Ons verhaal#049 Mila’s fotogrammetrie

#049 Mila’s fotogrammetrie

Het verhaal van Bé’s talrijke paden is een verhaal over Mila’s fotogrammetrie

Bé Meerman bewandelde vele paden voordat hij projectmanager werd aan de UT. Hij is nieuwsgierig naar het pad van Mila Koeva, universitair docent aan de ITC-faculteit. Wat bracht haar van Bulgarije naar Twente?

Klik voor de Engelse versie

Maandag 20 september 2021 

Opa's wijsheid

Bé: ‘Dankzij jou hoor ik voor het eerst over het vak fotogrammetrie. Wat is het precies?’ 

Mila: ‘Einstein zei het al: een beeld zegt meer dan duizend woorden. Dat is de essentie van fotogrammetrie. We gebruiken beelden, vooral luchtfoto’s, om van alles in kaart te brengen. Een beeld levert zoveel informatie op, en we kunnen er verandering over tijd mee waarnemen. Ik gebruik beelden nu vooral om kaarten te maken van land en stadsontwikkeling. Na mijn afstuderen kwam ik er voor het eerst mee in aanraking, en sindsdien heb ik altijd met fotogrammetrie gewerkt. Ik vind het nog steeds geweldig hoeveel mogelijkheden dat geeft.’ 

Bé: ‘Kun je een voorbeeld geven van hoe je die mogelijkheden gebruikt?’

Mila: ‘Een groot project waarmee ik de afgelopen vijf jaar druk ben geweest, is its4land. Vanuit de UT leidde ik een consortium van acht partners uit Europese en Afrikaanse landen, zowel academische als commerciële organisaties. Het idee was om het land in kaart te brengen en te koppelen aan eigendomsrecht. Van al het land wereldwijd is slechts 30 procent goed in kaart gebracht en in kadasters geregistreerd. Ons doel was instrumenten te ontwikkelen waarmee je grondbezit makkelijk, snel en goedkoop in kaart kunt brengen. Vanuit de UT waren we verantwoordelijk voor het verzamelen van de dronebeelden. Vervolgens ontwikkelden we algoritmes om automatisch de landgrenzen en gebouwen uit die beelden te halen. Zo probeerden we het klassieke handwerk te versnellen.’

Bé: ‘Waar ben je het meest trots op als je terugkijkt op dat project?’

Mila: ‘Het project laat zien dat onze techniek werkt. Ik geloofde echt in het idee om dronebeelden te gebruiken bij deze taak, en het is ons gelukt. Alle praktische obstakels wisten we te overwinnen. We werkten met technologie die in sommige landen nog niet of nauwelijks geaccepteerd was. Vijf jaar geleden kochten we dure drones en hadden we echt moeite die Afrikaanse landen binnen te krijgen. Sommige mensen waren ook bang dat ze hun werk zouden verliezen door de nieuwe technologie. We hebben laten zien dat dat niet hoeft. Nu wordt onze techniek onderwezen in Rwanda, waar studenten les krijgen in hoe drones te gebruiken, en hoe je de beelden kunt inzetten om kaarten te maken. Dat is voor mij heel belangrijk, dat je met die nieuwe techniek uiteindelijk vooral mensen verder helpt.’

Bé: ‘Daar kan ik me helemaal in vinden. In mijn gesprek met Theo Toonen benadrukte ik dat ook: mensen komen altijd voor technologie. De verbinding tussen mensen moet goed zitten, dan kun je daarna de stap vooruit zetten.’

Bé: ‘Iets anders waar ik nieuwsgierig naar ben: je begon je carrière in Bulgarije, waar je ook vandaan komt. Wat bracht je naar Nederland?’ 

Mila: ‘Ik was eigenlijk heel blij met mijn loopbaan, tot ik tegen de grenzen van mijn ontwikkeling aanliep. In Bulgarije is het moeilijk om nieuwe technieken uit te proberen. Voor alle nieuwe data die je wilt verzamelen, moet je apart toestemming vragen bij de overheid, en er is weinig geld beschikbaar voor fotogrammetrie. Nederland heeft een open data-cultuur waarin veel wordt gedeeld. En we hebben hier toegang tot zoveel geospatiale data die je vrij kunt gebruiken. Dat geeft mij als onderzoeker meer mogelijkheden. Een collega stuurde me destijds de vacature aan de UT door. Dat heeft de richting van mijn leven en carriere veranderd.’ 

Bé: ‘Hoe bevalt die verandering van richting?’ 

