Het Ding

Het Ding

In de nacht van 11 op 12 april 1974 veranderde het aangezicht van de campus plotseling, maar voorgoed: Het Ding was verschenen. Het kunstwerk dat in die voorjaarsnacht schijnbaar als een paddenstoel uit de grond was geschoten, is uitgegroeid tot een symbool.

In de nacht van 11 op 12 april 1974 veranderde het aangezicht van de campus plotseling, maar voorgoed: Het Ding was verschenen. Het kunstwerk dat in die voorjaarsnacht schijnbaar als een paddenstoel uit de grond was geschoten, is uitgegroeid tot een symbool.  

Welke grappenmakers verantwoordelijk waren voor de plaatsing van Het Ding, bleef tientallen jaren een mysterie. Maar hoewel niemand om het enorme kunstwerk bij de hoofdingang had gevraagd, werd de vondeling omarmd en droeg de universiteit zorg voor het beheer en onderhoud ervan.

Pas in 2013 bleek dat Het Ding was ontworpen door een groepje van vijf studenten, van wie Jaap Hos en Jasper Latté de initiators waren. Een jaar lang werkten ze aan hun stiekeme plan. Het project kostte hun nauwelijks iets; bedrijven die ze benaderden voor materialen wilden graag in het kwajongenscomplot. De ‘kunstenaars’ gebruikten afgedankte telefoonpalen (geleverd door de toenmalige PTT) en voorgerekte stalen kabels om de constructie mee te bouwen.

Uiteindelijk werkten er veel mensen mee aan het plan, vertelt Hos in 2013 in een interview in het alumnimagazine, onder wie de latere rector magnificus Wiebe Draijer. ‘In de hal van zijn vakgroep prepareerden we de palen. We verzonnen dat we paalwoningen aan het maken waren voor derdewereldlanden.’

Het Ding bestaat uit zes schijnbaar zwevende palen, die door de staalkabels in balans worden gehouden. Samen vormen ze een twintigvlak met veertien gelijkbenige en zes gelijkzijdige driehoeken. Hos en Latté baseerden hun constructie op een model van de twintigste-eeuwse Amerikaanse uitvinder en architect Richard Buckminster Fuller, die op dezelfde manier gebruikmaakte van duw- en trekkrachten. De bouw van Het Ding was millimeterwerk en gebeurde ambachtelijk, met ladders, in de vroege uurtjes van 12 april 1974. Mogelijk gemaakt door een goede relatie met de beveiliging, die was opgebouwd met dank aan potten koffie en koeken.

Toen het universiteitsbestuur op een gegeven moment aangaf dat Het Ding zou worden weggehaald omdat de telefoonpalen niet meer zo best waren, besloten de toen nog anonieme makers opnieuw tot actie over te gaan. In het alumnimagazine vertelt Hof: ‘We lieten iemand van zeventig jaar een brief schrijven met de verzonnen mededeling dat-ie opzichter bij Rijkswaterstaat was geweest, een wandeling over de campus had gemaakt en zich zorgen maakte over de technische staat van Het Ding. Het onderhoud verdiende aandacht.’

De list werkte: de palen werden vervangen. Sinds 1974 is Het Ding uitgegroeid tot een symbool voor de vrijheid, creativiteit en het activisme van de UT-student.

De canon is altijd in ontwikkeling en staat open voor debat en discussie. Mis jij een gebeurtenis, kenmerk of markant persoon in de canon?

Voeg dan jouw eigen verhaal toe!