interactie te kunnen observeren, gebruiken we de kwaliteit van de werkomgeving en het welbevinden van leraren uit het raamwerk over professioneel welbevinden van leraren (Viac & Fraser, 2020), en nemen deze op in de structuur van het samenhangende model van professionele groei (Clarke & Hollingsworth, 2002). Het model van professionele groei bij beginnende leraren bestaat uit vier domeinen.
Persoonlijk domein: De individuele opvattingen en overtuigingen van beginnende leraren. Hoe schatten ze zichzelf in, wat is hun perspectief op het leraarschap en hoe gaat het met ze?
Praktijkdomein: Het professioneel handelen als leraar. Wat doen beginnende leraren in de praktijk en hoe zorgen ze voor zichzelf?
Extern domein: Bronnen van informatie, prikkels of steun. Welke functie-eisen worden aan leraren gesteld (zoals de hoeveelheid werk en de rollen die ze hebben) en welke ondersteuning krijgen ze (zoals begeleiding, feedback of sociale ondersteuning)?
Domein van gevolgen: wat zijn de effecten van de andere domeinen op leraren zelf en op hun leerlingen?
In schooljaar 2024-2025 hebben we een landelijk en een regionaal praktijkportret geschetst over de functie-eisen aan en ondersteuning van starters en zij-instromers. Dit deden we landelijk om te leren hoe dit er in Nederland uit ziet, en regionaal, omdat we denken dat een analyse van de lokale context en vraagstukken andere regio’s in een vergelijkbare situatie kan ondersteunen en ook om direct in de praktijk aan de slag te kunnen gaan.
Regionale databronnen
De volgende vier bronnen hebben we gebruikt om dit praktijkportret te schetsen:
Uitkomsten jaar 1
Op basis van bovenstaande databronnen hebben we via gezamenlijke sterkte/zwakte-analyses focuspunten bepaald waarmee we in jaar 2 aan de slag gaan in de ontwerpfase. Hieronder zie je hoe we de stap van ons theoretisch raamwerk (niet-lineair) naar een lineair model waaruit onze verwachting blijkt over de invloed van context, via persoonlijke ontwikkeling van leraren en hun handelen in de praktijk, op leraar- en leerlinguitkomsten.
Non-lineair naar lineair model
Focuspunten
Uit het praktijkportret volgen focuspunten voor het ontwerp in jaar 2 (zie de vetgedrukte thema's in het model) en een probleemstelling.
Vanaf september 2026 ziet de planning voor het ontwerp op basis van de focuspunten van jaar 1 er als volgt uit. Dit wordt vanaf september nader ingevuld.
Heb je interesse in PLONS, of heb je vragen over het onderzoek? Neem dan contact op met Susanne Spiele, onderzoeker bij de Universiteit Twente (s.spiele@utwente.nl)