Mila: ‘Deze plek past me goed. Ik heb in Bulgarije veel kennis en praktische ervaring opgedaan met het gebruik van beelden, die kennis kan ik hier nu met studenten delen. De ITC-faculteit heeft bovendien een excellente reputatie in het gebruik van fotogrammetrie, dus het is een goede match. En het academische pad blijkt voor mij de juiste keuze. Mijn grootvader zei vroeger al: Mila, jij moet onderzoeker worden. Ik denk dat hij gelijk had.' 

Bé: ‘Waarom zei je opa dat?’

Mila: ‘Omdat ik altijd aan het leren was, haha! Terwijl andere kinderen gingen spelen, sloeg ik aan het studeren. En ik stelde altijd overal vragen over. Nu weet ik dat hij gelijk heeft. Als je zoals ik graag nieuwe methoden ontwikkelt en gebruikt, is wetenschap de beste weg. Ik heb het gevoel me hier goed te kunnen ontwikkelen.’

Bé: ‘De ITC-faculteit staat nu nog buiten de campus, maar jullie komen straks deze kant op. Hoe vind je dat?’

Mila: ‘Ik had er in het begin gemengde gevoelens over, maar ben nu gewend aan het idee. Laat ik van het positieve uitgaan. Het brengt ons ongetwijfeld nieuwe mogelijkheden in de samenwerking met andere faculteiten. Want het helpt als je dichter bij elkaar zit en je onderdeel voelt van de familie. Het zal hooguit even wennen zijn aan een kleiner gebouw. Maar als ik zie hoe we ons het afgelopen jaar hebben aangepast naar hybride – of zelfs helemaal thuis werken, dan zal dat geen probleem zijn.’

Bé: ‘Kijk je er naar uit om weer naar de campus te gaan?’

Mila: ‘Als het straks echt veilig kan en studenten én docenten zich ook veilig voelen, wil ik weer fysiek onderwijs geven. Als docent wil je studenten het beste geven. En voor studenten is het ook fijner. Ik denk dat het onderwijs nog het meest te lijden heeft gehad onder de corona-situatie. Voor mijn eigen onderzoek en projecten heeft het ook veel opgeleverd. Ik heb thuis meer focus en heb zoveel meer geproduceerd dan normaal gesproken op de universiteit. Dat zou ik graag zo houden. En ik heb de afgelopen tijd een aantal online conferenties georganiseerd en bijgewoond. Het is niet makkelijk, maar wel geweldig dat je ook mensen kunt ontvangen die normaal de middelen niet hebben om deel te nemen.’

Bé: ‘Hoe heeft deze tijd je lesgeven veranderd?’ 

Mila: ‘We proberen van alles uit om voor interactie te zorgen en de focus van studenten vast te houden. Zo hebben we de lesduur aangepast en wisselen we af tussen hele online colleges en filmpjes die we vooraf opnemen en waarover we later online napraten. Het kostte de nodige inspanning, maar we hebben ook opnames die we de komende jaren opnieuw kunnen gebruiken. Het voordeel is dat studenten daarmee colleges kunnen terugkijken, meer tijd hebben voor reflectie, en eventueel ook meer cursussen tegelijkertijd kunnen doen.’

ING. BÉ MEERMAN (1957)

studeerde technische bedrijfskunde aan de Saxion Hogeschool. Al 31 jaar werkt hij aan de UT. Ooit begonnen in de ‘harde IT’, als serverbeheerder, is hij langzaam opgeschoven richting projectmanagement. Eerder draaide het om bits bytes, nu om mensen. Als projectmanager begeleidt hij projecten voor verbetering van de onderwijsondersteuning. Daarnaast is hij coördinator van het Technology Enhanced Learning and Teaching (TELT) team dat docenten ondersteunt bij onderwijsinnovaties. 

Mila Koeva (1977)

is geboren, getogen en afgestudeerd in Bulgarije. Na verschillende functies bij de overheids en in private instellingen in Bulgarije koos ze voor een carrière in de academische wereld. Na een Phd in 3D modeling in architectural photogrammetry aan de universiteit van Sofia kwam ze naar Nederland voor haar huidige baan als universitair docent aan de faculteit Geo-Information Science and Earth Observation (ITC), dat sinds 2010 officieel deel uitmaakt van de UT. Ze is gespecialiseerd in 3D Land Information, en haar onderzoek richt zich op het toepassen van technologische innovaties in stedenbouw en landregistratie.
Meer weten over Mila’s onderzoek? Check deze video.