Ons verhaal#084 Norberts ontwikkeling tot practicumleider

#084 Norberts ontwikkeling tot practicumleider

Het verhaal van Jeroens gele trui is een verhaal over Norberts ontwikkeling tot practicumleider

Jeroen Jansen en Norbert Spikker werken allebei al negentien jaar bij de UT, maar zagen elkaar nog nooit. Tijdens hun eerste ontmoeting komen de twee achter hun gemeenschappelijke hobby: wielrennen. Daar wil Jeroen alles over weten. Net als over hoe Norbert begon als meewerkend voorman en nu als werkplaatsbeheerder en practicumleider verantwoordelijk is voor tien medewerkers.

Klik voor de Engelse versie

Maandag 11 juli 2022 


Jeroen: ‘Voor ons gesprek heb ik je even opgezocht op Google, Norbert. Ik ben niet zo goed met internet en social media, maar heb toch wat over je gevonden.’

Norbert: ‘Haha, wat grappig. Heb je dan ook gezien wat mijn hobby is?’

Jeroen: ‘Wielrennen?’

Norbert: ‘Ja! Ik fiets best wel veel. Vroeger deed ik dat op hoog amateurniveau en het heeft nog steeds een belangrijke plek in mijn leven. Als het kan, ga ik elke dag vanuit mijn woonplaats Haaksbergen op de fiets naar de universiteit. Daarnaast tour ik regelmatig met mensen uit Haaksbergen of lekker in m’n eentje.’

Jeroen: ‘Wat leuk! Zelf vind ik fietsen ook prachtig. Vanaf Oldenzaal pak ik altijd de fiets richting de universiteit. Kun je wat meer vertellen over wat je doet bij de UT?’

Norbert: ‘Sinds 2003 ben ik werkplaatsbeheerder en practicumleider op de faculteit Engineering Technology. Ik zorg voor de planning en inhoud van de practica voor studenten van werktuigbouwkunde, industrieel ontwerpen en Creative Technology. Daarnaast ben ik verantwoordelijk voor de activiteiten die op de metaal- en modelwerkplaatsen plaatsvinden. Denk hierbij aan het ontwerpen van testopstellingen ontwerpen of onderdelen maken voor studententeams. Ik begon hier alleen mee, maar inmiddels doe ik dit samen met tien collega’s, waarvoor ik verantwoordelijk ben.’

Studenten doen vaak alles voor een eindresultaat van hoog niveau

Norbert Spikker

Jeroen: ‘Je hebt dan veel met studenten en promovendi te maken. Wat vind je interessant daaraan?’

Norbert: ‘Vooral hun toewijding. Ze kunnen echt genieten van hun studie en het onderzoek dat ze doen. Vaak willen ze er alles aan doen om naar een eindresultaat toe te werken dat van een hoog niveau is. Ik vind dat supermooi om te zien. Voor sommigen is het echt een strijd. De ene vindt het geweldig om onderzoek te doen, terwijl het niet hun ding is om een proefschrift te schrijven. Ik zie daar vaak een worsteling ontstaan.’

Jeroen: ‘Als ik zo naar je luister en zie wat er op het internet over je staat, heb je in je werk veel te maken met ontwerpen. Wat is jouw droomontwerp?’

Norbert: ‘Op de UT staat een kunstwerk dat ‘Het Ding’ heet. Het bestaat uit zes zwevende palen, die door staalkabels in balans worden gehouden. De trekkracht zit in de kabels, terwijl de drukkracht in de palen zit. Een fiets kan op dezelfde manier gemaakt worden. De buizen van het frame nemen dan de drukkracht op en de trekkracht gaat via kabels naar het frame. Ik heb een ontwerp gemaakt dat is gebaseerd op dit concept.’

Jeroen: ‘Zit ik nou te praten met de bedenker van een toekomstig topmerk? Ik fiets zelf graag op een fiets van het merk KTM, maar misschien over tien jaar wel op een echte Spikker.’

