4. Concept Sociaal convenant reorganisatie


Sociaal convenant in het kader van de reorganisatie Efficiënte, Moderne bedrijfsvoering:

24 april 2007 (km. 378.780)


Dit sociaal convenant betreft een overeenkomst tussen het College van Bestuur van de Universiteit Twente en de gezamenlijke bonden, zoals vertegenwoordigd in het Overlegorgaan Personeelszaken Universiteit Twente (OPUT).


I. Algemeen

1. De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen de noodzakelijke reductie van het aantal formatieplaatsen, als gevolg van de reorganisatie Efficiënte Moderne bedrijfsvoering, te realiseren middels natuurlijk verloop. Pas wanneer het natuurlijk verloop niet voldoende tegemoet komt aan de noodzakelijke reductie van het aantal formatieplaatsen kan gedwongen ontslag aan de orde zijn.


2. De taakvelden waar sprake is van een reorganisatie met rechtspositionele gevolgen zijn:


- Onderwijsservicecentrum

- ICT-Servicecentrum (ICTS)

- Facilitair Bedrijf (FB)


II. Maatregelen ter bevordering van natuurlijk verloop


3. Maatregelen ter bevorderen van natuurlijk verloop zijn:


-Bevordering vervroegde pensionering via FPU en FPU-suppletie

-Afloop dienstverbanden voor bepaalde tijd

-Gecontroleerde vacaturevervulling

-Premie bij vertrek


4. Voor FPU suppletie geldt de regeling zoals opgenomen in bijlage 1. Medewerkers die gebruik willen maken van FPU suppletie ontvangen de vertrekpremie zoals genoemd in tabel 1, afhankelijk van de leeftijd op de ontslagdatum.


Medewerkers die gebruik willen maken van FPU ontvangen, afhankelijk van de leeftijd op de ontslagdatum, de vertrekpremie, zoals genoemd in tabel 1, als zij voldoen aan de volgende voorwaarden:

- werkzaam zijn in één van de te reorganiseren taakvelden én

- door vertrek een bijdrage leveren aan de benodigde reductie van het personeel binnen de te reorganiseren taakvelden én

- als en voor zover er voor 1 mei 2007 nog geen afspraken waren gemaakt over gebruikmaking van FPU.


De ontslagdatum wordt zowel bij FPU als bij FPU suppletie door de werkgever in overleg met de medewerker vastgesteld.


De vertrekpremie zoals aangegeven in tabel 1 betreft een bruto premie, naar rato van de omvang van het dienstverband en uitsluitend over dat deel van het dienstverband waarover voor 1 mei 2007 nog geen afspraken waren gemaakt ten aanzien van gebruikmaking van FPU.


Tabel 1:


Leeftijd

Bruto premie

61 jaar en jonger

€ 45.000

62 jaar

€ 35.000

63 jaar

€ 25.000



De premie zoals genoemd in tabel 1, en de mogelijkheid gebruik te maken van FPU suppletie vervalt zodra het College van Bestuur schriftelijk aan het OPUT heeft medegedeeld dat de noodzakelijke reductie in alle taakvelden dan wel één van de taakvelden zoals genoemd onder punt 2 is gerealiseerd. Afspraken die voor die schriftelijke mededeling zijn gemaakt, vervallen niet.



5. Dienstverbanden voor bepaalde tijd binnen de onder 2 genoemde taakvelden eindigen van rechtswege. Dit kan alleen anders zijn als de beëindiging niet bijdraagt aan het realiseren van de reductie van personeel.


6. Onder gecontroleerde vacaturevervulling wordt verstaan het plaatsen van medewerkers die werkzaam zijn in een functiegroep waar sprake is van overtolligheid op een vacature die elders binnen de UT ontstaat. De overtolligheid wordt op het niveau van de nieuw gevormde eenheid bepaald. Onder overtolligheid wordt verstaan dat er op het niveau van de nieuwe eenheid meer functievervullers beschikbaar zijn dan functies.


De procedure van gecontroleerde vacaturevervulling is als volgt:


1.Als er een vacature ontstaat binnen een functiegroep waar sprake is van overtolligheid wordt deze vacature eerst aangeboden aan medewerkers werkzaam in dezelfde functiegroep maar op een taakveld dat in reorganisatie is. De betrokken medewerkers kunnen hun belangstelling aangeven. Indien één medewerker belangstelling heeft, wordt deze geplaatst. Indien er meerdere betrokken medewerkers hun belangstelling aangeven, wordt de medewerker die voor de vacature het meest geschikt is, geplaatst.

2.Indien geen van de medewerkers in dezelfde functiegroep belangstelling heeft getoond, wordt vervolgens de vacature aangeboden aan medewerkers, werkzaam in een functiegroep waar sprake is van overtolligheid, voor wie de vacature passend is. De betrokken medewerkers kunnen hun belangstelling aangeven. Indien één medewerker belangstelling heeft, wordt deze geplaatst. Indien er meerdere betrokken medewerkers hun belangstelling aangeven, wordt de medewerker die voor de vacature het meest geschikt is, geplaatst.

