Kort verslag evaluatie sollicitatiecommissie voorzitterschap UR, oktober 2006
Aanwezig: Cees van Vilsteren, Pieter Stek, Gillian Visschedijk, Herbert Wormeester en Jacqueline Ribberink
Gesproken is over de positieve en mogelijk negatieve aspecten van (deelname aan) de sollicitatiecommissie voorzitterschap UR, de procedure (incl. tijdsplanning) en de taak/opdracht van de commissie.
De conclusie is als volgt.
Het bestaansrecht van een commissie als deze wordt niet betwist, men acht een sollicitatieronde met gesprek(ken) met de beoogde voorzitter(s) nuttig en positief.
Zeker voor het selecteren van een interne voorzitter ziet men geen problemen. De commissie zou haar opdracht dan ook daartoe willen beperken. Dit betekent dat voor het mogelijk selecteren van een externe voorzitter een veel uitgebreidere procedure met uitgebreidere opdracht en profiel etc. vereist is.
Het advies van de commissie is dan ook
- haar taak te bepreken tot het zoeken naar een interne kandidaat-voorzitter die “voldoende draagvlak in de nieuwe raad heeft”
- dat de UR in de maand april/mei van enig jaar een besluit neemt over intern dan wel extern voorzitterschap voor de komende zittingsperiode; de nieuwe raad zal dit standpunt dan moeten accepteren
- dat de sollicitatiecommissie na de verkiezingen samengesteld wordt uit leden van de nieuwe raad (incl. een extern persoon en griffier). Naar verwachting zal in geval van keuze voor intern voorzitterschap ruim vóór 1 september aan de nieuwe fracties uitsluitsel gegeven kunnen worden.
- Mocht de UR op een moment besluiten tot het aantrekken van een externe voorzitter, dan ontstaat een nieuwe situatie; een nadere/uitgebreidere opdracht, een ander tijdspad en procedure is dan noodzakelijk.