Er zijn veel verschillende stoffen die tot de zouten behoren. Een manier om zouten onder te verdelen is in zouten die bestaan uit enkelvoudige ionen en in zouten die bestaan uit samengestelde ionen. Een andere verdeling zou zijn zouten met, en zouten zonder kristalwater. Het is soms lastig om te zien of een stof al dan niet een zout is. Om dit gemakkelijker te kunnen leren, is het nuttig een schema te maken waarin de eigenschappen van zouten staan.
Je kunt dit vergelijken met het gebruik van een plattegrond van een stad. Het is mogelijk een nieuwe stad te kennen door er steeds doorheen te lopen en te fietsen, maar je leert de stad sneller als je een plattegrond bij de hand hebt. Als je de stad goed kent, heb je de plattegrond min of meer in je hoofd zitten. Hetzelfde geldt voor kennis. Op een gegeven moment zit de kennis in een 'kennisschema' in je hoofd.
Een onvolledig voorbeeld van een dergelijk schema staat hieronder. Een dergelijke schema heet met een mooi woord begrippenkaart of concept map*.
Opdracht (Z21) - werkblad
- Print de begrippenkaart van zouten uit en vul hem aan.
- Maak een tabel waaruit de verschillen tussen moleculaire stoffen (stoffen opgebouwd uit moleculen) en zouten (ionaire stoffen) duidelijk worden.
*Het begrip concept map® is voor het eerst gebruikt door J. Novak in zijn boek Learning how to learn. (Cambridge, U.S.A.: Cambridge University Press isbn 0-521-26507-x).