Het College van Bestuur van de Universiteit Twente is genoodzaakt om verschillende aanpassingen door te voeren in de tarieven van het instellingscollegegeld voor het collegejaar 2026-2027. Omdat deze tarieven in de afgelopen jaren beperkt zijn geïndexeerd en de kosten zijn blijven stijgen, is een inflatiecorrectie noodzakelijk. Het voorstel wordt aan de Universiteitsraad voorgelegd ter advies.
Instellingstarief
Het instellingstarief is het collegegeldtarief dat geldt voor studenten die niet in aanmerking komen voor het wettelijk collegegeld. Dit is het geval voor studenten van buiten de Europese Economische Ruimte (EER), en studenten die al een diploma hebben behaald in Nederland op hetzelfde niveau (bachelor of master). Het wettelijk collegegeld wordt jaarlijks vastgesteld door de overheid, het instellingstarief wordt door universiteiten zelf bepaald en moet minimaal kostendekkend zijn.
Inflatiecorrectie
Op het instellingstarief voor bacheloropleidingen wil het CvB een inflatiecorrectie van 11 procent toepassen, gebaseerd op het inflatiepercentage van 2022. Deze correctie sluit aan bij de inflatiecorrectie die eerder al is toegepast op de instellingstarieven voor masteropleidingen voor het collegejaar 2025-2026. Daarnaast wordt een eenmalige aanvullende verhoging van 15 procent voorgesteld, bedoeld om gestegen kosten te dekken waarvoor in eerdere jaren vóór 2022 geen correctie is toegepast.
Ook voor masteropleidingen is het voornemen om een eenmalige aanvullende correctie van 15 procent toe te passen in 2026-2027. Net als bij de bacheloropleidingen is dit bedoeld om de financiële gevolgen van kostenstijgingen in eerdere jaren op te vangen.
Overgangsregeling
Voor studenten die hun studie zijn gestart vóór het collegejaar 2026-2027 zal een overgangsregeling worden opgesteld. Daarmee wil het CvB de impact van deze wijzigingen voor zittende studenten beperken.
Toekomstige indexatie
Vanaf 2026-2027 worden de instellingstarieven jaarlijks geïndexeerd op basis van de procentuele stijging van het wettelijk collegegeld. Bovendien zal er minstens eens per drie jaar een uitgebreide evaluatie plaatsvinden, waarbij de instellingstarieven opnieuw worden beoordeeld op basis van financiële ontwikkelingen en strategische afwegingen.
Het College van Bestuur realiseert zich dat aanpassingen in de collegegelden directe gevolgen kunnen hebben voor studenten. Transparantie, zorgvuldigheid en een duurzame financiële koers blijven daarom uitgangspunten in het beleid.