5. Slotregularisatie 2005


FEZ/368.305/wr



achterliggende

stukken


FEZ/368.305

Slotregularisatie 2004



doel agendapunt

Uw advies wordt gevraagd over de Slotregularisatie 2004.



Toelichting

De Slotregularisatie 2004 beoogt inzicht te bieden in de initiële toewijzing van middelen 2004 (conform de Begroting 2004), de tussentijdse begrotingswijzigingen en het uit­eindelijke totaalbudget. Het grootste deel hiervan is u reeds ter informatie toegezonden bij de eerste- en tweede begrotingswijziging 2004 (resp. 22 december 2004, kenmerk FEZ/365.882/wr en 26 januari 2005, kenmerk FEZ/366.572/wr).



concept-besluit

Universiteitsraad

Gezien: de voorliggende Slotregularisatie 2004;

Gehoord: de beraadslagingen;

Overwegende: het adviesrecht van de UR, conform artikel 12 lid 2 van het UR-regelement, m.b.t. de Begroting;

Besluit: de UR …


FEZ/368.305/wr

Slotregularisatie 2004

1.Inleiding

De voorliggende slotregularisatie 2004 beoogt een integraal inzicht te bieden in de initiële toewijzing van de rijksbijdrage 2004, de tussentijdse begrotingswijzigingen en de uiteindelijke totaalbudgetten zoals vermeld in de jaarrekening 2004. In de bijlage is een cijfermatige specificatie van de in 2004 toegewezen middelen opgenomen


Initiële begroting 2004

Kolom 1: Initiële begroting 2004

Conform begroting 2004(supplement) Universiteit Twente d.d. december 2004, kenmerk FEZ/358.008.

In kolom 1 is het totaaloverzicht aan normatieve toewijzingen (incl. CO ’s en TCO ‘s) opgeno-men, conform de initiële begroting 2004.


2.Mutaties eerste begrotingswijziging 2004

In de kolommen 2 t/m 12 van bijlage II zijn de relevante cijfers opgenomen die behoren bij deze eerste begrotingswijziging 2004.


Kolom 2+3: Bijstellingen budget IVH/Rentevergoeding kasschuif

Conform CFI-brief (d.d. 15 december 2003 kenm. BVH/BHO-2003/131705 M)

Als gevolg van de financiering (d.m.v. een meerjarige kasschuifoperatie) van “ kennisnet” ontvangen de universiteiten een rentevergoeding 2000/2003. De rentevergoeding ad. k€ 87 is toegevoegd aan de algemene middelen binnen de CBE.

Het IVH-budget uit de initiële begroting was nog gebaseerd op de laatst bekende gegevens uit 2003. Na Prinsjesdag 2004 bleek de omvang k€ 141 lager te zijn dan begroot. Het lagere bedrag ad. k€ 141 wordt binnen de egalisatie reserve Huisvesting (CBE) verrekend

Kolom 4: Loonbijstelling

Conform CFI-brief (d.d. 12 augustus 2004 kenm. BVH/BHO-2004/76923 M)

Aan de UT is een bedrag toegekend van k€ 1.221 voor loonbijstelling 2004. Dit bedrag is gebaseerd op het zgn. referentiemodel voor de collectieve sector en komt uit op een ontwikkelingspercentage van 1,264%. Naar aanleiding van de relatief ongunstige ontwikkeling van de werkgeverslasten (pensioenlasten) zijn aanvullend structurele middelen beschikbaar gesteld waarmee de totale loonbijstelling op 1,648% wordt gebracht. In de begroting 2004 van de UT is een bedrag opgenomen van k€ 1.980 als vordering op OC&W voor de looncompensatie 2004 (0,9% schaalsalarissen per 1 september 2003 + 1,6% schaalsalarissen per 1 maart 2003). Het bedrag dat van OC&W ontvangen wordt, onderschrijdt het bedrag dat nodig is om deze vordering af te boeken met k€ 759. Dit negatieve saldo zal niet worden doorberekend aan het primaire proces maar wordt ten laste gebracht van de algemene middelen binnen de CBE.


Kolom 5: Aanvullende middelen ULO

Conform CFI-brief (d.d. 12 augustus 2004 kenm. BVH/BHO-2004/76923 M)

De toewijzingen voor de universitaire lerarenopleidingen zijn bepaald op de feitelijke aantallen inschrijvingen en behaalde getuigschriften. De uitkomsten 2003 zijn voorshands ook gebruikt voor de rijkstoewijzingen 2004. Thans heeft een bijstelling ad k€ 21 plaats gevonden op basis van de actuele prestaties. De middelen zijn doorgesluisd naar de voor ULO penvoerende faculteit GW.


