De Pakkerij
Sinds eind jaren negentig is De Pakkerij een begrip in de Twentse studentenwereld. Het voormalige pakhuis aan de Oude Markt in Enschede vormt de thuisbasis van vier grote studentenverenigingen en staat symbool voor de jarenlange strijd tussen de campus en de stad Enschede om de gunst van de student.
Tot 1974 waren studenten verplicht om op te campus te wonen – stadse verleidingen waren ver weg. Toen de woonverplichting werd opgeheven, bleef een grote trek naar de stad vooralsnog nog uit. Er was in de loop der jaren een echte campuscultuur ontstaan, met veel voorzieningen en door de studenten zelf gerunde studie-, sport- en gezelligheidsverenigingen. Maar na verloop van tijd begon de stad toch te lonken, en met de vestiging van studentenclubs in Enschede, barstte de strijd tussen campus en stad om de gunst van de student los.
Het was de kleine ‘rebellenclub’ DSC Cheiron die als eerste de officiële overstap maakte. Mede-oprichter Giuseppe van der Helm: ‘Cheiron wilde zich destijds afzetten tegen de campusgedachte. De heren professoren, keuvelend op de gazons van Drienerlo, zaten niet op corporale toestanden te wachten.’ Autonomie, dat is wat Cheiron wil, en daarom breekt het gezelschap van ongeveer vijfentwintig man twintig jaar na de stichting van de THT met de campustraditie en neemt zijn intrek in een fabriekshal bij de Roomweg. Vier jaar later is het ledenaantal van Cheiron gestegen tot 120 en moet de vereniging op zoek naar een nieuw onderkomen – het wordt een pand in de Walstraat. Jarenlang blijft het Drienerlose studentencorps de uitzondering die de regel bevestigt; de overige Twentse studenten blijven trouw aan de campus.
Tot er eind jaren tachtig nog twee onafhankelijke studentenverenigingen ontstaan: ASV Taste en DJC Rossinant. Na getouwtrek met het campusbestuur vestigen ook zij zich in de stad. Rond diezelfde periode heeft Wouter de Geus, de bierinkoper van de Vestingbar, door dat je op bierdrinkende studenten een prima businessmodel kunt baseren; hij opent een studentencafé aan de Oude Markt, De Geus. Langzaam maar zeker verandert Enschede in een studentenstad.
Al snel blijkt dat de komst van studenten niet alleen maar positieve effecten heeft... studenten, en dan met name studentenverenigingen, veroorzaken ook overlast. Daarom gaat in de jaren negentig de werkgroep Enschede Studentenstad vanuit de Gemeente Enschede op zoek naar een groot pand waar alle studenteverenigingen in kunnen worden ondergebracht. Hun oog valt op het oude pakhuis van textielfabrikant Van Heek aan de Oude Markt.
Twee jaar later, in de zomer van 1996, zijn de studenten driftig in het gebouw aan het klussen: ze mogen erin. De hele vakantie hebben de verenigingen zelf de kale ruimtes verspijkerd en aangekleed tot volwaardige sociëteiten. Vier studentengezelligheidsverenigingen maken van de Pakkerij hun nieuwe thuisbasis, met een bonte kermis als resultaat. De voordeur wordt gedeeld door het ‘traditionele’ Audentis, het ‘algemene’ Taste, de kleine christelijke club Alpha en AEGEE, een in Europees verband georganiseerde vereniging gericht op het uitzenden van studenten.
Met de komst van de Pakkerij ontpopt Enschede zich als een echte studentenstad. Samen telden de vier verenigingen destijds bijna duizend leden, ongeveer 15 procent van de gehele studentenpopulatie. Het heeft er alle schijn van dat de stad de slag om de student heeft gewonnen...