Op vrijdag 4 oktober 2024 is het weer tijd voor de Alumni Talks! Drie prominente alumni zijn te gast. Hoe zijn ze vanuit Twente beland waar ze nu staan? Wat is de passie die maakt dat ze doen wat ze nu doen? En welke ontwikkelingen voorzien zij, vanuit hun vakgebied, voor de toekomst?
Jij kunt met hen in gesprek, in de zaal, of na afloop bij de borrel in de Vestingbar.
NB: Als je je aanmeld als bezoeker dan brengen we een kleine fee in rekening. De borrel is dan wel weer op onze kosten!
“Dit is het begin van een heel nieuw hoofdstuk in de Sterrenkunde.”
Van Twente tot de Oerknal: Maurice te Plate vertelt over zijn bijdrage aan de meest geavanceerde ruimtetelescoop ooit
Na meer dan 25 jaar werk werd op 25 december 2021 de meest geavanceerde ruimtetelescoop ooit gelanceerd: de James Webb Space Telescope (JWST). Meer dan twintig jaar werkte Maurice te Plate mee aan het ontwikkelen, bouwen en testen van deze ruimtetelescoop.
De JWST is de krachtigste en grootste ruimtetelescoop ooit gebouwd. Nooit eerder kon de mens zo ver in het universum en zo diep in het verleden kijken. “Dit is het begin van een heel nieuw hoofdstuk in de Sterrenkunde”, aldus Te Plate. De ontwikkeling en bouw van het ruimteobservatorium is een samenwerking tussen NASA, ESA en CSA, de ruimtevaartorganisaties van respectievelijk de VS, Europa en Canada, en heeft naar schatting meer dan 9 miljard dollar gekost.
Te Plate studeerde Technische Natuurkunde aan de Universiteit Twente van 1988 tot 1993. Hij begon zijn carrière bij TNO Science and Industry en stapte na 7 jaar over naar ESA. In 2012 werd hij vanuit ESA gedetacheerd bij NASA in Maryland voor het JWST-project alwaar hij als System Integration & Test Manager ervoor zorgde dat de Europese bijdrage aan James Webb op een goede en veilige manier samengebouwd werd met de rest van de telescoop. Te Plate mag dan wel geen kosmoloog zijn, maar ook zijn hart gaat sneller kloppen van de wetenschappelijke ontdekkingen die al met de telescoop gedaan zijn en die nog gaan komen.
“Er werd naar ons gekeken als de partij die de nieuwe standaarden gaat neerzetten.”
Van Twente tot de cloud: Merel Boers vertelt hoe Nicolab met AI de patiëntenzorg verbeterd
Vorig jaar won Merel Boers de Van den Kroonenbergprijs voor haar succesvol ondernemerschap met haar bedrijf Nicolab, een spinoff van de UT. Met Nicolab ontwikkelde zij ‘StrokeViewer’, een cloud-based platform dat met behulp van AI samenwerkende zorgprofessionals ondersteunt om sneller te komen tot een gedeelde diagnose en behandelwijze van patiënten met een herseninfarct.
Binnen Europa zijn herseninfarcten doodsoorzaak nummer 2 en de belangrijkste oorzaak van lange-termijn invaliditeit. Jaarlijks worden 1,4 miljoen Europeanen door zo’n infarct getroffen. 40% van de patiënten krijgt niet op tijd een goede behandeling. Om tot een effectieve behandeling te komen is de factor tijd essentieel. Strokeviewer wordt inmiddels wereldwijd in meer dan 200 ziekenhuizen toegepast. Boers: “We zijn trots op onze resultaten; patiënten liggen korter in het ziekenhuis en hebben gemiddeld meer gezonde levensdagen. Dat is een goede businesscase voor de ziekenhuizen.” De timing was gunstig, aldus Boers. “Werken in de cloud was altijd een no-go voor ziekenhuizen. Wij hebben toch durven zeggen dat we het alleen op die manier wilden doen. Daarmee waren we de eersten. Dit heeft goed uitgepakt. Tien jaar eerder was het niet gelukt. Er werd naar ons gekeken als de partij die de nieuwe standaarden gaat neerzetten.”
Boers studeerde van 2007 tot 2014 Technische Geneeskunde aan de Universiteit Twente en promoveerde vier jaar later Cum Laude op het onderwerp ‘Image Analysis in Acute Ischemic Stroke’. Om de resultaten uit het onderzoek van haar vakgroep sneller naar de markt te brengen werd Nicolab opgericht.
“Het spoor heeft dringend innovaties nodig”
Van Twente tot in alle uithoeken van Nederland: John Voppen vertelt over zijn bijdrage aan de bereikbaarheid van Nederland
Het versterken van de bereikbaarheid van Nederland, dat is de opgave voor de Nederlandse spoorwegbeheerder ProRail. Het vergroten van de capaciteit, het verbeteren van de betrouwbaarheid en het duurzamer maken van het spoor zijn de komende jaren de belangrijkste speerpunten voor ProRail. Dat, in combinatie met het personeelstekort, zowel bij ProRail zelf als bij leveranciers, eisen veel aandacht van ProRail CEO John Voppen.
Elke dag reizen ruim een miljoen mensen met de trein en dat aantal zal de komende jaren alleen maar groeien. Samen met de havens vormt spoorgoederenvervoer ook nog eens een belangrijke economische motor. Het imago van het spoor is echter minder gunstig dan je gezien de prestaties zou verwachten. Hinder en storingen vallen meer op dan het feit dat treinen voor 90% op tijd rijden. Voppen treedt daarom regelmatig op in de media om uitleg te geven. Hij geeft daarbij het signaal dat het spoor van wezenlijk belang is om de mobiliteitsgroei duurzaam op te vangen. Voppen’s boodschap aan de politiek: investeringen blijven noodzakelijk. “Het spoor in Nederland zit op de meeste plekken vol. Om tot 2030 miljoenen meer reizigers te vervoeren, zonder extra spoor aan te leggen, moeten we slimme dingen bedenken. Voor die innovatie is geld nodig.”
Voppen studeerde Technische Bedrijfskunde aan de Universiteit Twente van 1990 tot 1996. Hij ging aan de slag als consultant bij organisatieadviesbureau Accenture en verkaste in 2005 naar ProRail. Eerst als directeur financiën en later als directeur verkeersleiding. Vanaf 2016 is hij lid van de Raad van Bestuur, eerst als operationeel directeur (COO) en met ingang van 1 september 2019 als president-directeur (CEO).