Verslag interne 19-06-2007

logo Universiteitsraad UT

universiteitsraad

Griffie

Spiegel – kamer 500



Uw kenmerk


Telefoon

053 - 489 2027

Ons kenmerk

UR 07-244

Fax


Datum

3 juli 2007

e-mail

j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl

Notulen interne vergadering 19-06-2007


Aanwezig: M. van Andel, W. Andringa, H. Becht, G. Brinkman, L. Ferreira Pires, M. Fonville, H. Hoogveld, J. de Jong, D. Meijer (vz.), S. van Nierop, B. Pol, H. Poorthuis, F. Possel, P. Stek, A. van der Velde (verslag), G. Visschedijk, B. Visser, H. Wormeester.

Afwezig: J. Ribberink, M. Peijster

Locatie: T1300


1.Opening en vaststellen agenda

De vergadering wordt geopend om 14:00 uur. Aan de agenda worden de punten Student Union en voorbereiden informeel overleg toegevoegd.


2.Mededelingen

Uitnodigingen

Afvaardiging UR nieuwe service centrum voor onderwijs dinsdagmiddag 26 juni 15:30 à

Pieter Stek, Gillian Visschedijk, Gert Brinkman & Bauke Visser, zullen de UR vertegenwoordigen.

Ontbijtbijeenkomst van VWO tot PHD vrijdag 22 juni à

Dick Meijer en Annemiek van der velde gaan hier heen, zij waren ook persoonlijk uitgenodigd.

Innovatielezing woensdag 20 juni om 16:30 à

Dick Meijer vertegenwoordigt ons allemaal en eet voor 18.


3.Verslag van de interne vergadering van 05-06-2007

Nog niet bij ons bekend zal verstuurd worden naar de vertrekkende leden zodat zij nog wel commentaar kunnen leveren.


4.Ingekomen / uitgaande post

Geen commentaar.


5. Onderzoeksnota

Dick Meijer heeft n.a.v. de PSI vergadering vanochtend een document getypt waarin verschillende afwegingen worden verwoord. Zo kunnen wij er voor kiezen om in te stemmen met de onderzoeksnota zonder paragraaf 7 of proberen tot overeenstemming te komen over de gehele onderzoeksnota.

Wouter Andringa merkt op dat het volume beleid op twee niveaus plaats zou moeten vinden. Het eerste niveau van volumebeleid is de bestuurlijke discussie over de inzet van het strategisch onderzoek budget voor toewijzing van de component convenantbijdrage. Het tweede niveau is de discussie tussen decanen en WD’s.


Besluitvorming opsplitsen of niet?

Als de besluitvorming wordt opgesplitst dan betekent dit dat in een later stadium de bestuurlijke consequenties besproken zullen moeten worden.

Henk Zijm heeft in de OOS commissie aangegeven wel wat te zien in het opsplitsen van de besluitvorming; de commissieleden hebben daar echter wel de consequentie aan verbonden dat de hele nota dan weer nagekeken zou moeten worden op financiële consequenties.

Het probleem met opsplitsen is dat je de bestuurlijke consequenties misschien pas terug ziet in de begroting of je moet als voorwaarde aan het instemmen verbinden dat je instemmingsrecht krijgt op de verdeling van de middelen.

Stefan van Nierop geeft aan dat hij denkt dat het college met een gesplitste besluitvorming alsnog wel zal doorvoeren.

Herbert Wormeester vertelt als zijstraat dat er in het UMT onenigheid is over het nieuwe verdeelmodel; deze is dan ook uit de kadernota gehaald. Herbert weet niet of dit op het gebied van onderwijs of onderzoek is. Maar het zou kunnen zijn dat dit gevolgen heeft voor de onderzoeksnota.

Preciseren waar je mee in wil stemmen en waar je niet mee in wil stemmen betekent dat je de inhoud van de nota achter je kan laten en de bestuurlijke financiële discussie op een later moment kan voeren.

Pieter Stek vindt het raar dat als je principieel tegen bent je alsnog wel met een deel in wil stemmen. Als je tegen bent, ben je tegen, als je de voordelen ziet ben je voor. Daarnaast is het de taak van het CvB om te beslissen of zij een stuk of een hoofdstuk terug trekken of niet en niet aan de UR. Daarnaast geeft Pieter Stek nog aan dat Campussy instemt met de hele nota.

