UTDienstenCFMDuurzaamheidNieuwsUT roept samenwerkingspartners op zich te committeren aan Parijs-akkoord

UT roept samenwerkingspartners op zich te committeren aan Parijs-akkoord

Wij zetten ons actief in voor de energietransitie, en roepen onze partners in fossiele industrie en energiesector op om zich te committeren aan Parijs-akkoord.

Als Universiteit Twente nemen we onze verantwoordelijkheid in het bijdragen aan een duurzame wereld. Wij ontwikkelen proactief duurzame oplossingen om onze planeet en de mensen die er wonen te ondersteunen. Dat doen we samen met anderen om ons heen. Daarbij willen we bij voorbaat niemand uitsluiten en in dialoog blijven gaan om zo samenwerking te stimuleren.

We werken actief mee aan de energietransitie en starten géén onderzoeksprojecten die het gebruik van fossiele grondstoffen stimuleren. Nieuwe samenwerkingsovereenkomsten met de fossiele industrie worden alleen aangegaan met die partijen die een substantiële verandering in hun werkwijze laten zien om de transitie van fossiele naar alternatieve, duurzame bronnen te maken. Ook vragen we van partijen in de fossiele industrie en energiesector om zich expliciet uit te spreken voor het feit dat zij zich committeren aan het klimaatakkoord van Parijs en de 1,5°C doelstelling. Dit zullen we blijvend bij deze partijen onder de aandacht brengen door hier een continue dialoog over te voeren.

WAAROM WE SOMS WÉL SAMENWERKEN MET FOSSIELE INDUSTRIE

Wereldwijd staan we voor grote opgaven. Zo vragen de klimaatveranderingen en de vereisten om te komen tot een gezonde, duurzame samenleving om slimme oplossingen en een circulaire economie. Daarvoor zijn energie-neutrale ontwikkelingen en adaptieve en veerkrachtige systemen nodig, waarbij we werken aan hergebruik van grondstoffen en het gebruik van alternatieve, duurzame grondstoffen. Onze basisgedachte is dat wetenschap, technologie en innovatie belangrijke bouwstenen zijn voor het tegengaan van klimaatverandering en de gevolgen ervan en voor het opbouwen van die circulaire economie. Met deze bouwstenen kunnen wij onze bijdrage leveren aan de systeemverandering die nodig is om de klimaatcrisis te boven te komen en om door te ontwikkelen naar een circulaire economie. We hebben iedereen nodig die serieus wil werken aan het tegengaan van klimaatverandering. Om tot de gewenste vooruitgang te komen is samenwerking met diverse partijen noodzakelijk. We vinden het belangrijk dat we scherpe keuzes rond partners kunnen gaan maken op een onderbouwde, haalbare manier. Daartoe ontwikkelen we gaandeweg criteria die ons steeds beter gaan helpen bij het maken van de juiste keuzes.

ONZE PARTNERS MOGEN GEEN AFBREUK DOEN AAN MILIEU DOELSTELLINGEN

Aan de samenwerking met anderen stellen we de nodige voorwaarden gerelateerd aan de doelen van het klimaatakkoord van Parijs. De UT doet geen onderzoek met de fossiele industrie en energiesector dat negatieve impact heeft op de klimaatdoelen. Wij verbinden ons aan de EU-regels van "geen significante schade toebrengen:" het niet ondersteunen of uitvoeren van economische activiteiten die aanzienlijke schade toebrengen aan een milieudoelstelling, in voorkomend geval, in de zin van artikel 17 van Verordening (EU) 2020/852.” Deze gedachte nemen we altijd mee bij het maken van keuzes in de samenwerking.

Richtlijnen voor het toetsen van samenwerking op klimaatveranderingen

Tijdens de ‘Sustainability Dialogues’ op de UT is het afgelopen jaar veelvuldig gesproken over hoe we als UT denken over het duurzaamheidskarakter van ons onderzoek en onderwijs gerelateerd aan de klimaatveranderingen in het algemeen en de samenwerking met de (fossiele) industrie in het bijzonder. De meningen, zowel binnen als buiten de UT, lopen hierover deels uiteen. Op 28 juni 2023 hebben we al een eerste reflectie op duurzaamheid, het klimaatvraagstuk en de samenwerking met de fossiele industrie gepubliceerd. Daarin hebben we onder andere aangegeven dat we een aanpak willen opstellen die ons helpt om tot goed afgewogen beslissingen te komen als het gaat om samenwerkingen in het algemeen, binnen het energiedomein en daarbinnen met de fossiele industrie.

Vanuit onze kernwaarden openheid en inclusie respecteren en waarderen we als UT elkaars meningen en opvattingen. We blijven open staan voor verschillende opinies en voor de dialoog met elkaar. We sluiten bij voorbaat geen partijen uit van deze dialoog, tenzij nationale of internationale wet- en regelgeving ons hiertoe noodzaakt. Initiatieven of activiteiten die polarisatie binnen de samenleving voeden, worden door ons niet gesteund.  

Om verantwoord onderzoek te borgen toetsen we onderzoeksprojecten en samenwerkingen met derden aan onze integriteitscodes, waarin onder andere zijn opgenomen: onafhankelijkheid, wetenschappelijke integriteit, intellectueel eigendom, ethische normen, open access en publicaties en kennisveiligheidsrisico’s. Daar voegen we de beoordeling van onderzoeksprojecten op hun duurzame karakter gerelateerd aan de klimaatdoelstellingen aan toe. We richten een commissie in, die op een vergelijkbare wijze als medisch-ethische toetsingscommissies relevante onderzoeksprojecten zal beoordelen op de bijdrage aan de klimaatdoelstellingen. We zullen daarbij gebruik gaan maken van de ESG-verslaglegging voor beursgenoteerde bedrijven. Deze moeten vanaf 2024 verplicht verslag uitbrengen over duurzaamheidsbeleid en prestaties, volgens de Europese richtlijn Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). Daaruit zal (hopelijk) beter blijken of bedrijven voortgang boeken op hun duurzaamheidsbeleid en meer specifiek de klimaatdoelstellingen, wat in de afweging om een samenwerking aan te gaan of een onderzoeksproject te starten als criterium meegenomen kan worden.

Ook zullen we geen stageplaatsen en afstudeerplekken promoten bij bedrijven die niet voldoen aan bovengenoemde uitgangspunten.

ONTWERPENDE MANIER VAN WERKEN

Passend bij de manier zoals we onderwijs en onderzoek vormgeven, werken we in het maken van keuzes voor samenwerking op het gebied van klimaatverandering ook op een lerende, ontwerpende manier (learning by doing). De commissie zal beginnen met het beoordelen van uiteenlopende verzoeken tot samenwerking, van eenvoudig tot complex en ontwerpt gaandeweg de criteria die ons gaan helpen bij het maken van de meest juiste keuzes. Die criteria zullen ook individuele wetenschappers gaan helpen bij het zelf beoordelen of een samenwerking wel of niet kan worden aangegaan of dat een verzoek moet worden beoordeeld door de commissie.