Kolom 6: Additionele middelen leerlingenvolume/collegegeld

Conform CFI-brief (d.d. 12 augustus 2004 kenm. BVH/BHO-2004/76923 M)

Bij Voorjaarsnota 2004 heeft het Kabinet additionele middelen beschikbaar gesteld vanwege de toename van het aantal studenten in het wetenschappelijk onderwijs ten opzichte van de vorige referentieraming. Het totale bedrag ad. M€ 18,9 wordt aan de universiteiten toegewezen op basis van het relatieve onderwijsdeel in de rijksbijdrage 2003 en bedraagt voor de UT k€ 858.

Uit budgetrapportage is gebleken dat het bedrag aan te ontvangen collegegelden over 2004 voor een bedrag van k€ 470 te laag is begroot.

Zowel de additionele middelen i.v.m. het toegenomen leerlingenvolume als het hogere bedrag aan collegegelden is aan de faculteiten toegewezen naar rato van het aantal StudentStudiePunten conform de Onderwijsvervechtingsmatrix en Docentcorrectiematrix uit de Begroting 2004 (inclusief toegeleverd onderwijs).


Kolom 7: Taakstelling doelmatig aanbesteden

Conform CFI-brief (d.d. 12 augustus 2004 kenm. BVH/BHO-2004/76923 M)

Deze taakstelling houdt verband met het besluit van het Kabinet om een generieke taakstelling op te leggen met betrekking tot het doelmatig aanbesteden (van bouwprojecten). De totale bezuinigingstaakstelling wordt over de universiteiten versleuteld naar rato van relatieve aandelen in de totale rijksbijdrage. Het bedrag voor de UT ad. k€ 207 wordt in 2004 ten laste gebracht van de algemene middelen binnen de CBE.


Kolom 8: Prestatieafspraken

Conform CFI-brief (d.d. 12 augustus 2004 kenm. BVH/BHO-2004/76923 M)

In het Hoger Onderwijs en Onderzoeksplan (HOOP) 2004 is vastgelegd dat in de jaren 2004 tot en met 2007 voor het wetenschappelijk onderwijs een bedrag van M€ 5,0 per jaar wordt afgezonderd uit het macro-budget voor prestatieafspraken. Het totale bedrag ad. M€ 5,0 wordt aan de universiteiten opgelegd op basis van het relatieve onderwijsdeel in de rijksbijdrage 2003 en bedraagt voor de UT k€ 204. In 2004 wordt dit bedrag ten laste gebracht van de algemene middelen binnen de CBE.

Kolom 9: Uitvoering amendementen

CFI-brief (d.d. 12 augustus 2004 kenm. BVH/BHO-2004/76923 M)

In het voorjaar van 2004 heeft de Tweede kamer een aantal amendementen op de ontwerpbegroting 2004 van OC&W aangenomen. Het betreft:

-M€ 0,7 t.b.v. kennisuitwisseling tussen (MKB) bedrijven en scholen;

-M€ 4,0 t.b.v. oplossen dyslexie-problemen in het onderwijs;

-M€ 4,0 t.b.v. stimulering jonge onderzoekers in het wetenschappelijk onderzoek.

Het macro-middelenkader voor de universiteiten wordt in 2004 verlaagd met het bedrag van M€ 8,7. De hieruit resulterende bezuiniging voor de UT ad. k€ 500 wordt in 2004 ten laste gebracht van de algemene middelen binnen de CBE.


Kolom 10: Virtual Clearing House

CFI-brief (d.d. 12 augustus 2004 kenm. BVH/BHO-2004/76923 M)

Ter centrale financiering van het Virtual Clearing House wordt het macro-middelenkader voor de universiteiten verlaagd met M€ 0,8. Het bedrag wordt aan de universiteiten opgelegd op basis van het relatieve onderwijsdeel in de rijksbijdrage 2003 en bedraagt voor de UT k€ 33. In 2004 wordt dit bedrag ten laste gebracht van de algemene middelen binnen de CBE.


Kolom 11: Verrekening ZVOO-regeling 2003

CFI-brief (d.d. 12 augustus 2004 kenm. BVH/BHO-2004/76923 M)

Jaarlijks worden de instellingen afgerekend voor de kosten van de ZVOO-regeling. De realisatie over 2003 resulteert voor de UT in een negatieve verrekening van k€ 16,0. Dit bedrag wordt in 2004 ten laste gebracht van de algemene middelen binnen de CBE.


