Notitie tuinafval
Op de jaarvergadering is de problematiek rond tuinafval besproken. Deze notitie beschrijft datgene wat er is vastgesteld. Er wordt onderscheid gemaakt tussen drie soorten afval, waarbij het woord afval voor organische stoffen ten onrechte wordt gebruikt.
1. Organische materialen die eenvoudig te composteren zijn, zoals groenteblad, stengels, bloemen; 2. Organische materialen die moeilijk of niet te composteren zijn, zoals onkruid met wortels, onkruid met zaad, groente met ziektes zoals koolstronken, takken; 3. Niet-organische materialen en bewerkt hout.
Ad 1. Eenvoudig te composteren materialen van de eigen tuin worden door de tuinier ook op de eigen tuin verwerkt. Dit kan naar believen gedaan worden door te composteren op een eigen composthoop of in een compostvat. Ook kan het eenvoudig in eigen tuin worden ondergewerkt. Dit materiaal wordt dus niet gestort op een gemeenschappelijke storthoop.
Ad 2. Organisch materiaal dat niet of slecht te composteren is, moet je enige tijd op je tuin laten liggen, zodat het indroogt. Je kunt dan de aarde eraf schudden. Dit afval moet je mee naar huis nemen en in de groenbak gooien.
Ad 3. Niet organische materialen en bewerkt hout (plastic, planken, paaltjes, gaas en dergelijke) heb je ooit zelf meegenomen naar de tuin. We verwachten dat je het ook zelf weer van de tuin verwijdert en dus meeneemt naar huis.
Bovenstaande regeling geldt voor materialen op de eigen tuin. Voor organische materialen die vrij komen bij werkzaamheden van algemeen nut, wordt telkens een ad hoc oplossing gezocht, bijvoorbeeld het wegbrengen met de aanhanger naar een gemeentelijk afvalbrengpunt.