2004 02 24

Aandachtspunten uit overlegvergadering Universiteitraad van 24 februari 2004


Mededelingen

Portfolio analyse - Het college zal het rapport van de Wetenschappelijke Raad met betrekking tot dit onderwerp alsnog aan de UR toezenden.


Transfer vakgroep BPM

De Universiteitsraad

gezien:

de brief van de betrokken decanen en de voorzitter van de vakgroep aan het College van Bestuur aangaande de Transfer van de vakgroep BouwProcesManagement naar de faculteit CTW, d.d. 24 september 2003 (UR 03/372);

de brief van het College van Bestuur inzake de Transfer van de vakgroep BPM, d.d. 12 november 2003(UR 03/372);

overwegende dat:

er formeel gezien sprake is van een reorganisatiekwestie;

de transfer van de vakgroep BPM louter hiërarchische gevolgen kent;

er geen administratieve, financiële en personele consequenties verbonden zijn aan de transfer van de vakgroep.

gehoord:

de standpunten van de faculteitsraden BBT en CTW;

de toezegging van het College van Bestuur dat er zich geen andere personele consequenties zullen voordoen dan het veranderen van de hiërarchische relaties.

besluit:

in te stemmen met de wijziging op de implementatieplannen van de betreffende eenheden.


Richtlijn veiligheid voor derden en Richtlijn Zelfinspectie gebouwen, openbare ruimtes en installaties UT

De Universiteitsraad

gezien:

De Richtlijn Veiligheid voor Derden (UR 04/009a);

Het Arbo- en Milieu meerjarenplan Universiteit Twente 2003 – 2006 (UR 03/339);

De notitie “Arbo- en Milieuzorg bij de UT: naar een optimale organisatie” september 2003 (UR 03/280);

het FEZ-advies Arbo- en Milieuzorg bij de UT: versie september 2003 (UR 03/281).

overwegende dat:

de UT verplicht is te voldoen aan de Arbowetgeving;

bestaande regelingen aangescherpt dienen te worden met oog op de verzekering m.b.t. brandgevaarlijkheid van UT-gebouwen;

de UT zodoende beleid dient te voeren dat de veiligheid voor derden garandeert;

iedereen die een UT-gebouw bezoekt anders dan het gebouw waarin hij/zij studeert en/of werkt in feite een bezoeker is (paragraaf 3.4);

de mate van toegankelijkheid per UT-gebouw verschilt en dat gebouwen naast één receptie vaak meerdere ingangen hebben;

het open en toegankelijke karakter van de UT een gewaardeerde eigenschap is;

het vanuit verzekeringstechnisch oogpunt van belang is dat consequent wordt bijgehouden welke tijdelijke medewerkers, niet zijnde een student of personeelslid van de UT, in welk gebouw werkzaam zijn;

in het kader van de inrichting van de vernieuwde Arbo & Milieuorganisatie ook over dit punt afspraken gemaakt worden met de betrokken verantwoordelijken (gebouwbeheerder, faculteitsdecaan, AMC van faculteit / dienst);

de dienst PA&O betrokken wordt in het opstellen van het Programma van Eisen, zodat ook gerenoveerde en nieuwe gebouwen veilig zijn voor alle betrokkenen.

gehoord:

de toelichting van de betrokken beleidsmedewerker;

de toezegging van het college in het kader van het toegangsbeleid van de gebouwen de veiligheid optimaal tegen het licht te laten houden

besluit:

in te stemmen met de Richtlijn Veiligheid voor Derden (UR 04/009a).


De Universiteitsraad

gezien:

De Richtlijn Zelfinspectie voor Gebouwen, openbare ruimtes en installaties Universiteit Twente (UR 04/009b);

Het Arbo- en Milieu meerjarenplan Universiteit Twente 2003 – 2006 (UR 03/339);

De notitie “Arbo- en Milieuzorg bij de UT: naar een optimale organisatie” september 2003 (UR 03/280);

het FEZ-advies Arbo- en Milieuzorg bij de UT: versie september 2003 (UR 03/281).

overwegende dat:

de UT verplicht is aan Arbo- en Milieuwetgeving te voldoen;

de UT er belang bij heeft om o.a. de veiligheidsvoorzieningen en preventieve maatregelen op het gewenste niveau te houden;

veiligheidsinspecties hierbij noodzakelijk zijn;

de betrokken decentrale medezeggenschapsraden direct belang hebben bij rapportage van de zelfinspectie;

gehoord:

de toelichting van de betrokken beleidsmedewerker;

de toezegging van het College van Bestuur dat ook de betrokken decentrale medezeggenschapsraden de rapportage van de zelfinspectie zullen ontvangen.

besluit:

in te stemmen met de Richtlijn Zelfinspectie voor Gebouwen, openbare ruimtes en installaties Universiteit Twente (UR 04/009b).


Evaluatie major-minor

Het college zegt desgevraagd toe een bestuurlijke reactie op de evaluatie major-minor op te zullen stellen. De knelpunten genoemd in de brief van de UR terzake (UR 04 041) zullen meegenomen worden in de discussie over de implementatie van het Sectorplan.

Voorts kondigt het college de komst van een notitie inzake het kwaliteitsbeleid in het onderwijs aan.


Sectorplan Wetenschap en Technologie

Ter verduidelijking van het besluitvormingsproces met betrekking tot het Sectorplan meldt het college bereid te zijn een lijstje op te stellen met concrete afspraken c.q. definitieve besluiten in het Sectorplan. Aan de hand daarvan zal worden bekeken of deze afzonderlijk in de medezeggenschap moeten worden behandeld.


ICT voor onderwijs en studentenactivisme aan de UT

Het college deelt in belangrijke mate de in de UR - notitie neergelegde visie (UR 04 043) en zegt een uitgebreidere schriftelijke reactie toe.


Tuition Fee voor niet EER - studenten

Het college en de UR verschillen van mening over de bevoegdheid van de UR in dezen. Het college biedt bovenstaand besluit ter informatie aan, maar stelt ter vergadering adviesrecht voor (financieel punt). De raad claimt echter instemmingsrecht, vanwege het feit dat dit besluit onderdeel uitmaakt van het studentenstatuut. De inhoudelijke beraadslaging over de Tuition Fee vindt later in een interne vergadering plaats.


Samenstelling CCO

Het college zal de door de UR gemaakte opmerkingen over de mogelijke nieuwe structuur van de CCO (UR 04 040) in de komende vergadering van de CCO meenemen. Eventuele wijzigingen in de regeling van de CCO in het BBR zullen ter instemming aan de UR worden voorgelegd, aldus het college.


Schriftelijke rondvraagpunten

a.Het college is op dit moment niet bereid zijn beleid inzake de kantinevoorzieningen te herzien, maar zal na realisatie van het O&O centrum (in het kader van de vastgoed-plannen) een en ander opnieuw bezien.

c.In antwoord op de vraag van de UR naar een indicatieve tijdsplanning voor de totstandkoming van het Instellingsplan, meldt het college ervan af te zien de afzonderlijke hoofdstukken te bespreken, omdat de onderlinge samenhang zulks niet toelaat. In plaats daarvan wordt vanaf september 2004 een conceptversie van het gehele plan in een klein aantal delen aan de UR voorgelegd, waarna rond 1 januari 2005 de uiteindelijke instemmingsvraag aan de orde komt.


Rondvraag

Het CvB zegt desgevraagd toe dat er voor het einde van dit jaar een parkeerplaats bij het gebouw Cubicus gerealiseerd zal zijn.