Gert Brinkman geeft aan dat volgens Henk Zijm hfdst. 7 onlosmakelijk verbonden blijft met de onderzoeksnota. Daarnaast vindt Gert Brinkman het raar dat wij als UR er uit moeten zijn terwijl het UMT dat nog niet is. De PSI leden geven aan dat Flierman de nota onvoorwaardelijk in stukken wilde hakken. Er wordt aangetekend dat het voor Flierman makkelijker is om de nota in stukken te hakken dan voor Henk Zijm.

Sub Conclusie

Na de discussie is duidelijk dat de UR het niet wenselijk vindt om de nota helemaal uit elkaar te trekken.


Brief van de UR naar het CvB

Een brief van de UR naar het CvB zal niet unaniem zijn, Campussy en UReka willen instemmen met de nota, binnen CC is nog niet iedereen er over uit of zij in willen stemmen ja dan nee.


Protocol Instituutsraden

Pieter Stek geeft nog aan dat hij er wel waarde aan hecht dat er een protocol komt voor Instituutsraden. Hier kan je volgens hem wel van tevoren een voorstel voor doen.

Herbert Wormeester wil juist dat het CvB het voorstel eerst schrijft voordat wij instemmen.


Kanteling

Pieter Stek geeft aan dat Campussy zich kan vinden in de kanteling en er op vertrouwt dat medezeggenschap zal worden gepleegd.

Martijn van Andel vraagt zich af of medezeggenschap wel werkbaar wordt en niet te bureaucratisch. Hij vraagt zich dan ook af of dit de minst slechte oplossing is?

Pieter Stek geeft aan dat het over zo’n lange termijn gaat dat het niet uit maakt als het proces een half jaar in beslag neemt omdat de te nemen besluitvorming niet gaat over dat jaar maar over een periode daarna.

Martijn van Andel is bang dat je er op uit komt dat je twee jaar moet gaan overleggen over het onderzoek.

Stefan van Nierop geeft aan dat hij vanochtend tijdens de PSI commissie het idee kreeg dat er mogelijkheden waren om tot overeenstemming te komen omdat Flierman heeft voorgesteld om de procedure van de medezeggenschap uit te werken. Luis ferreira Pires vindt echter dat Flierman niet diep genoeg is gegaan.

Jorrit de Jong geeft aan dat de problemen die CC heeft aangedragen niet het eigenlijke pijnpunt zijn. Het eigenlijke pijnpunt zijn de uitgangspunten van het model. CC is het namelijk niet eens met de uitgangspunten van de kanteling en volgens Jorrit de Jong moet dit breekpunt al bekend zijn bij Flierman. Stefan van Nierop geeft aan dat CC dit niet expliciet als breekpunt heeft genoemd vanochtend.

Martijn van Andel geeft aan dat het idee van vanochtend was dat het CvB moest aangeven of het überhaupt ging werken daarom is dit uitgangspuntenpunt toen niet genoemd.

Gillian Visschedijk: Zijm had een idee om het probleem dat de kanteling met zich mee brengt op te lossen, is dat niet aanvaardbaar? Voor bepaalde mensen, voornamelijk medewerkers is dit niet aanvaardbaar.


Instemming mogelijk?

Annemiek van der Velde vraagt zich af of CC überhaupt mogelijkheden ziet om in te stemmen. Zo niet dan moeten zij dit naar mening van Annemiek van der Velde duidelijk aan het CvB laten weten.

Enkele mensen bij CC weten niet of zij überhaupt mogelijkheden zien om in te stemmen.

Raadplegen decentrale raden

Dick Meijer geeft aan dat om in te kunnen stemmen hij in ieder geval vindt dat de boel beter uitgewerkt moet worden en Dick Meijer wil ook eerst bij de decentrale raden navragen of zij vinden dat er ingestemd kan worden. De inschattingen van de decentrale raden of dit werkbaar is kan dan als oordeel gebruikt worden bij de vraag al dan niet in te stemmen.

