Aan de Voorzitter van de Universiteitsraad Spiegel | ||||
uw kenmerk | telefoon | 053-489 5655/8034 | ||
ons kenmerk | 385.830/S&O/KVN | fax | 053-489 4638 | |
Datum | 16 april 2009 | |||
Onderwerp | Studenten in crisissituatie |
In uw overlegvergadering met het CvB op 4 maart 2009 is in de rondvraag vanuit de Raad een vraag gesteld over studenten in een crisissituatie.
In het verslag van die vergadering is het volgende opgenomen.
“Van Alsté verwijst naar een artikel in Tubantia over een studente in een crisissituatie. Hij vraagt zich af of de centrale dienst studenten helpt die in nood komen. Hadden wij dit kunnen weten en kunnen voorkomen? Wij moeten lering trekken uit het voorval en daar waar nodig verbeterpunten aanbrengen in de betreffende procedures.
Van Ast vraagt zich af op welke wijze dit voorkomen had kunnen worden. Er is psychologische hulp beschikbaar binnen de UT, maar de student moet zelf geholpen willen worden. We moeten alert zijn, maar dat is geen garantie dat we dergelijke situaties door een bepaalde aanpak kunnen voorkomen.
Brinksma vraagt zich af waar de grens ligt van de UT-verantwoordelijkheid. Hij zegt toe met S&O te bekijken hoe dergelijke situaties kunnen worden voorkomen en of de crisissituatie van deze studente bekend was bij het BSP”.
Rapportage vanuit het CvB:
N.a.v. het bovenstaande is de volgende vraagstelling geformuleerd:
"Wat is in het kader van de studiebegeleiding van studenten het UT beleid m.b.t. de signalering van studenten die het spoor dreigen kwijt te raken of dat reeds zijn".
De crisissituatie van betrokken studente was niet bekend bij het Bureau
Studenten Psychologen.
Het CvB heeft bovenstaande vraagstelling besproken met het BSP en de bewakingsdienst van de UT. Hieruit volgt de onderstaande rapportage.
Bij de afdeling Studentenbegeleiding van S&O melden zich ruim 1000 studenten per jaar zowel bij de decanen (BSD) als de psychologen (BSP). De decanen hebben de cursus “begeleiding begeleid gevolgd”. Deze cursus heeft tot doel de signalering van psychische problematiek bij studenten te verbeteren. De cursus wordt ook aan de studieadviseurs aangeboden met hetzelfde doel.
Daar waar een student ontspoort, wordt geprobeerd hem bij het BSP weer in het spoor te krijgen. Daar waar de problematiek de eerste lijnsfunctie van het BSP ontstijgt, worden studenten doorverwezen naar Mediant. Mediant Oost Nederland is een deskundige en betrouwbare instelling die hulp en advies geeft bij vragen van mensen met psychische (inclusief psychiatrische) problemen. De organisatie probeert daarnaast problemen te voorkomen.
In een geval van crisis waarbij er acuut gevaar is voor de student zelf of anderen dient te crisisdienst ingeschakeld te worden. Strikt genomen is het zo dat de crisisdienst ingeschakeld moet worden door een huisarts. De huisartsen op de campus kunnen hier dus een belangrijke rol spelen.
Voor zover een student zichzelf niet aanmeldt of niet wordt aangemeld door bijv. huisgenoten vindt een eventuele crisis plaats buiten het zichtveld van de centrale diensten. Het hangt dan af van huisgenoten, familie en vrienden of een student wordt aangemeld of - en dat komt vaak
voor - rechtsreeks via een huisarts bij een GGZ-instelling terecht komt. Er is geen systematische controle op studenten die bijvoorbeeld niet deelnemen aan het onderwijs en daardoor uit het zicht zijn geraakt. De UT voert hierin geen pro-actief beleid.
Naast de reguliere zorg en een opname via de crisisdienst is “Janus” actief in de regio.
Janus is een onderdeel van Mediant dat zich bezig houdt met “Bemoeizorg”, d.w.z. zorg voor jongeren die dat wel nodig lijken te hebben maar ook mijden. Janus kan worden ingeschakeld door een psycholoog, huisarts, campusbewaking maar ook door anderen zoals een bezorgde huisgenoot.
Wanneer het BSP meent dat er sprake is van een crisis zal zij proberen via de huisarts de crisisdienst in te schakelen. De huisarts is niet alleen formeel belast met het inschakelen van de crisisdienst maar heeft ook een 24-uurs bereikbaarheidsdienst en is daarmee de eerst aangewezen functionaris met de grootst mogelijke beschikbaarheid.
Daarnaast fungeert ook de campusbewaking en de politie als eerste aanspraakpunt wanneer er sprake is van het gevaarcriterium. Ten aanzien van de beveiliging van de UT en de rol van de politie wordt opgemerkt dat deze in het kader van de hulpverlening in beeld komen bij escalatie in woon- dan wel studieomgeving.
Mocht de beveiliging en/of de politie er in een vroegtijdig stadium bij komen dan wordt aan betrokkene geadviseerd zelf hulp te zoeken bij de desbetreffende instanties en de studentenpsycholoog. Indien de beveiliging vermoedt dat een student een gevaar is voor zichzelf en/of de omgeving dan wordt altijd contact opgenomen met de studentenpsycholoog. E.e.a. is ook in de instructies voor de beveiligers vastgelegd.
Het merendeel van de incidenten en problematiek speelt zich af buiten kantoortijden.
De beveiliging vervult dan tevens werkzaamheden als contact met familie, eerste opvang, gesprekken met medebewoners, tussentijdse controle ter plaatse, etc. Is de situatie zeer dreigend dan wordt meteen handelend opgetreden door beveiliging. Sinds 4 maanden heeft de beveiligingsdienst overigens geen toegang meer tot de studentenwoningen (beslissing verhuurder Acasa). In zeer dreigende situaties kan de beveiliging zich geforceerd toegang verschaffen tot de woning. Standaard procedure is dat men uit veiligheidsoverwegingen, aansprakelijkstelling, juiste weergave van feiten, getuigen etc. de woning betreedt met 2 personen. Van al deze gebeurtenissen wordt standaard een uitvoerige rapportage gemaakt en aan betrokkenen ter beschikking gesteld. Deze urgente zaken doen zich gemiddeld twee keer per jaar voor.
Indien de situatie naar het oordeel van de beveiligingsbeambten de volgende werkdag worden opgepakt dan wordt de student doorverwezen. Indien nodig worden tijdelijk aanvullende maatregelen genomen zoals hulp medebewoners/extra surveillancerondes en wordt naderhand de studentenpsycholoog ingelicht. Beveiligers blijven op de hoogte door rapportages over de stand van zaken.
Namens het College van Bestuur,
Drs. P.A. Binsbergen,
Secretaris van de Universiteit
c.c. S&O,
S&C,
FB,
B&A