Een onderzoeksteam van de vakgroep Bestuurskunde van de Universiteit Twente gaat in opdracht van de Tweede Kamer onafhankelijk onderzoek doen naar de vuurwerkramp van 13 mei 2000 in Enschede. Ook de Radboud Universiteit Nijmegen is betrokken bij het onderzoek. Het onderzoek van de Universiteit Twente richt zich op de vraag hoe de overheid beter lessen kan trekken uit rampen zoals de vuurwerkrampen in Culemborg en Enschede.
Bij de vuurwerkramp vond een massaexplosie plaats bij het Enschedese vuurwerkbedrijf SE Fireworks dat gelegen was in de wijk Roombeek. Er kwamen 23 mensen om het leven, waaronder vier brandweermannen. In totaal raakten 947 mensen gewond. Van de wijk Roombeek was na de explosie niets meer over en werd compleet herbouwd. Het was niet de eerste grote vuurwerkramp in Nederland: in 1991 vond een massaexplosie plaats in Culemborg bij het vuurwerkbedrijf MS Vuurwerk.
Kamermotie
De aanleiding voor het UT-onderzoek naar de vuurwerkramp is de aangenomen motie van Kamerlid Leijten (SP), waarin wordt opgeroepen om de “bevindingen van onderzoeker Van Buitenen te betrekken in een onafhankelijk onderzoek naar de vuurwerkramp in Enschede en de afhandeling daarvan.” Oud-Europarlementariër en klokkenluider Paul van Buitenen schreef een zeer omvangrijk rapport over de vuurwerkramp.
René Torenvlied, projectleider van het onderzoek en hoogleraar Bestuurskunde aan de Universiteit Twente vindt het onderzoek belangrijk. Torenvlied: “We begrijpen heel goed dat er mensen zijn die zich afvragen waarom het dossier rond de vuurwerkramp niet een keer gesloten kan worden. Er is tot nu toe nog niet systematisch gekeken naar de wijze waarop er door de overheid is geleerd van de ramp. Daar zullen wij met de grootste zorgvuldigheid naar kijken.”
Lessen trekken
Het onderzoek van de Universiteit Twente kijkt naar de wijze waarop lessen uit eerder onderzoek naar de vuurwerkrampen zijn vertaald naar regelgeving over de opslag van vuurwerk en de bestrijding van vuurwerkbrand. Daarbij richten de onderzoekers zich op de vraag hoe de overheid beter kan leren van rampen zoals de vuurwerkrampen in Culemborg en Enschede. Torenvlied: “wij richten ons niet op de vraag wie er verantwoordelijk was, maar hoe de Tweede Kamer kan bijdragen aan het bevorderen van leerprocessen binnen de overheid na dergelijke rampen.”
Het onderzoek start in november en zal naar verwachting in het voorjaar van 2023 zijn afgerond.