3.Indien het voorgaande niet tot vervulling van de vacature leidt, wordt een medewerker werkzaam in een uitwisselbare functie ten opzichte van de vacature aangewezen voor overplaatsing. Deze bevoegdheid wordt gemandateerd aan de directeur van de dienst PA&O. De aanwijzing vindt op de volgende wijze plaats. Als er sprake van een ontslagdreiging was geweest, was artikel 9.9 lid 1 uit de CAO Nederlandse universiteiten toegepast. Bij 10 of meer medewerkers werkzaam in een onderling uitwisselbare functie geldt artikel 9.9 lid 2 van de CAO Nederlandse universiteiten. Door toepassing van deze artikelen wordt vastgesteld welke medewerkers met ontslag bedreigd zouden zijn. Van die groep medewerkers wordt degene met de meeste dienstjaren aangewezen voor overplaatsing naar de vacature. Onder een uitwisselbare functie wordt in dit verband hetzelfde verstaan als onder een passende functie.

4.Indien een medewerker die in het kader van gecontroleerde vacaturevervulling wordt overgeplaatst bijscholing nodig heeft, worden deze kosten door de werkgever vergoed.

5.Een medewerker die in het kader van gecontroleerde vacaturevervulling wordt overgeplaatst, krijgt op zijn of haar verzoek een terugkeergarantie naar het Onderwijsservicecentrum, ICTS of het FB. Dit betekent dat zodra er een vacature ontstaat, binnen één van de genoemde taakvelden, in dezelfde functiegroep de betrokken medewerker een voorrangspositie heeft voor terugkeer.


Onder passende functie wordt verstaan een functie waarvan de werkzaamheden aansluiten bij de opleiding, ervaring en capaciteiten van de medewerker, zoveel mogelijk rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden van de medewerker. Voor het Onderwijsservicecentrum wordt in bijlage 2 aangegeven welke functies als passend worden aangemerkt.


Leidt de procedure tot gecontroleerde vacaturevervulling niet tot vervulling van de functie dan wordt de vacature vrijgegeven voor interne werving binnen de UT.


Voor het Onderwijsservicecentrum wordt in eerste instantie, tot de besluitvorming hierover is afgerond, afgezien van gedwongen overplaatsing zoals verwoord in het derde punt in dit artikel.


7. Vertrekpremies. De inschatting bestaat dat de formatieteruggang via natuurlijk verloop gerealiseerd kan worden. Medewerkers die in een functiegroep werkzaam zijn waar sprake is van overtolligheid, ook als ze niet in de te reorganiseren eenheden werken, kunnen op verzoek een vertrekpremie krijgen van maximaal drie maandsalarissen. Het verzoek wordt gehonoreerd als door het vertrek van de medewerker een andere medewerker uit de taakvelden die in reorganisatie zijn kan worden geplaatst.



III. Procedure bij vervulling van nieuwe functies


8. Binnen het FB ontstaan nieuwe functies, namelijk teamleider en cluster facility manager. De functies van huismeester, FM’er, afdelingshoofd en contractmanagers facilities worden opgeheven. De betrokken functionarissen kunnen in aanmerking komen voor een nieuwe functie. Om te beoordelen of zij daar de competenties voor hebben of binnen redelijke termijn daarover kunnen beschikken door middel van scholing, ondergaan zij in principe een assessment bij een extern bureau. De uitkomst van het assessment kan zijn plaatsing, proefplaatsing of geen plaatsing. De directeur FB plaatst conform de uitkomst van het assessment. Indien de uitkomst “geen plaatsing” is, zal de herplaatsingscommissie onderzoeken of de medewerker terecht niet geplaatst wordt. Als de herplaatsingscommissie besluit dat de uitkomst “geen plaatsing” terecht is, blijft de medewerker herplaatsingskandidaat.


9. Ook andere nieuwe functies die vanwege de reorganisatie ontstaan met managementverantwoordelijkheid of functies van schaal 10 of hoger kunnen via assessment bij een extern bureau worden ingevuld. De uitkomst van het assessment kan zijn plaatsing, proefplaatsing of geen plaatsing. Indien de uitkomst “geen plaatsing” is, zal de herplaatsingscommissie onderzoeken of de medewerker terecht niet geplaatst wordt. Als de herplaatsingscommissie besluit dat de uitkomst “geen plaatsing” terecht is, blijft de medewerker herplaatsingskandidaat.



