universiteitsraad
Griffie
Spiegel – kamer 500
Aan het College van Bestuur
Uw kenmerk | 380.412/vgd | Telefoon | 053 - 489 2027 |
Ons kenmerk | UR 07-376 | Fax | |
Datum | 8 november 2007 | j.ribberink-vanmiddelkoop@utwente.nl |
Betreft: Vastgoedplan - 3de fase
Geacht college,
De 3e fase van het Vastgoedplan is voor een eerste bespreking met u aan de orde geweest in de commissie FVA van 31 oktober 2007. Bij dit overleg is vastgesteld dat een drietal zaken ontbreekt om uw instemmingsvraag te kunnen beantwoorden. Het betreft hier:
1)De meerjarenraming voor de beoordeling van de mogelijkheid van de UT om de benodigde middelen in te zetten;
2)Het huidige ontwerp voor de invulling van de 3e fase;
3)Een update van het tijdschema van de vastgoedplannen.
In de commissie is een mondeling antwoord gegeven op de vraag van de UR van november 2006 ten aanzien van de analyse van de omvang van de aanwezige onderwijsruimtes na realisatie van de vastgoedplannen. De UR betreurt het dat het college deze vraag, die onlangs nog door de UR herhaald is, niet schriftelijk heeft beantwoord en zich bij haar antwoord heeft beperkt tot de ontwikkeling van met name de poolzalen. De oorspronkelijke vraag gaat juist ook over de niet - poolzalen en de ontwikkeling richting 10.000 studenten.
Is bij de plannen voor huisvesting BBT ook een analyse te geven van:
1)de omvang van de aanwezige onderwijsruimtes na realisatie van de vastgoedplannen, o.a. na sluiting van Hogenkamp en Langezijds;
2)de behoefte aan typen en aantal onderwijsruimtes, zoals collegezalen van verschillende omvang, practica- en projectruimtes, rekening houdend met de groei naar 10.000 studenten;
3)de roostertechnische inpassing van het onderwijs in de onderwijsruimtes;
4)de omvang van de verwachte extra aan te nemen staf ten gevolge van een dergelijke groei in studenten en de implicatie voor de huisvesting hiervan?
Mede in het licht van door commissieleden gesignaleerde problemen van met name master studenten in de Horst en het inmiddels vrij vol zijn van Cubicus, Horst en het nog te realiseren Carré is deze vraag zeer actueel. Het is voor de UR slecht te beoordelen in welke mate de 3e fase van het Vastgoedplan adequaat voorziet in de benodigde vastgoed behoefte. De UR ziet een verschuiving van een antwoord naar een beoogd Vastgoedplan 2008 niet wenselijk aangezien op dit moment de voortgang vastgoed voorligt. Op dit moment wordt invulling gegeven aan de realisatie van de ruimtebehoefte voor juist die termijn waarin de groei richting 10.000 studenten beoogd is. De wens en realisatie van deze groei betekent dat de onderwijsinfrastructuur hier op voorbereid moet zijn. Wij zien een spoedig vollediger antwoord op onze vraag dan ook gezien het belang voor de UT met vertrouwen tegemoet.
Met vriendelijke groet,
namens de Universiteitsraad,
ir. T.M.J. Meijer
voorzitter