Norbert: ‘Haha, wie weet! Zo’n ontwerp heeft wel een nadeel, hoor. Het is namelijk niet zo praktisch, omdat de kabels van de fiets bijvoorbeeld op andere plekken dan normaal lopen. Maar je moet het meer als kunst zien. Als designfiets kan het echt een blikvanger zijn. Een Rietveldstoel kun je ook niet lekker in zitten, maar die ziet er wel supermooi uit. Dat is vaker zo met kunst.’

Je kunt genoeg kansen krijgen bij de UT, maar die moet je wel zelf grijpen en er richting aan geven

Norbert Spikker

Jeroen: ‘Heb je eigenlijk een wielerheld?’

Norbert: Als Nederlander vind ik Mathieu van der Poel natuurlijk een topper. Maar wat Dylan van Baarle bij Parijs-Roubaix deed, is ook super.’

Jeroen: ‘Voor jou is Mathieu dus een soort boegbeeld. Misschien kijkt jouw team ook wel tegen jou als manager op. Zie je vergelijkbare karaktereigenschappen met Mathieu?’

Norbert: ‘Ik denk vooral mijn doorzettingsvermogen en het geduld dat je moet hebben op de UT. Daardoor kon ik me altijd blijven ontwikkelen. De vrijheid die ik daarbij kreeg, was heel belangrijk. Toen ik net bij de UT begon, was mijn chef vaak afwezig en werd ik aan m’n lot overgelaten. Zo kon ik mijn eigen pad uitstippelen en dat heeft gemaakt tot wie ik nu ben. Ik begon als meewerkend voorman en ben nu een manager die leidinggeeft aan tien medewerkers. Dat soort kansen kun je krijgen bij de UT, maar je moet die wel zelf grijpen en er richting aan geven.’

Ik zou al heel blij zijn als studenten kleine dingen van mij onthouden

Norbert Spikker

Jeroen: ‘Stel, het einde van jouw loopbaan nadert. Wat hoop je dan dat er bij studenten is blijven hangen van jou als persoon?’

Norbert: ‘Dan moet ik meteen denken aan het moment dat ik voor de keuze stond wat ik ging studeren. Elektrotechniek of werktuigbouwkunde? Ik ben toen bij een voorlichtingsavond geweest over werktuigbouwkunde. De docent overtuigde me meteen. Hij sprak zo bevlogen over het vak. Ik vond dat geweldig. Ik hoop dat mijn studenten ook zo naar mij kijken. Het hoeft maar een klein ding te zijn. Al is het maar: “Die Norbert Spikker heeft dat toen tegen me gezegd en dat onthoud ik altijd.” Als ik daarvoor kan zorgen, ben ik al heel blij.’

Jeroen: ‘Volgens mij kunnen we nog uren doorpraten. Ik vond het heel mooi om je te spreken.’

Norbert: ‘Bedankt voor het gesprek. Misschien kunnen we een keer over fietsen kletsen op de universiteit. Dat lijkt me erg leuk. Hopelijk tot ziens op de campus!’

Norbert Spikker (1967)

is werkplaatsbeheerder en practicumleider op de faculteit Engineering Technology (ET). Hij werkt op de UT sinds 2003 en begeleidt practica voor studenten van Werktuigbouwkunde, Industrieel Ontwerpen en Creative Technology. Norbert studeerde Werktuigbouwkunde op de Hogeschool Saxion en werkte daarna een paar jaar als onderhoudsmonteur. In zijn huidige werk is hij verantwoordelijk voor een team van tien medewerkers.  

jeroen jansen ba (1961) 

wilde stuurman worden op de zeesleepvaart maar kwam niet door de keuring. Hij stapte over naar de opleiding tot scheepswerktuigkundige om toch te kunnen varen en werkte korte tijd in machinekamers van schepen. Dat bleek niet het alternatief waar hij op hoopte. Al snel zette hij voet aan wal en ging werken in de groentebranche. Later had hij verschillende managementfuncties bij Ahold en Prismagroep. In zijn tijd bij Ahold rondde Jeroen een studie human resources af. Hij werd hr-manager bij Holland Casino Enschede, voordat hij overstapte naar het ITC en later de UT. Inmiddels is Jeroen tenure track- en talentmanagementcoördinator bij het ITC en projectleider van de Shaping Expert Group Individuals and Teams.