IV. Plaatsing


Een medewerker van wie de functie niet dan wel in geringe mate wijzigt, behoudt zijn functie. De medewerker die in het Onderwijsservicecentrum of het ICT servicecentrum wordt geplaatst, kan zijn voorkeur aangeven voor de locatie en, indien aan de orde, voor een afdeling binnen de nieuw gevormde eenheid. De werkgever besluit met redenen omkleed en daarbij zoveel mogelijk rekening houdend met de wensen van de medewerker waar een medewerker wordt geplaatst.



V. Slotbepalingen


10. Of bovenstaande maatregelen ter bevordering van natuurlijk verloop leiden tot de noodzakelijke personeelsreductie, wordt in de OPUT vergadering van 21 september 2007 vastgesteld. Indien gedwongen ontslag alsnog noodzakelijk is, wordt na de vergadering van 21 september 2007 zo spoedig mogelijk overleg gevoerd tussen OPUT en werkgever over een sociaal plan.


11. Indien de hierboven genoemde maatregelen leiden tot een onbillijke situatie voor de medewerker zal het College van Bestuur hiervan afwijken.

Bijlage 1


Aangepaste FPU Suppletieregeling Universiteit Twente in het kader van de reorganisatie efficiënte, moderne bedrijfsvoering



Doelgroep

De FPU Suppletieregeling kan worden aangeboden aan medewerkers met een vast dienstverband die:

geboren zijn op of vóór 1 april 1949 én

werkzaam zijn in één van de te reorganiseren taakvelden én

door vertrek een bijdrage leveren aan de benodigde reductie van het personeel binnen de te reorganiseren taakvelden én

onder de Overgangsregeling FPU vallen én

op de ontslagdatum recht hebben op een FPU uitkering die minder bedraagt dan 70% van de FPU berekeningsgrondslag.



Toepassing

De FPU Suppletieregeling kan uitsluitend worden toegepast als de medewerker tot de doelgroep behoort en het College van Bestuur hem of haar een FPU Suppletieregeling aanbiedt. Het is nadrukkelijk geen algemene maatregel voor alle medewerkers geboren op of vóór 1 april 1949. De toepassing van de FPU Suppletieregeling is maatwerk. Van geval tot geval wordt bekeken of de FPU Suppletieregeling passend én betaalbaar is.


Inhoud

De medewerker die gebruik maakt van de FPU Suppletieregeling neemt voor de volledige omvang van het dienstverband ontslag om vrijwillig met FPU te gaan. Vanaf de ontslagdatum tot de leeftijd van 65 jaar vult de UT de FPU uitkering aan tot 70% van de FPU berekeningsgrondslag.


Bij een medewerker die in deeltijd werkt wordt uitgegaan van de gemiddelde deeltijdfactor over de laatste 10 jaar voorafgaande aan het ontslag.


De FPU Suppletieuitkering (= FPU + aanvulling tot 70% FPU berekeningsgrondslag) volgt de jaarlijkse ABP-indexatie.


De medewerker die gebruik maakt van de FPU Suppletieregeling wordt tot het bereiken van de FPU spilleeftijd (61 jaar en 2 maanden of 62 jaar en 3 maanden) volledig gecompenseerd voor de pensioenopbouw.


Nevenwerkzaamheden

Op inkomsten uit arbeid of eigen onderneming ontstaan binnen 12 maanden voorafgaande of tijdens deelname aan de FPU Suppletieregeling is artikel 9 van het FPU Reglement van het VUT-fonds van toepassing.


Het is deelnemers aan de FPU Suppletieregeling nadrukkelijk niet toegestaan nieuwe werkzaamheden te gaan verrichten elders binnen de UT of bij een aan de UT gelieerde rechtspersoon.


Financiering

De kosten van deelname aan de FPU Suppletieregeling worden eenmalig afgefinancierd.


Uitvoering

De FPU Suppletieregeling wordt voor het VUT-fonds uitgevoerd door ABP. Hiertoe sluit de UT een uitvoeringsovereenkomst af met het VUT-fonds.





Bijlage 2













Passende functie







Administratief medewerker



Secretaresse

















Medewerker studentenzaken



Medewerker personeelsbeheer








Secretaresse










Administratief medewerker
















Administrateur


Medewerker bestuurlijke informatievoorziening







Medewerker administratieve processen en systemen







Medewerker personeelsbeheer















Secretaresse


Administratief medewerker










Medewerker personeelsbeheer















Afdelingshoofd


Stagecoördinator










Studieadviseur










Medewerker buitenland
















Medewerker frontoffice


Archiefmedewerker










Administratief medewerker










Secretaresse



























Opm. 1

Passendheid is mede afhankelijk van functieniveau en persoonlijke opleiding/ervaring.



Opm. 2

Passende functies kunnen ook zelfde functies zijn binnen een ander vakgebied




Deze zijn hier niet genoemd.









































Namens het College van Bestuur Namens de werknemersorganisaties

van de Universiteit Twente






De heer dr. A.H. Flierman ,

Voorzitter College van Bestuur AC/FBZ







CNV-PZ







VAWO





ABVAKABO