Annemiek van der velde vraagt zich af of er dan wel sprake is van een representatieve decentrale raad en of niet alleen de raden die er iets op tegen hebben komen. Harm Hoogveld geeft aan dat om het helemaal eerlijk te doen je aan alle raden schriftelijk zou moeten vragen of zij in kunnen stemmen. Dan weet je in ieder geval zeker dat het representatief is. Stefan van Nierop geeft aan nog steeds tegen het raadplegen van raden te zijn.


Sub Conclusie

De inzet die CC wil doen voor dinsdag is om het CvB te vragen een protocol te schrijven, daarmee naar de raden te gaan en daarna te beslissen of je wilt instemmen.

In dat protocol moet naar voren komen dat als WD-en en decanen er niet uit komen en het CvB een beslissing moeten nemen de UR instemmingsrecht zou moeten hebben op de beslissing van het CvB.


Dick Meijer: In het document voor de overlegvergadering moet het CvB worden gevraagd om een protocol te maken en daarna dit protocol aan de FR-en en IR-en te doen toekomen. In het document moet melding worden gemaakt van de verdeeldheid binnen de raad. Ook moet duidelijk worden gemaakt dat de UR, gehoord de meningen van de FR en IR zelf nog de afweging maakt om al dan niet in te stemmen.

Stemming

Tot slot wordt er nog gestemd over wie er voor is om de decentrale raden te consulteren alvorens een instemmingbesluit te nemen:

Voor: 11

Tegen: 6

Blanco: 1

Conclusie

Luis Ferreira Pires schrijft een document met daarin de vraag of het CvB een protocol wil maken. Hierin wordt aangegeven dat er verdeeldheid heerst in de raad. Daarnaast moet duidelijk zijn dat de UR met dit protocol naar de decentrale raden zal stappen om het te controleren op werkbaarheid. Aan de hand van die input zal de UR zijn afweging maken om al dan niet in te stemmen.


6.BBR

In de commissie PSI zijn enkele afspraken gemaakt m.b.t. het BBR. Zoals het actualiseren van het BBR eenmaal per jaar. Daarnaast is afgesproken om de FR in het BBR te noemen maar in een ander reglement terug te laten komen.

Ook is in PSI afgesproken dat het BBR pas in de cyclus na de vakantie ter instemming wordt voorgelegd zodat het CvB alle afspraken kan doorvoeren. Er zal een document gemaakt worden voor de overlegvergadering waarin wij ter bespreking alle gemaakte afspraken voorleggen aan het College.

Er volgt nog een korte discussie over de verantwoordelijkheid van de WD die niet voorkomt in het BBR. Er wordt besloten hier niets over te zeggen omdat het zou impliceren dat de UR er vanuit gaat dat de onderzoeksnota wordt doorgevoerd.

Herbert Wormeester merkt nog op dat er in art 4. geen consistentie is. Er moet worden gekozen voor alle CROHO namen of de roepnamen, maar het moet in ieder geval consistent gebeuren.

Herbert Wormeester: tot slot moet in art 5. lid 1 “MESA + “ zijn i.p.v.”MESA”

Stefan van Nierop zal deze twee extra punten in de brief voor het college opnemen.


Conclusie:

Stefan Van Nierop schrijft een brief waarin wij de gemaakte afspraken in PSI voor bespreking voorleggen aan het CvB met daarbij toegevoegd de laatste twee door Herbert Wormeester geopperde punten.


7.Ontwerpnota kaderstelling jaarplan en begroting 2008

Het college neemt hfdst.4 (nieuwe verdeelmodel) van de nota terug. In het UMT is hier namelijk nog geen overeenstemming over bereikt.

REH middelen

In de commissie vergadering met van Ast is gesproken over de zogenoemde REH middelen die 4,4 miljoen bedragen. De commissie heeft aangedragen om dit bedrag te besteden aan het matchingsprobleem.

Bachelor- en mastervakken

Naast de REH middelen is er gesproken over wat een bachelor vak is en wat is een mastervak. Nu treedt er vaak vervuiling van bestanden op omdat het niet duidelijk is wat een bachelorvak en wat een mastervak is. Hierdoor krijg je een vertekend beeld van rendementen, daarom moeten hier eenduidige regels voor komen. Er schijnt ook een voorstel voor geschreven te worden.

