UTDienstenCFMDuurzaamheidNieuwsPaddenstoelen op de campus
Foto: Marian en Bert

Paddenstoelen op de campus

Voor de meeste planten is de bloeitijd voorbij in het najaar. Hoe anders is dit voor de paddenstoelen: wie het afgelopen najaar over de campus liep of fietste zal dit vast niet zijn ontgaan. In allerlei vormen en kleuren stonden er in grote getalen paddenstoelen om en op bomen (of stronken), of ergens tussen het gras. Dankzij de vele regen stonden er het afgelopen jaar veel meer dan in de droge jaren hiervoor. Maar wat zijn paddenstoelen precies en wat is hun functie? 

Wereld Biodiversiteitsdag 2024 gaf de aftrap voor activiteiten op de UT campus om enthousiasme en kennis over biodiversiteit te delen. Dit is het 8e artikel in een terugkerende serie over flora en fauna, geschreven door Anna Kario en Marian Jagers. Anna is assistant professor die werkt in supergeleiding: zij deed haar kennis van paddenstoelen op in haar jeugd in Polen. Marian woont op de campus en bestudeert al ongeveer 18 jaar paddenstoelen.


Marian Jagers


Anna Kario

Wat zijn paddenstoelen?

Paddenstoelen zijn de vruchtlichamen van een (meestal) in de grond of in hout groeiende schimmel. Door de schimmelsporen te verspreiden,   zorgen ze voor nageslacht. Paddenstoelen hebben voor veel mensen een magische uitstraling. Ze staan er plotseling, worden bewonderd, soms gegeten en vanwege hun grote diversiteit aan verschijningsvormen vaak gefotografeerd. De verborgen levende schimmels vervullen een hele belangrijke rol in de ecologie. Zo zorgen schimmels er vooral voor dat bossen vitaal en in evenwicht blijven. Ze werken samen met bomen, zetten dode delen om in nieuwe voedingsstoffen en helpen mee met het opruimen van zwakke bomen. Hierdoor ontstaat o.a. ruimte voor jonge bomen.    


Parasitair groeiende Schubbige bundelzwam (Pholiota squarrosa) aan de voet van een levende beuk.
Foto: Marian en Bert

Mycofilie (liefde) en mycofobie (angst) voor schimmels 

In Oost-Europa is het eten van zelfgeplukte paddenstoelen een diepgeworteld onderdeel van de cultuur. Paddenstoelen vervullen bovendien een essentiële rol in het ecosysteem, en we willen dat iedereen ervan kan genieten door ze simpelweg te bewonderen. 

Op de campus raden we echter af om paddenstoelen te plukken, omdat giftige en eetbare soorten gemakkelijk met elkaar te verwarren zijn.

In veel landen is de kennis over paddenstoelen verloren gegaan doordat foerageren niet langer noodzakelijk is. Zonder deze noodzaak is de overdracht van natuurkennis van generatie op generatie afgenomen. Anna Kario leerde over paddenstoelen van haar grootmoeder Janina, met wie ze als kind elke herfst het bos in trok. Samen zochten ze naar deze mysterieuze, fascinerende schimmels. Het was altijd een spel: wie vond er het meest? 

Het zoeken zelf was een uitdaging. Paddenstoelen verbergen zich uitstekend tussen de herfstkleuren van het bos: gele en grijze bladeren bedekten de bodem, het was vaak regenachtig, en ook andere paddenstoelenplukkers waren op zoek. Anna’s grootmoeder had door ervaring altijd de voorsprong. Ze kende de beste plekken, wist onder welke bomen (mycorrhiza) welke soorten groeiden en had een scherp oog. Voor Anna als kind was het soms moeilijk om te verliezen, maar later besefte ze hoeveel ze leerde en hoe waardevol deze tijd samen was. 

In Polen is paddenstoelen plukken bijna een nationale sport en wordt het gezien als een recht voor persoonlijk gebruik. Paddenstoelen zijn onmisbaar in de Poolse keuken. Iemand zei ooit dat de Poolse keuken draait om drie elementen: rook, zuurheid en het bos. En het bos, dat levert natuurlijk de paddenstoelen. 

Paddenstoelen en schimmels zijn mysterieuze en veelzijdige organismen. Ze inspireren niet alleen wetenschappers, maar ook creatieve geesten. Zo worden schimmels onderzocht als biologisch afbreekbare materialen, en in 1928 leidde penicilline – afkomstig van een schimmel – tot de ontdekking van het eerste antibioticum door Alexander Fleming. 

In de populaire cultuur spelen paddenstoelen ook een belangrijke rol. Ze vormen bijvoorbeeld de basis voor boeiende verhalen in Star Trek Discovery  en A Series of Unfortunate Events.

Hoe dragen paddenstoelen bij aan het ecosysteem? 

Voor hun voedselvoorziening zijn schimmels afhankelijk van andere organismen. Naar de wijze waarop dit voedsel verkregen wordt, onderscheidt men grofweg drie groepen schimmels: Mycorrhiza-vormend (met een gastheer samenlevend), parasitair (ten koste van een gastheer levend) en saprotroof (levend van dood organisch materiaal).    

  1. Mycorrhiza-schimmels leven samen met bomen. Ze verbinden zich met de wortels en halen water en mineralen uit de grond voor de boom. In ruil daarvoor krijgt de schimmel suikers van de boom. Beide profiteren hiervan. 
  2. Parasitische schimmels leven ten koste van een gastheer, zoals een boom. Ze dringen vaak binnen via wonden en verzwakken de boom, die uiteindelijk kan sterven. 
  3. Saprotrofe schimmels leven van dood organisch materiaal. Ze breken dit af en maken de voedingsstoffen weer bruikbaar voor de natuur.   