Kolom 12: Enveloppebrief Huisvesting

CFI-brief (d.d. 27 juli 2004 kenm. BVH/BHO-2004/75047 M)

In de Rijksbegroting 2004 zijn additionele middelen beschikbaar gesteld aan de universiteiten ter leniging van de problemen bij de financiering van de investeringen in huisvesting. De subsidie is vastgesteld op grond van de overweging dat universiteiten recht dienen te doen aan de eisen die vanuit de diverse overheidsvergunningen worden gesteld. Voor de UT bedraagt de totale subsidie k€ 9.150, uit te keren in de volgende jaarlijkse tranches:

-2004 k€ 3.100

-2005 k€ 1.250

-2006 k€ 2.150

-2007 k€ 1.800

-2008 k€ 850

Het aan de UT in 2004 uitgekeerde bedrag is toegevoegd aan de Reserve Egalisatie Huisvesting binnen de CBE.


Kolom 13: Indexeringen doorsluizing ITC

CFI-brief (d.d. 12 augustus 2004 kenm. BVH/BHO-2004/76923 M)

Met ingang van het begrotingsjaar 2004 is het Internationaal Instituut voor Lucht- en Ruimtekaartering en Aardkunde (ITC) door middel van een penvoerdersovereenkomst geïntegreerd met de UT. Het budget is met ingang van 2004 (initiële begroting k€ 21.073) toegevoegd aan de rijksbijdrage van de UT. De UT sluist de bijdrage één op één door naar het ITC. Het rijksbudget wordt jaarlijks geïndexeerd voor de loonontwikkeling en huisvestingslasten. Over 2004 bedraagt deze indexering k€ 1.058. Ook dit bedrag wordt volledig doorgesluisd naar het ITC.


3.Mutaties tweede begrotingswijziging 2004


In de kolommen 14 t/m 20 van bijlage I zijn de relevante cijfers opgenomen die behoren bij deze tweede begrotingswijziging 2004.


Kolom 14: begroting 2004 na eerste Begrotingswijziging

Conform begrotingswijziging 2004 Universiteit Twente d.d. 22 december 2004, kenmerk FEZ/365.882.

In kolom 1 is het totaaloverzicht aan normatieve toewijzingen (incl. CO ’s en TCO ‘s) opgeno-men, conform de begroting 2004 na eerste wijziging.


Kolom 15: Additionele onderwijsmiddelen

Conform CFI-brief (d.d. 22 december 2004 kenm. BVH/BHO-2004/129941 M)

De UT ontvangt de volgende aandelen van de onderwijsmiddelen die nog in 2004 aan de rijksbijdrage zijn toegevoegd:

1.Kwaliteitszorg k€ 41

2.Zij-instroom k€ 204

3.Prestatieafspraken k€ 105

Totaal k€ 350

Toelichting ad. 1: Aan het macrobudget is een bedrag van M€ 1,0 structureel toegevoegd om de meerkosten van de accreditatie van opleidingen te kunnen dekken naar aanleiding van de overgang van doctorale opleidingen op de Bachelor- en Masterstructuur.


Toelichting ad. 2: Bij monde van de VSNU hebben de universiteiten bij de Minister aan-gegeven om tijdelijk gedurende drie jaar bovenop de reguliere zij-instroom van 150 in totaal 253 extra postpropedeutische zij-instromers tot de artsenopleidingen toe te laten. De Minister heeft besloten om ten behoeve van de reguliere onderwijsfinanciering en ter stimulering van de bijdrage van de universiteiten in het oplossen van het maatschappelijke probleem van het artsentekort het macrobudget eenmalig te verhogen met M€ 5.


Toelichting ad. 3: In 2004 is uit het macrobudget een bedrag van M€ 5 afgezonderd voor prestatieafspraken. Nu is vastgesteld dat op de onderdelen “Versterking internationale positionering” en “Toelatingsbeleid” de middelen geheel of gedeeltelijk niet een bestemming krijgen. Besloten is deze middelen ad. M€ 2,5 weer toe te voegen aan de rijksbijdrage van de universiteiten.


Het totaal van de middelen 1 t/m 3 wordt op basis van aantal StudentStudiePunten in 2004 toegewezen aan de faculteiten.

Kolom 16: Correctie loonbijstelling 2004

Conform CFI-brief (d.d. 22 december 2004 kenm. BVH/BHO-2004/129941 M)

Zoals in de eerste begrotingswijziging is aangegeven werd aan de UT een bedrag toegekend van k€ 1.221 voor loonbijstelling 2004. Dit bedrag was gebaseerd op een looncomponent in de rijksbijdrage van 58%. Eerder in 2004 werd de looncomponent in de rijksbijdrage echter op 67% gesteld (was daarvoor 75%!). Met de toevoeging van M€ 3,6 aan het macrobudget is de omissie hersteld. Het UT aandeel ad. K€ 188 wordt in 2004 toegevoegd aan de algemene middelen binnen de CBE.