Reorganisatie van de dienstverlening

Een heldere uiteenzetting over de kaderstelling van de reorganisatie dienstverlening in 2008 zou moeten worden opgenomen. De faculteiten hebben inmiddels een bod gekregen, echter ze hebben minder medewerkers te betalen in 2008 dan in 2007 omdat er door de reorganisatie enkele dienstenmedewerkers verschuiven naar het centrale bekostigingssysteem. Faculteiten hebben dus meer geld over.

De faculteiten krijgen 5 / 6 miljoen extra, daardoor hebben zij meer te besteden. Er wordt echter gewerkt met huidige diensten en niet met toekomstige diensten daarom zijn er meer mogelijkheden met zelfde middelen voor faculteiten. Centraal komen er echter veel kosten bij zonder extra middelen. Je zou kunnen zeggen dat dit voor centraal een incentive is om bezuinigingen snel door te voeren.


Schriftelijke antwoorden op vragen

Er zullen nog meer schriftelijke antwoorden op vragen binnen komen.

Verdeelmodel

Als er nog tijd over is zullen wij in de overlegvergadering ook nog aandacht besteden aan het verdeelmodel. Daarbij moet er nog worden gesproken over een uniform ECTS tarief, dit staat namelijk niet in de onderwijsnota. Daarnaast komt een promotiepremie uitgesmeerd over vier jaar niet prikkelend over.

Afgesproken wordt dat als bijlage bij een brief naar het CvB voor de overlegvergadering, twee à drie onderwerpen als bespreekpunten bij het verdeelmodel worden opgenomen.

Bespreking in overlegvergadering

Naar aanleiding van de antwoorden die het CvB in de overlegvergadering geeft kunnen Wouter Andringa en Martijn van Andel nog mondelinge vragen stellen. Wouter Andringa zal dit eventueel doen over de interne doorberekeningkosten.

Kaderstelling

De kaderstelling is erg grof, daarom zal zonodig een wijziging van de kaderstelling voorgelegd moeten worden aan de UR. Dit betekent ook dat er bij de begroting van september veranderingen kunnen zijn doorgevoerd.


Conclusie

Herbert Wormeester stelt een brief op en in de overlegvergadering behandelen wij de kaderstelling enerzijds en het verdeelmodel en enkele andere punten ingegeven door Wouter Andringa en Martijn van Andel anderzijds.


8.Student Union

Campussy heeft het initiatief genomen om een concept ongevraagd advies te sturen aan het CvB. Waarschijnlijk wordt dit gezien de peiling in de OOS commissie niet een URaad advies, toch willen zij dit concept ongevraagd advies graag doornemen met de gehele URaad.

Martijn van Andel geeft aan dat volgens CC het veranderd zou moeten worden dat de Union vertegenwoordiger is van alle studenten, zij gaan namelijk vooral over beleid. Daarnaast zou de Union haar werkzaamheden verbeterd moeten afstemmen op de wensen van de klant. Een daadkrachtig bestuur is ook volgens CC vereist, verkiezingen zijn volgens CC echter juist niet de manier om dit te bereiken, omdat die verworden tot een populisme strijd. CC is het wel met Campussy eens dat de klanten ver weg staan bij de Union. Daarom zou er een jaarlijkse bijeenkomst moeten zijn met de klanten.

Pieter Stek vraagt zich af of er wel opkomst zal zijn bij zo’n jaarlijkse bijeenkomst, als je niks te zeggen hebt dan ga je er ook niet heen. Martijn van Andel denkt dat dit door meer promotie wel mogelijk zal zijn. Een groot deel van het probleem ligt namelijk bij de student want die wil alleen laks zeuren maar er zelf niks aan veranderen. De vraag volgens Pieter Stek is nog steeds welke rechten de studenten dan hebben op zo’n bijeenkomst want volgens Pieter Stek is er geen mandaat. Volgens Gert Brinkman zouden wij de Union moeten framen.

