Conferentie- en studiecentrum Drienerburght

Conferentie- en studiecentrum de Drienerburght

Ondernemerschap en de Universiteit Twente: dat is een onlosmakelijk duo, dat weet je. Maar wist je ook dat dit duo een liefdesbaby had? Conferentiehotel de Drienerburght! Hier volgt het verhaal over de realisatie van de Drienerburght, het verhaal van een bijzondere ‘geboorte’.

Een universiteit die zelfstandig investeert in onroerend goed, zoals in de bouw van een conferentiehotel, en dat op grond van het rijk, zo’n sterk staaltje van ondernemendheid heeft zich anno 1987 nog niet eerder voorgedaan in het onderwijsveld. De dan geldende regelgeving laat dat niet toe. De ambtenaren op het departement van onderwijs willen deze investering, en daarmee de bouw van het hotel, dan ook verbieden. Hoe kan het dat de Universiteit Twente er dan toch mee weg komt? Roel in ’t Veld, directeur-generaal Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek van het ministerie van Onderwijs, legt het zelf uit bij de opening. ‘Dat ik hier sta om dit gebouw te openen, komt omdat ik uw brief niet heb beantwoord.’

Hoe zit het precies? De campus en het onroerend goed is tot begin deze eeuw in bezit van het rijk. De dienst Huisvesting van het ministerie van Onderwijs gaat over investeringen op de campus. Voor een campusuniversiteit als de UT met ruim 2.000 woningen voor studenten en medewerkers en veel sport- en cultuurvoorzieningen, is dat extra lastig. Helemaal omdat de focus van het departement ligt op onderwijs en onderzoek. Rector magnificus Harry van den Kroonenberg, de grondlegger van de ‘ondernemende’ universiteit, verzint een list. De UT richt de stichting Technopolis Twente op. Deze stichting biedt de mogelijkheid om onafhankelijk van de ‘bemoeizucht’ van het ministerie geld te lenen, te investeren en te verdienen. Voor de Drienerburght krijgt de UT 4 miljoen gulden van de Bank Nederlandse Gemeenten en een WIR-premie van een half miljoen. De UT hoeft er slechts 1.3 miljoen gulden bij te doen.

De ambtenaren in het ministerie worden onrustig als ze lucht krijgen van de Twentse constructie. Een bouwstop dreigt. Directeur-generaal In ’t Veld bemoeit zich ermee: hij laat zijn verbaasde ambtenaren weten niets te zullen doen tegen de Twentse ondernemerslust. In ’t Veld is een groot voorstander van besturen op afstand, hij stond al langer toe dat universiteiten de grenzen opzochten. Meer zelfstandigheid van de universiteiten is in de lijn met zijn eerder verschenen beleidsnota Hoger Onderwijs, Autonomie en Kwaliteit, maar de dan geldende regelgeving laat de Technopolis-constructie nog niet toe. De Twentse brief waarin de Technopolis-constructie wordt verdedigd blijft daarom op verzoek van In ’t Veld formeel onbeantwoord. Daarmee maakt hij de weg vrij voor de bouw van de Drienerburght.

Treffend om dit verhaal te publiceren in de Boekenweek 2020. Thema van deze boekenweek is ‘Rebellen en dwarsdenkers’. Harry van den Kroonenberg was zo’n rebel en dwarsdenker. ‘Het tijdperk van de ondernemende universiteit is begonnen’, zo speechte Van den Kroonenberg provocerend bij de opening in 1987 in de richting van In ’t Veld. Hij wilde onafhankelijk zijn, los van het bedrijfsleven en weg van de Haagse bureaucratie. Een paar maanden later, bij de opening van het academisch jaar, gaf hij de overheid nog een sneer toe: ‘het regent ambtenaren, het zijn er te veel.’

 
Een hotelkamer in de Drienerburght

[Bron: Pionier en prof (Harry van den Kroonenberg) - Marco Krijnsen]