Kolom 17: Extra middelen IVH

CFI-brief (d.d. 22 december 2004 kenm. BVH/BHO-2004/129941 M)

In de meerjarenraming van het rijk is voor een bedrag van M€ 5,0 per jaar begrepen voor huisvesting. Een bedrag van M€ 1,0 hiervan is ingezet als tegemoetkoming voor de sterke stijging van de kosten van de kwaliteitszorg (zie kolom 2 toelichting punt 1). Het restant ad. M€ 4,0 wordt aan de universiteiten toegewezen en structureel toegevoegd aan de reguliere middelen voor investeringen. Het UT-aandeel hierin bedraagt k€ 210 en zal worden toege-voegd aan de REH binnen de CBE.

Kolom 18: Subsidiebeschikking TG

CFI-brief (d.d. 22 december 2004 kenm. BVH/BHO-2004/129941 M)

In de Rijksbegroting 2004 is vastgelegd dat voor de opleiding Klinische Technologie een instroom van 50 plaatsen in het studiejaar 2003/2004 mogelijk wordt gemaakt. Uiteindelijk worden de middelen toegevoegd aan de rijksbijdrage van de UT waartoe het Bekostigingsbesluit WHW dient te worden aangepast. Vooruitlopend op deze aanpassing worden de middelen ad. K€ 1.417 (waarvan k€ 280 betrekking heeft op 2003) bij subsidiebeschikking in 2004 beschikbaar gesteld. Het bedrag ad. k€ 1.417 is in de initiële Begroting 2004 als “vordering op de Minister” centraal geparkeerd binnen de CBE. De vordering kan nu worden afgeboekt.


Met een tweede subsidiebeschikking wordt aanvullend een bedrag van k€ 280 beschikbaar gesteld in 2004 in verband met de verhoging van het aantal studenten van 50 tot 100 dat voor de opleiding Klinische Technologie kan worden ingeschreven. Op het moment van opstellen van de Begroting 2004 was dit gegeven niet bekend.

Van het totale bedrag van de subsidie ad. K€ 1.697 wordt, na inhouding van het forfaitaire percentage van 34,25% (k€ 581) een bedrag ad. k€ 1.116 doorgesluisd naar de faculteit TNW. De “vordering op de Minister” ten bedrage van k€ 1.417 wordt afgeboekt. Het bedrag van het forfaitaire percentage wordt toegevoegd aan de algemene middelen binnen de CBE.


Kolom 19: DSoz-middelen o.b.v. instituutsplannen

Conform ingediende en bestuurlijk geaccordeerde instituutsplannen.

Bij het opstellen van de Begroting 2004 is een deel van de normatief te verdelen Decentrale Stimuleringsmiddelen onderzoek t.b.v. de instituten IGS en IBR centraal geparkeerd binnen de CBE. Daartoe is besloten omdat de instituutsplannen van IBR en IGS, waaruit de verdeelsleutel voor de DSoz (fte ’s facultaire inzet) blijkt, nog niet definitief waren vastgesteld. Inmiddels zijn de instituutsplannen van IBR en IGS vastgesteld en kunnen de geparkeerde middelen worden toegewezen. Voor IBR betreft het een bedrag van k€ 71 en voor IGS een bedrag van k€ 115.

Kolom 20: Herziening bekostiging Arbo- en Milieuzorg

Conform PAO-notitie “Arbo- en milieuzorg bij de UT: Naar een optimale organisatie”

In de PAO-notitie “Arbo- en milieuzorg bij de UT: Naar een optimale organisatie” van 15 december 2003 kenm. 358.161/PAO worden oplossingen geven voor de geconstateerde inefficiëncy in de Arbo- en Milieuzorg en wordt duidelijkheid verschaft in taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. De maatregelen uit de notitie leiden tot een herschikking van de bestaande budgetten binnen de beheerseenheden en tot een structurele budgetverhoging ad. k€ 96 welke in 2004 ten laste wordt gebracht van de algemene middelen binnen de CBE.



4.Aanvullingen slotregularisatie 2004

In de kolom 22 van bijlage I is nog één nagekomen post opgenomen die behoort bij deze slotregularisatie 2004.


Kolom 22: Sectorplanmiddelen nieuwe opleidingen TNW

De faculteit TNW heeft in 2004 de ontwikkel- en opstartkosten voor de volgende nieuwe opleidingen afdoende verantwoord:

Advanced technology (AT) k€ 545

Nanotechnolgie k€ 80

K€ 625

Het college heeft besloten TNW de ontwikkel- en opstartkosten van deze nieuwe opleidingen in 2004 te compenseren ten laste van de centraal geparkeerde Sectorplanmiddelen.