Maarten Fonville geeft aan dat er goede medezeggenschap mogelijk moet zijn, de koepels zijn namelijk niet altijd tevreden over de diensten die de Union levert. Anders zou je de Union meer Amerikaans in moeten richten.

Martijn van Andel is van mening dat je de Union niet moet inrichten naar het Amerikaanse model, maar je zou iemand uit de Universiteitsraad in de RvT moeten plaatsen die alle studenten vertegenwoordigd naast de koepel vertegenwoordiging. De jaarplannen zouden daarnaast ter advies aan de UR voorgelegd moeten worden.

Gillian Visschedijk geeft aan dat zij vindt dat wij als studentgeleding van de Universiteitsraad vertegenwoordiger van de studentengemeenschap zijn, dat is niet de taak van de Union. Als URaadspartij kan je een standpunt best duidelijk in je partijprogramma naar voren laten komen.

Herbert Wormeester vraagt zich af waarom je iemand in de RvT wil, waarom wil je geen medezeggenschap? Maar zoals Martijn van Andel net al zei kan het jaarplan dan ter instemming bij de UR langskomen.

Pieter Stek stelt dat het voordeel van een gekozen bestuurder is, dat hij zich zelf verkiesbaar moet stellen en zijn punten waar moet maken. Student Union bestuurder zijn is een heel andere functie dan in de UR plaatsnemen omdat de SU wel op een direct niveau besluiten kan nemen. Zowel CC als UReka vinden het belangrijker dat een student competent is.

Gillian Visschedijk geeft aan dat het grootste probleem dat er onder studenten speelt de beeldvorming is en het draagvlak. Maar je moet oppassen dat je de inhoud niet aantast om de beeldvorming en het draagvlak te verbeteren, want veel studenten zijn het in principe wel eens met de inhoud.
Volgens Martijn van Andel gaat het bij de Union niet om initiatieven nemen, maar zij zijn het bestuur van een dienst. Hun stukken zouden dan ook langs de medezeggenschap, de UR, moeten.


Dick Meijer geeft nog als oplossing dat bestuurders benoemd worden door mensen die wel democratisch gelegitimeerd zijn.


Conclusie:

Het ongevraagde advies wordt niet ondersteund door de raad als geheel, maar er is wel een behoefte aan een meer democratische legitimatie. De meerderheid van de raad is er voor dat een SU bestuurder wel degelijk competenties moet hebben om een bestuurder te zijn. Maar stukken van de SU zouden langs de universiteitsraad kunnen gaan. Eerst moeten wij als universiteitsraad een discussie hebben over de SU. Daarom wordt afgesproken dat Pieter Stek in een brief expliciet discussiepunten voor de overlegvergadering opstelt.


9.Voorbereiding informeel overleg

De hele gang van zaken rondom de reorganisatie zal hier worden besproken. Gert Brinkman geeft aan dat wij de do’s en don’ts naar voren moeten halen, niet alles is gerealiseerd. Vanuit de raad zullen Herman Poorthuis, Martijn van Andel, Pieter Stek en Wouter Andringa een aantal aspecten opstellen in een document voor de discussie.


Gesprek Meijer, Miedema, Flierman

Jorrit de Jong geeft aan graag wat meer te willen weten over het gesprek met Flierman en Phillip Miedema.

Dick Meijer geeft aan dat de boodschap van Phillip Miedema was dat er vooraf overeenstemming moet zijn over de doelstellingen. Flierman vatte het advies van augustus op als een positief advies dat het uitwerken van een reorganisatieplan legitimeerde.

Daarnaast is gesproken over hoe je medezeggenschap en draagvlak organiseert tijdens het reorganisatie proces. Flierman was niet overtuigd hij had meer een houding van het zij zo.

Met het woordje lef bedoelde Flierman dat de UR het aan moest durven om op hoofdlijnen in te stemmen terwijl je niet zeker weet hoe de uitwerking zal verlopen.

Tot slot heeft Miedema nog aangegeven dat, je personele gevolgen en de organisatie zelf niet voortdurend moet formaliseren en scheiden, want het zijn twee zaken die sterk met elkaar verwant zijn. Bestuurders hebben hierin het voortouw. In Delft en in Amsterdam hebben zij hier bijvoorbeeld open over gepraat met de UR.