Zo zorgen schimmels voor belangrijke interacties en bijdragen in het ecosysteem. De campus herbergt vertegenwoordigers van alle drie genoemde typen. Een bekend voorbeeld van een mycorrhiza-vormende soort is de Vliegenzwam (Amanita muscaria). Deze fraaie paddenstoel uit het amanietengeslacht werkt samen met vooral berk, eik en spar. Op de campus komen allerlei andere soorten amanieten voor, waaronder de Parelamaniet (A. rubescens), Panteramaniet (A. pantherina) en de dodelijk giftige Groene knolamaniet (A. phalloides). Andere op de campus voorkomende, met bomen samenwerkende paddenstoelen behoren bijvoorbeeld tot de boletenfamilie, melkzwammen en russula’s. 


Dodelijk giftige Groene knolamaniet (Amanita phalloides), groeiend bij eiken. Foto: Marian en Bert

Aggressieve soorten op de campus

Door het hele land hebben de laatste jaren met name oudere bomen, zoals eiken en beuken, het moeilijk. Dit is vooral een gevolg van de ernstige droogte van de laatste jaren en van een verzuring van de grond. Ook op onze campus is dit helaas het geval. Uit voorzorg zijn al behoorlijk wat verzwakte bomen gekapt en helaas staat zo te zien veel andere bomen dit lot ook te wachten. Verzwakte bomen vallen gemakkelijk ten prooi aan parasitair levende schimmels. Voorbeelden van paddenstoelen die je omwille van de gezondheid van een boom liever niet ziet, zijn de Eikhaas (Grifola frondosa), Reuzenzwam (Meripilus giganteus) en Schubbige bundelzwam (Pholiota squarrosa). 

Niet elke parasiet gedraagt zich overigens even agressief. Aan de voet van een eik, pal naast een van de studentenhuizen, groeit al jaren een Harslakzwam (Ganoderma resinaceum). Hoewel er wel een holte aan de stambasis is ontstaan, oogt de met schoenenparen versierde boom nog steeds vitaal.  

Voorbeelden van op de campus voorkomende parasitaire schimmels op andere gastheren dan bomen, zijn de Rupsendoder (Cordyceps miltairis), groeiend op ondergrondse poppen, de op oude Grofplaatrussula’s aanwezige Poederzwamgast (Asterophora lycoperdoides) en de Kostgangerboleet (Pseudoboletus parasiticus), groeiend op de Gele aardappelbovist (Scleroderma citrinum).  


Rupsendoder, (Cordyceps militaris). Foto: Marian en Bert

Een opmerkelijke toename

De stronken van gekapte bomen worden spoedig bezet door allerlei saprotroof levende paddenstoelen, zoals bijvoorbeeld Gewoon elfenbankje (Trametes versicolor), Grijze buisjeszwam (Bjerkandera adusta), Gele korstzwam (Trametes hirsuta) en Gewone zwavelkop (Hypholoma fascicularis). Naast de houtafbrekende soorten zijn er ook veel paddenstoelen die op allerlei ander dood organisch afval voorkomen, zoals op bladeren of op humus, bijvoorbeeld de Geschubde inktzwam (Coprinus comatus) en de pas laat in het jaar verschijnende Nevelzwam (Clitocybe nebularis). Opmerkelijk is de toename van het aantal strooiselafbrekende soorten onder de lage heggen. Deze heggen worden sinds enkele jaren gevoed met bokashi, gefermenteerde bladeren die over de hele campus zijn verzameld. Voorbeelden van deze, strooiselafbrekende soorten op de campus zijn de Spikkelsteelveldridderzwam (Melanoleuca verrucipes), Gewimperde aardster (Geastrum fimbiatum) en het Bleek nestzwammetje (Cyathus olla).  


Bleek nestzwammetje (Cyathus olla). Foto: Marian en Bert

Bekijk het zelf

We moedigen je aan om te genieten van het observeren van paddenstoelen. Maar raak niet ontmoedigd als je ze niet allemaal kunt identificeren – zelfs onze experts lopen hier tegenaan! De diversiteit aan schimmels is enorm. Marian en Anna raden aan om te beginnen met de makkelijk herkenbare soorten en je kennis langzaam uit te breiden. Veel plezier!

Biodiversiteit op de UT  

Het versterken van biodiversiteit op onze campus is een van de duurzaamheidsdoelstellingen van de Universiteit Twente. Door beter te monitoren verkrijgen we kennis over de biodiversiteit op de campus in het algemeen. Dat helpt ons bij het maken van de juiste keuzes om biodiversiteit te ondersteunen. In 2024 zijn we gestart met een jaarlijkse Bioblitz. Iedereen kan helpen soorten te monitoren via de app ObsIdentify. We organiseren verschillende activiteiten om het bewustzijn rondom biodiversiteit te vergroten (zoals vogels en libellen kijken). Er werd een biodiversiteitsraad opgericht, waarbij CFM (Campus & Facility Management) overlegt met biodiversiteitsenthousiastelingen over hoe onderhoud kan bijdragen aan een betere habitat voor soorten. Verder werken we dankzij een subsidie van het Klimaatcentrum aan het toegankelijk maken van gegevens over groenonderhoud en biodiversiteit voor onderzoek en onderwijs.   

Meer weten over duurzaamheid op de UT? Kijk op utwente.nl/duurzaamheid