Dit soort aspecten kan wel nogmaals aan de orde komen in de discussie met Flierman volgende week dinsdag. Met name alle discussies over de procedure voelen niet als vertrouwenwekkend voor de raad aan.

De vraag is nog of er in het informele overleg ook op personen mag worden gespeeld of juist niet. Bijvoorbeeld het verschil in werken met Van Ast en Flierman aangeven. Dit aangeven van de relatie met een individueel CVB lid kan wel.


Conclusie:

Herman Poorthuis, Martijn van Andel, Pieter Stek en Wouter Andringa zullen een aantal aspecten opschrift zetten voor de discussie.


10.Schriftelijke rondvraagpunten

Martijn van Andel: Onderzoeksnota

Gillian Visschedijk: Ludieke actie over TOM


11.Rondvraag

Afgelopen overlegvergadering

Pieter Stek: Pieter Stek heeft nog enkele opmerkingen over de afgelopen overlegvergadering. Vooral tijdens het gesprek met de RvT sprak Dick Meijer tegen de RvT op een manier waar Pieter Stek niet achterstond. Het was voor Pieter Stek onduidelijk of hij in kon grijpen, ja dan nee.

Dick Meijer verweert zich dat het document voor de RvT al van te voren opgesteld was. Pieter Stek geeft aan dat hij die mening ook deelde maar dat Dick Meijer in zijn opmerkingen richting de RvT verder ging en dit niet hetgeen was waar Pieter Stek achter stond. UReka sluit zich hier bij aan.

Dick Meijer geeft aan dat hij bij de algemene gang van zaken naar zijn mening ook zelf mee mag discussiëren. Het was echter voor de rest niet duidelijk dat zij Dick Meijer eventueel hadden mogen omzeilen als voorzitter door hem te onderbreken.

Daarnaast liet Dick Meijer zowel Campussy als UReka niet aan het woord waar zowel Gillian Visschedijk als Pieter Stek een opmerking over maken.

Dick Meijer geeft nog aan dat het niet netjes was van UReka om pas op het eind van het onderwerp onderzoeksnota te komen met de melding van het wel willen instemmen met de onderzoeksnota. Luis Ferreira Pires geeft aan dat hij hier ook het idee van kreeg dat zijn verhaal ernstig werd ontkracht. Gillian Visschedijk geeft aan dat wij tijdens de afgelopen interne vergadering besloten hadden niet in te stemmen i.p.v. niet in te stemmen tenzij…UReka was maandagavond na uitgebreide inventarisatie en discussie tot de conclusie gekomen wel in te kunnen stemmen met de onderzoeksnota. Het feit dat UReka dit pas helemaal aan het eind konden zeggen kwam doordat UReka geen kans had gehad om zich in de discussie te mengen, dus dan moest UReka aan het eind haar mening wel kenbaar maken.

Afgesproken wordt dat in zo’n geval dit verschil in standpunt moet worden geë-maild naar de rest van de raad zodat de woordvoerder kan aangeven dat er verdeeldheid heerst in de raad, waardoor niet achteraf zijn verhaal wordt ontkracht.

De conclusie van zowel UReka als Campussy is dat Dick Meijer zich niet als een voorzitter gedroeg tijdens de afgelopen overlegvergadering omdat hij teveel in ging op discussies met het CvB waar hij ook te veel zijn eigen mening in legde die niet gedeeld werd door de gehele raad. Daarnaast verdiende het handelen van UReka geen schoonheidsprijs.


Parkeerplaatsen

Jorrit de Jong: Jorrit de Jong heeft het antwoord op de rondvraag bekeken en geeft aan dat hij nog steeds niet begrijpt dat er gewoon twee parkeerterreinen weg zijn gehaald. Dit heeft niet alleen te maken met het totaal aantal parkeerplaatsen maar ook met de relatieve afstand van parkeerplaatsen tot bijvoorbeeld het sportcentrum. Jorrit de Jong zal hier nog verder naar kijken om te zien of hij het hier nog een keer met het CvB over wil hebben.


12.Sluiting

De vergadering wordt gesloten om 16:50 uur.